woensdag 30 december 2015

Wildlife op en rond Bali

De gele en blauwe kerstboom-wormen uit Oost Timor.
Bali is onderdeel van een koraal-driehoek, een enorm uitgestrekt zeegebied dat Indonesië, Maleisië, Papua Nieuw Guinea, de Filipijnen, de Salomon eilanden en Timor-Leste beslaat. Deze driehoek heeft een schat aan onderwater ecosystemen en de grootste biodiversiteit aan zeeflora en -fauna. Zo bevat deze regio met meer dan 500 koraalvariëteiten zeven maal zoveel verschillende onderwatersoorten dan het Caribisch gebied. Het is het leefgebied van zeven van de acht bestaande zeeschildpad soorten en ruim 3.000 vissoorten bevolken de koralen, waaronder de walvishaai.
Het gebied dat 5,7 miljoen vierkante kilometer oceaanoppervlak bestrijkt wordt ook wel de 'Amazone van de zee' genoemd.

Fantastisch gekleurde kerstbomen, levende organismen in onwaarschijnlijk fantasierijke vormen met een caleidoscopische kleurenpracht. Een verstilde symfonie van pure schoonheid. Koralen houden het midden tussen stenen, planten en dieren, ze zijn van dat alles wat. Anders dan dieren verplaatsen zij zich niet en zijn ze zoals planten verankerd op een vaste stek. Toch zijn koralen wel degelijk dieren. Ze bestaan uit ontelbaar minuscuul kleine koraaldiertjes, poliepen genaamd. Om zichzelf te beschermen bouwen ze een skelet van kalk, waardoor het lijkt alsof het stenen zijn.  Heel die complexe onderwaterwereld is een uitermate harmonisch samengesteld ecosysteem. Omdat al deze exotische pracht ook nog aan het oog onttrokken wordt, komt die des te magischer en raadselachtiger over bij de ontdekking ervan.

Over de fascinerende reuzenmanta's, die met hun vleermuisachtige vinnen als enorme schaduwen door het water lijken te zweven, heb ik al geschreven in een vorige blogaflevering. De flamboyante kleuren van de koraalvissen spreken tot ieders verbeelding. Een gegeven waar Pixar dankbaar gebruik van maakt in het wereldwijde kassucces Finding Nemo. De door Walt Disney gedistribueerde populaire animatiefilm over een kleine clownvis, die in het aandoenlijke filmverhaal op zoek gaat naar zijn vader - hoe fantasierijk ook in beeld gebracht - valt toch in het niet bij de weergaloze werkelijkheid.

Ook aan land kent Bali een behoorlijk gevarieerde dierenwereld. Omdat het eiland juist ten westen van de Wallace Line ligt heeft de fauna een Aziatisch karakter met enige invloed vanuit Australië. De kleine geelkuif kakatoe komt van Down Under. Verder vliegen er zo'n 280 vogelsoorten rond op Bali.
De wilde banteng en de Balinese tijger zijn uitgestorven. Panters leven alleen nog in het wild op Java.
Verder is de kans groot dat je buiten de sterk verstedelijkte gebieden eekhoorntjes tegen komt. Iets zeldzamer is de  Loewak. Het civetkat-achtige diertje wordt ook wel 'koffierat' genoemd en is de befaamde producent van de poepchique Kopi Loewak. Dit is de duurste koffiesoort ter wereld en dankt zijn reputatie aan de gang van de rauwe rode koffiebes door het spijsverteringskanaal van de Loewak.  Eenmaal uitgepoept is de boon gefermenteerd en geeft na het roosteren en vermalen een frisse zoete smaak. De prijs van de door de in het wild levende civetkatten geproduceerde bonen kan oplopen tot ruim 6.000,00 $ per kilo. Van de in gevangenschap levende dieren brengen de bonen tussen 200,00 en 600,00 $ per kilo op. Op deze laatste koffiesoort is tegenwoordig veel kritiek door dierenactivisten vanwege de erbarmelijke omstandigheden waaronder de loewaks gehouden worden.

Vleermuizen hebben een exclusief onderkomen gevonden in Goa Lawah, de tempel van de vleermuizen waar zij door de lokale bevolking worden vereerd en voor toeristen een wel heel bijzondere attractie vormen.
De Balinese naam voor langstaart makaken is kera. Deze apen houden de Uluwatu Tempel  in het zuiden van Bali bezet en stelen als de raven van argeloze toeristen, die hun zonnebril of fototoestel weer terug krijgen in ruil voor een banaan. De Javaanse langoer of lutung komt buiten het Bali Barat Nationale Park, dat in het uiterste noord westen van het eiland ligt, nog slechts op enkele plaatsen voor.

In laag struikgewas ritselen allerlei soorten hagedissen en langs de waterkanten schuifelen varanen in verschillende afmetingen tot ruim een meter lang. Verder komen er cobra's voor en waterslangen, die enkele meters lang kunnen zijn. Tijdens de restauratie van het Bali Hyatt hotel in Sanur zou een nachtwaker door een netpython gewurgd zijn. Ik vond het niet zo'n heel geruststellend verhaal toen ik dat hoorde in het ernaast gelegen resort, waar ik logeerde. Je wandelt dan in het donker met één oor luisterend naar onheilspellend geritsel.

De regio Sidemen wordt in de reisgidsen het echte Bali genoemd. Daar is alle reden voor. In die rustieke omgeving heb ik bij Hollandse vrienden een dag of tien doorgebracht in hun gastvrije huis aan de oever van de rivier de Unda in een prachtige natuurlijke omgeving tussen de rijstvelden en kokospalmen. De vrouwen dragen hun wasgoed op hun hoofd naar de rivier, waarin zij samen met de mannen en hun kinderen als Adam en Eva ook hun dagelijks bad nemen. Zowel de nauwe band tussen mens en natuur, het handwerk op het land en in huis, als de afwezigheid van vervreemdende mechanisatie en vervuilende industrie maken het tot een paradijselijk oord.

De rivier stroomt in de diepte langs het huis. De brug eroverheen is bijna een jaar geleden bezweken onder een te zwaar geladen vrachtwagen. De bevolking is echter creatief genoeg om te voet of met een scootertje over de ingestorte brug aan de overkant te komen. Lokale vissers vangen er vis met een stok en een visnet. In de ochtend zie ik vaak een eendenhoeder met een toom typische Bali-eenden langskomen en op de velden worden de rijst, de pinda's en de rode pepers met de hand geoogst. Ik ben er bevriend geraakt met een familie, waarvan de vrouwen er - als een van de weinige plekken ter wereld - nog de vermaarde dubbele ikat op een bijzonder ingewikkeld weefgetouw aan huis weven.

Tot slot heb je nog de honden op Bali. Semi-wildlife. Zwerfhonden, die links en rechts op de stoepen liggen en op de lokale markten hun kostje bij elkaar scharrelen. Meestal rustige dieren. Op een van de laatste dagen in Kerobekan liep er de hele dag zo'n hond met me mee. Af en toe sprong het trouwe dier enthousiast tegen me op. Aangezien  ik enkele dagen tevoren in Sidemen door een agressieve hond, die aan de ketting lag voor het huis waar ik logeerde, in mijn buik gebeten was, had ik wat gemengde gevoelens bij het volgzame dier. Mijn sympathie voor honden was even geluwd na dat bijtgrage mormel. Het beestje volgde me tot op de accommodatie waar ik verbleef en heeft de hele nacht voor de deur naast het zwembad gelegen. 's Ochtends was hij weg.

Hondsdolheid is een veel voorkomende en serieuze zaak op Bali, die zelfs mensenlevens eist. Gelukkig werd ik, met de hulp van de weversfamilie bij wie ik op bezoek was, snel en professioneel geholpen in een kleine goed uitgeruste kliniek in het dorp. De WHO - Wereld Gezondheid Organisatie - heeft een wereldwijd voorgeschreven protocol, dat ik in Nederland heb kunnen afmaken met hetzelfde vaccin als ik op Bali toegediend had gekregen. Een goede zaak. Ondertussen ben ik zo gepantserd door het rabies-vaccin dat ik met een gerust hart komende maand in januari Marjo en Liesbeth weer op kan gaan zoeken in het Krugerpark. Waarover later meer.

maandag 21 december 2015

Reuzenmanta's in de zeestraat tussen Bali & Lombok

Nusa Penida, Nusa Lembongan en Nusa Ceningan zijn drie kleinere eilanden gelegen in de Klungkung regio van Bali. De twee kleinste eilanden, Lembongan en Ceningan, hebben een verbinding via een voetgangers brug, die verder alleen voor scooters toegankelijk is.
De bevolking is van oudsher sterk verbonden met de zee. Vissen en, op Lembongan, het oogsten van zeewier, zijn belangrijke bronnen van bestaan voor de eilandbewoners. De tropische eilanden zijn vooral in trek bij toeristen die de ongerepte natuur van Bali zoeken maar daarbij het massatoerisme willen ontlopen. De onderwaterwereld rond de eilanden maakt deel uit van een koraallandschap, dat veel opgezocht wordt door ervaren diepzeeduikers.


Dat het ook een zeer populaire bestemming is om te snorkelen in de oppervlaktewateren, ontdekte ik ter plekke tijdens een verblijf op Lembongan. In het kleinschalige en zeer comfortabele resort, Komodo Garden, hoorde ik van Kaiden en Britta, die voor een weekje vanuit Perth, Australië, vakantie kwamen vieren op het eiland erg enthousiaste verhalen over "zwemmen met reuzenmanta's". Aanvankelijk had ik geen idee wat ik me daarbij moest voorstellen.
Reuzenmanta's - ik wist van de gruwelijke verhalen over het vangen en afslachten van deze dieren bij het afgelegen Indonesische vissersdorp, Lamakera - zie hiervoor de blogaflevering over Racing Extinction - om  de kieuwen ervan, die vermalen tot poeder voor een (nep)geneesmiddel, naar China geëxporteerd worden. De vissers van Lembongan weten precies waar de manta's zich ophouden en zijn inmiddels goed op de hoogte dat zij ook met eco-toerisme inkomsten kunnen genereren.  Een goede reden dus om deze initiatieven te steunen en me te laten leiden door mijn nieuwsgierigheid, die Kaiden en Britta opgeroepen hadden met hun enthousiaste verhalen.


Verder blijkt het allemaal erg snel en simpel te regelen. Op onze gehuurde scootertjes rijden Kaiden, Britta en ik naar Indo Divers om van daaruit nog een paar honderd meter te voet te gaan naar Mushroom Beach.

Aan het strand stappen we via het water in een van de vele lokale vissersbootjes met een high-speed buitenboord motor en even later racen we over de azuur blauwe wateren langs de grillige kusten van Lembongan. Op zich al een attractie!
De vissers van Lembongan kennen hun eiland al van kindsbeen af aan. Zoals wij weten wanneer en hoe laat de supermarkt open is, zo kennen zij het doen en laten van de manta's. Als geen ander verbonden met de natuur, weten ze waar en wanneer de manta's zich aan de kust bevinden. Vlak voor de kust van Penida zet de schipper de motor stil en springen we op zijn advies met een eenvoudige snorkel en een paar zwemvliezen overboord.

Hij had een paar flauwe schaduwen net onder de zeespiegel gezien. En ja hoor, ongelofelijk maar waar. Ineens zwemmen we tussen de reuzenmanta's. Het koele zeewater is glashelder, het zonlicht schijnt als door een gordijn gefilterd door het groenblauwe water. Eenmaal onder water is wat het meest opvalt: de oorverdovende stilte. Geruisloos en schijnbaar gewichtloos zweven de enorme zeedieren tussen talloze kleinere en kleurrijke vissen.

Diep onder de indruk van de toch ook wel enigszins huiveringwekkende ervaring, zwem ik tussen één van de grootste vissen in de zee. Reusachtige vleermuisachtige dieren glijden op langzaam klappende vleugels door het water. De vleugels zijn buikvinnen met een spanwijdte van zeven meter. Ik houd mijn adem in. Hoe zouden de dieren reageren op zo'n vreemde indringer in hun territorium? Ze zien er dreigend uit maar zijn ongevaarlijk en eten liever plankton dan mensen. Dat is dan wel weer geruststellend. Verder worden we geadviseerd om de roggen niet aan te raken, omdat daarmee de slijmlaag op de huid, die de roggen tegen parasieten beschermt, beschadigen kan.


De reuzenmanta behoort tot de Mobulidae, de mantaroggen en duivelsroggen, waartoe onder andere de soorten uit de Atlantische en Stille Oceaan behoren. Manta betekent 'deken' in het Spaans, wat op zijn brede, platte vorm slaat. Reuzenmanta's hebben geen vast territorium. Ze verzamelen zich alleen om te paren en soms om voedsel te vinden. Er wordt vermoed dat ze hun prooi in dichte scholen bij elkaar drijven, door samen te werken. De reuzenmanta eet zoöplankton (microscopisch kleine schaaldieren) en kleine vissen. Met alleen kleine tandjes in zijn onderkaak, vangt hij zijn voedsel door het uit het water te filteren. Bij het zwemmen gaat het water zijn openstaande brede rechthoekige bek in en door de kieuwen, onder aan zijn witte buik, weer naar buiten, waar kieuwzeven het voedsel tegenhouden. Hun prooi is zo klein dat deze gigantische roggen dagelijks enorme hoeveelheden kleine diertjes moeten eten.

Jonge reuzenmanta's springen vaak tot twee meter boven het water uit, waarna ze met een harde klap neerkomen. Dat moet een spectaculair gezicht zijn. Er zijn zelfs salto's waargenomen of twee of drie sprongen achter elkaar. Vermoedelijk maken zij die capriolen om zich van parasieten te ontdoen. Volwassen manta's komen slechts gedeeltelijk boven water, omdat zij vaak vergezeld worden door lipvissen, die de manta's helpen om de parasieten van hun huid te verwijderen. Elke manta wacht individueel op zijn beurt om door deze kleine vis te worden behandeld.


In de paartijd verzamelen reuzenmanta's zich bij tropische riffen om te paren. Het mannetje achtervolgt het vrouwtje tot ze, na een halfuur, langzamer gaat zwemmen. Voor het paren bijt hij zich in één van haar vinnen vast. Nadat ze met een tweede mannetje heeft gepaard, verlaat het vrouwtje het rif. De jongen ontwikkelen zich in de moeder en worden levend geboren. Ze zijn dan in een soort van envelop gewikkeld, die gevormd wordt door hun zijvinnen. Ze maken zich al snel vrij en zijn dan direct onafhankelijk. Hun gewicht verdubbelt in het eerste jaar, maar ze verlaten de ondiepe wateren pas enkele jaren later.

De wetenswaardigheden over de manta komt van de Belgische site: WorldExplorer.
De onderwaterfoto van de sportieve snorkelaar met de manta is gemaakt door Kaiden.


vrijdag 30 oktober 2015

Racing Extinction ?

The Cove is een documentairefilm uit 2009 over de dolfijnenjacht in de Japanse cultuur. In 2010 werd de documentaire bekroond met de Oscar voor Beste Documentaire. Deze film is een oproep van een groepje oceaanactivisten, die zich de Oceanic Preservation Society noemt, om de Japanse visserij in de baai van Taiji te veranderen en het publiek te informeren over het toenemende gevaar van kwikvergiftiging in dolfijnenvlees. Het vlees van deze dieren wordt in Japan verpakt en verkocht als walvisvlees, dat zeer populair is bij Japanners. De meest aaibare dieren worden als 'Flipper' verhandeld op de entertainment-markt aan zeeaquaria en dolfinaria.


De film wordt verteld vanuit het oogpunt van de milieubeschermers en benadrukt het feit dat het aantal dolfijnen dat in Taiji gedood wordt/werd groter is dan het aantal walvissen dat rond Antarctica gedood wordt, jaarlijks rond de 23.000 dolfijnen en bruinvissen.



De bekroonde documentaire is een voorbeeld van een succesvolle actie tegen misleiding van consumenten en onnodig wreed dierenleed. Sinds de vertoning ervan worden er geen dolfijnen meer gedood in de baai van Taiji.

De documentairemakers hebben zich na The Cove gestort op een nieuw en groots project Racing Extinction, 'voortsnellende uitroeiing'. In de wordingsgeschiedenis van onze planeet is het verdwijnen van diersoorten niet nieuw. Er is al eerder sprake geweest van massa-extinctie. Al vijf keer eerder heeft de aarde een wereldwijd het massaal uitsterven van veel verschillende soorten organismen moeten overleven. De laatste keer, zo'n 65 miljoen jaar geleden, hebben plotseling alle dinosaurussen, rudisten, en ammonieten die het toenmalige land en de oceanen bevolkten, het loodje gelegd. Over de oorzaken hiervan wordt veel gespeculeerd. Als een van de meest geaccepteerde oorzaken wordt een kosmische ramp voorgesteld. Een botsing van de aarde met een ander hemellichaam of een meteoorinslag, die een plotselinge en ingrijpende klimaatverandering inzette.

In Racing Extinction wordt gesproken van een zesde massa-extinctie. Hierbij gaat het deze keer niet om een 'natuurlijk' uitsterven van de verschillende diersoorten, maar om een massale uitroeiing waarvoor de mens zelf verantwoordelijk is. Dat is uiteindelijk een pijnlijke en moeilijk te verteren boodschap.



Het gaat de filmmakers om bewustwording van het probleem. Ze richten hun camera's op 'pijnlijke plekken', leggen 'ongemakkelijke situaties' bloot en confronteren de toeschouwers genadeloos met de rampzalige gevolgen van een door commercie en louter winstbejag aangedreven wereld en het daarmee samenhangende consumptieve gedrag. De mens als homo economicus!

"Heeft dat nut, zo'n film?" vragen cynici zich hardop af.
"Ja", zeggen de milieuactivisten van de Ocean Preservation Society, "volgens een Japans gezegde kun je met een kaarsje de duisternis verdrijven".
In de documentaire wordt de wrede en illegale visserij op reuzenmanta's in het Indonesische dorpje Lamakera onverbiddelijk tegen het licht gehouden. Het doden van de duivelsrog voorziet bijna de hele dorpsgemeenschap van een vast inkomen. Het is de vissers enkel om de kieuwen van de rog te doen, die vermalen tot roggemeel veel geld als geneesmiddel opbrengen op de Chinese markt.

Een kaars opsteken voor verlichting!
Dat is toch onzin in een tijd waarin elektrisch licht tot de mogelijkheden behoort?
Op een groot scherm wordt de wondere onderwaterwereld voor de kust van Lamakera in beeld gebracht om de vissers duidelijk te maken dat er ook geld te verdienen valt met onderwater-toerisme, waarbij reuzenmanta's of hamerkophaaien levend te zien zijn.

En dat werkt!
Net zoals de projectie van bedreigde dieren op het Empire State Building in New York City.
Mensen zijn gefascineerd door de giga-grote en imponerende beelden van de panter, de blauwe vinvis, walvishaaienroofvogels en andere prachtdieren uit de natuur.
Achteloze voorbijgangers houden hun pas in en blijven ademloos staan staren naar de prachtig oplichtende beelden in de duisternis!

Het is 'maar' een kaarsje in de nacht, maar het doet wel wat!
De documentairemakers is er alles aan gelegen om de weergaloze schoonheid van de ons omringende wereld in beeld te brengen en duidelijk te maken dat wij daar zelf - met ons doen en laten - deel van uitmaken. Zoveel moois doet er zelfs bij de meest verstokte cynicus en onheilsprofeet - tenminste even - het zwijgen toe.

De wereldpremière van Racing Extinction is op 2 december 2015 te zien op Discovery Channel. Het Wereld Natuur Fonds noemt het een wake-up call voor iedereen die met de natuur begaan is. Hierbij alvast een voorproefje:


Op 18 tot en met 29 november 2015 wordt de film vertoond op het Idfa-festival in Amsterdam.

zaterdag 24 oktober 2015

It's a hard live out there in the jungle

Soms hoor je wel eens zeggen dat je in onze samenleving je hoofd niet boven het maaiveld uit mag steken. Dat kan je de kop kosten. Niet doen dus. Niet bepaald een opsteker om origineel te zijn en je te onderscheiden of een stimulans om je talenten te ontplooien.

Ik houd het op letterlijk 'laag-bij-de-grondse' en cynische zwartkijkers, die dat verkondigen. Het lijkt me juist een goede zaak om zo nu en dan je nek uit te steken. Hoe wil je anders mooie vergezichten en onvergetelijke panorama's in beeld krijgen?


Op je hoede zijn, dat lijkt me wel een goed advies. Voorzichtig, zonder bang te zijn, je nek uitsteken dus. In de jungle, waar uitsluitend de wet van de sterkste telt, wordt argeloosheid onverbiddelijk afgestraft. Op je 'qui vive' zijn is een voorwaarde om te kunnen overleven. Dieren in de natuur hebben hebben in de loop van de evolutie een breed palet aan overlevingsstrategieën ontwikkeld. Snelheid, behendigheid, maar ook slimheid en listige trucjes dragen allemaal bij aan overlevingskansen.
FFF of te wel fight, flight or freeze, dat zijn - kort en bondig - de drie meest gebruikte tactieken om leven en nageslacht veilig te stellen. Vechten, vluchten of 'bevriezen'. Vechten en vluchten liggen voor de hand. De derde optie komt in de praktijk misschien wel het meest voor. Dit is in feite een slimme uitweg om de confrontatie met al te grote en gevaarlijke tegenstanders uit de weg te gaan. Wie niet sterk is moet slim zijn, luidt het gezegde. Het beoogde slachtoffer krijgt - als bij 'sta of ik schiet' - een tijdelijke escape. Zoiets als een onderhandelingspositie.

Dieren camoufleren zich, zoals een kameleon die zich met het verwisselen van kleur, aanpast aan zijn omgeving. Zij doet daarmee alsof ze niet gezien wordt en waant zich onzichtbaar. 'Net-doen-alsof' is een slimme strategie. Niet wegrennen als je bang bent is een vergelijkbaar tactisch dieren gedrag. De 'blijf-zitten-waar-je-zit-en-verroer-je-niet' strategie is net doen alsof je dood bent en wil vaak overlevingskansen vergroten. 'Bevriezen' dus.

Het filmpje van Frank brengt de drie basis-strategieën mooi in beeld: aanvallen, op de vlucht slaan en schijndood blijven liggen. De lachende derde is de antilope, die de levensreddende bevries-tactiek succesvol in stelling brengt.




Het volgende filmpje is ook door Frank opgenomen, tijdens een reis door Kenia, die hij begeleidde. In deze opname toont de koning der wildernis zich als de onbetwistbare vechtersbaas van de jungle. Aangezien de 'wildernis' hier veel weg heeft van een file bij Oude Rijn tijdens het spitsuur, dringt zich onmiskenbaar een zekere gelijkenis met de jungle op.



De moraal van het verhaal: Wees op uw hoede.

( Zoek de overeenkomsten met de dagelijkse praktijk in 'de grote-mensen-wereld'. )

zaterdag 10 oktober 2015

Langs de zuidkust van Sri Lanka

Het is nu al weer ruim een maand geleden. Eind augustus is het reisgezelschap van Wereldcontact uit Sri Lanka teruggekeerd.

Voor dit laatste deel van de rondreis over het eiland stond onder meer Galle op het programma. Deze stad is vooral bekend geworden vanwege de 16e eeuwse handelsroutes over zee. Uit die tijd dateert het Hollandse Fort van de VOC. Het imposante fort van de Verenigde Oost-Indische Compagnie met alles wat erbij hoort beslaat ruim 90 hectare en is een toeristische trekpleister van de eerste orde. Vooral natuurlijk voor de Hollanders, die er wat ( oude en achterhaalde ) nationale trots willen opsnuiven.

Langs de zuidkust van het eiland vormen verder de paalvissers altijd een bijzondere attractie. Met een motorische behendigheid, waar een professionele circusacrobaat jaloers op kan worden, vissen paalvissers met schijnbaar het grootste gemak van de wereld hun kostwinning op uit de zee aan de kust van de Indische Oceaan. Uit ervaring weten de vissers dat het werpen van netten de vissen kunnen verjagen.  Ze zijn van kindsbeen af aan erin getraind om uren stil te zitten wachten op voorbij zwemmende vissen. Het is een uitstervend beroep aan het worden. Tegenwoordig vissen zij meer op toeristen, die tegen een geringe vergoeding het ook eens mogen proberen. Zo'n foto is natuurlijk altijd leuk voor het thuisfront.

De zee geeft en de zee neemt. Dat weten ze hier langs de kust maar al te goed. De hele wereld werd op de 2e kerstdag van 2004 opgeschrikt en - op afstand - deelgenoot van de vreselijke catastrofe, die in Sri Lanka alleen al de levens van 40.000 mensen opeiste. De tsunami van 2004 staat nog vers in het geheugen gegrift van de meeste kustbewoners. Er is ter  plekke een Tsunami-museum opgericht met een simpel gedenkteken om de ramp te ontrukken aan een dreigende vergetelheid - die al snel op de loer ligt.

Op de onderstaande foto is aangegeven hoe ongelofelijk hoog het water in die dagen stond.

"Het komt allemaal wel heel dichtbij, wanneer we de verhalen horen van een oudere vrouw", vertelt Liesbeth. "Je weet natuurlijk wel wat er gebeurd is. Dat is allemaal breed uitgemeten geweest in het nieuws, maar wanneer je de mensen zelf hoort spreken over hun eigen verlies aan dierbaren, de enorme aantallen verdronken familieleden en vrienden, dan daar word je wel heel stil van. Het museum geeft op eenvoudige wijze met teksten en foto's de rampzalige gebeurtenissen van die dagen indrukwekkend weer. Het is misschien juist die eenvoud, waarmee het verhaal door de nabestaanden zelf verteld wordt, die zoveel indruk maakt. Iedereen was er door aangedaan."


Sri Lanka staat bekend om haar enorme biodiversiteit. De bevolking die niet in de dichtbevolkte steden woont, leeft dicht bij de natuur en is daar ook erg begaan mee. Dat blijkt onder meer uit het schildpadden-opvangcentrum, dat bezocht werd door het reisgezelschap. Dit is een particulier initiatief. Er worden uit voorzorg schildpad-eieren gekocht van "verzamelaars", opdat ze niet voor consumptie gebruikt worden. Schildpaddensoep is namelijk een geliefde lekkernij in de stad. Vervolgens worden de eieren uitgebroed en de schildpadjes weer terug in zee geplaatst. Een mooi staaltje van 'natuurlijke recycling'.
Verder worden er ook gewonde schildpadden opgevangen. Dieren die slachtoffer geworden zijn van bijvoorbeeld boten waarbij zij in de schroef van het schip terecht zijn gekomen en een vin ( of poot? ) missen. Soms raken er ook schildpadden verstrikt in zwerfvuil op zee.

Voor Marjo, die de reis begeleidde, en Liesbeth is Sri Lanka bekend terrein. Niet alleen omdat De Parel van Azië, zoals het eiland poëtisch betiteld wordt, de favoriete bestemming van Marjo is, maar ook vanwege de filmopnames die gemaakt zijn voor Oerkracht in het Wild waar Marjo en Liesbeth intensief aan mee gewerkt hebben.

Een oude bekende is Rambo, de olifant die vaak vaak buiten het Udawalawe Park bivakkeert en vlak achter een omheining langs de autoweg de aandacht trekt van voorbijgangers. Hij is een plaatselijke attractie geworden en wordt nog steeds door toeristen gevoerd, wat eigenlijk absoluut niet de bedoeling is. Dat leidt vaak tot gevaarlijke situaties voor het verkeer op de weg en dat is weer een zorg voor dr. Vijitha, de dierenarts van het Elephant Transit Home.

Elephant Transit Home ligt naast het Udawalawe Park en is een verzorgingshuis voor verweesde en gewonde olifanten.

Hier krijgen alle opgenomen olifanten dagelijks hun portie melk en voor de oudere dieren is er vast voedsel. Tijdens die voedertijden kunnen belangstellenden tegen een geringe entree-vergoeding komen kijken. Daar wordt veelvuldig gebruik van gemaakt en het helpt het ETH aan de nodige extra inkomsten. Er worden gemiddeld zo'n 40 olifanten verzorgd. Het merendeel bestaat uit jonge dieren, die vaak door hun moeder in de steek zijn gelaten of waarvan de moeder overleden is. Soms verstoten olifantenkoeien hun jongen wanneer ze die niet kunnen voeden.

Hier leren de olifanten weer om te gaan met soortgenoten en wanneer ze weer voldoende op krachten zijn gekomen worden ze meestal groepsgewijs in het nabij gelegen park vrij gelaten. Dat het een succesvol programma is blijkt uit de gegevens die dr. Vijitha via GSM-apparatuur opvangt van de dieren die met een digitale halsband terugggebracht worden in de natuur.

Bij het Transit Home ontmoeten Marjo en dr. Vijitha elkaar weer in levende lijve na hun laatste contact tijdens de filmopnames voor Oerkracht in het Wild, die in Nederland in 2014 op televisie is geweest.
Marjo kan Vijitha de opbrengsten van de Olifanten Markt, die in Dierenpark Amersfoort is gehouden, overhandigen. Het geld is ruim voldoende voor een nieuwe keuken voor de olifantenverzorging!
Vijitha van zijn kant biedt Marjo een door hem geschreven biografie aan over zijn werk als voorvechter voor het behoud van en de zorg voor olifanten in Sri Lanka.
Allebei blij, dus.


Hierbij is de WereldContact-reis naar de Parel van de Indische Oceaan ten einde gekomen. Met dank aan Liebeth voor haar persoonlijke reisverslagen en aan Hennie voor haar ( talrijke ) taalcorrecties waardoor deze blog steeds weer in keurig Nederlands  op de site verschijnt.

P.s.
Tenslotte, om misverstanden te voorkomen, nog een correctie op het bovenstaande bericht. Van Dr Vijitha hoorde ik dat het geld dat Marjo hem overhandigde ( $ 800,00 ) in overleg met Marjo besteed is aan de distributie van zijn boek over het ETH op de schoolbibliotheken in Sri Lanka en dus niet aan de keuken. Voor educatie dus dat is minstens zo belangrijk zo niet belangrijker.

zondag 30 augustus 2015

De dag van de olifant in Kandy

What's in a name? verzucht Julia in Shakespeare's Romeo en Julia, wanneer de naam van haar geliefde verbonden blijkt met een rivaliserende familie. Dingen zijn zoals ze zijn, lijkt Gertrude Stein in 1913 te willen zeggen met de - waarschijnlijk meest aangehaalde - tekst uit haar gedicht Sacred Emily:
"A rose is a rose is a rose is a rose".

Wanneer je ter wereld komt met de voorletters MA... Ho... dan kan het niet anders dan dat het een teken is: als MArjo HOedemaker ben je in de wieg gelegd als MAHO...UT. Mahout in Holland!
Gisteren stond de dag voor de reizigers met Wereldcontact in het teken van de olifant. Marjo is tijdens de 'Esala Perahera' in Kandy dan ook helemaal in zijn element. Vandaag is de dag van de voorbereidingen, een soort 'try out'. Het festival is een eerbetoon aan Boeddha's belangrijkste relikwie, de Heilige Tand. Het is een fantastisch schouwspel voor de duizenden toeschouwers wanneer de Heilige Tand van Boeddha wordt rondgedragen door Kandy. Honderden dansers, vuuracrobaten, slangenbezweerders, zwaardvechters en trommelaars vergezellen vijf dagen lang de kleurrijk aangeklede olifanten tijdens de middeleeuws aandoende optocht vanaf de Tempel van de Tand - een van de belangrijkste heiligdommen in Sri Lanka. Dagelijks dag komen er meer pelgrims bij en wordt de processie langer.

Liesbeth: In de ochtend hebben we Dalada Maliqawa de Tempel van de Tand bezocht in Kandy. Er werd druk gepoetst en geschrobd vanwege de aanstaande Parehera. Alles wordt in gereedheid gebracht voor de grote dag. Olifanten staan her en der braaf in de wacht. Mahouts zijn in de weer om de hun toevertrouwde dieren te wassen en op hun gemak te stellen. Olifanten zijn gek op water. Prachtig geborduurde kleden, opgesierd met glinsterende edelstenen om de olifanten aan te kleden liggen klaar. Op en top bling-bling. Kosten noch moeite worden gespaard om de lievelingen van het publiek op te tuigen. Zelfs slierten met led-verlichting doen mee - dat geeft in de avond en de duisternis van de nacht een spectaculair effect.

Ondertussen steken Jos, Helma, Bart en Henk - gasten in ons WereldContact-gezelschap - nog even een helpende hand uit bij het wassen en boenen. Ze willen erg graag met een olifant op de foto. Dat regelt Marjo natuurlijk wel snel eventjes ....
Na de lunch weer terug naar de stad, we moesten er op tijd zijn. Na vier uur is het bijna niet meer mogelijk de stad in te komen. Alles afgezet en een enorme drukte. Overal zitten er al mensen met plastic zakken op de grond. Zodoende is het trottoir ook niet meer begaanbaar. De vrouwen gaan eerst nog even shoppen, terwijl de mannen nog een keertje naar de tempel willen om olifanten te bekijken.


Voorafgegaan door knallende zweepslagen, begint iets na zevenen - de schemering is al ingevallen - het ruim drie uur durende spektakel. We zijn al snel in de ban van de dansers en het snoeiharde getrommel. Ik tel 77 ( letterlijk ) schitterend aangeklede olifanten. Iemand anders komt tot 79. In ieder geval veel dus, héél veel.
Pas rond middernacht, wanneer we terug zijn in het hotel, is - net als bij Assepoester - de betovering verbroken
.

Een dag later zitten we in Nuwara Eliya dat vanwege de door de Engelsen geëxploiteerde theeplantages ook wel Klein Engeland wordt genoemd. Het theegebied ligt op ongeveer 2.000 meter hoogte. De glooiende groene hellingen bieden een geweldig uitzicht, maar het is er bar koud. Toch gaan we dapper op sightseeing en bezoeken twee watervallen met de trein. Op zich een mooi lokaal avontuur, maar de timing was niet de beste. Het blijkt een poya-day te zijn. Poya is voor boeddhisten, die de maankalender volgen, een heilige dag - een holy day. Holiday dus, iedereen is vrij en de treinen zijn tjokvol. Als sardientjes in blik genoten we van het voorbij glijdende panorama.

Na het treinavontuur zijn we met een paar mensen nog het stadje gaan verkennen en hebben een plaatselijke kleding markt bezocht. Volop 'neppers' te kust en te keur. Als praktische Hollanders gingen we voor warme oren en besteedden onze rupee's aan lekker warme fleece mutsen.


Poya-day betekent overigens ook dat er geen alcohol geschonken wordt. Nergens, dus ook niet in het hotel. Nou wil het geval dat dit al voor de vierde keer voorkwam op onze reis. Eerst omdat er verkiezingen waren, dan twee dagen met de Parehera en nu vanwege Poya-day. Lastig, voor wie op tijd een alcoholische versnapering gewend is. Voor Wil hebben we een goede fles wijn gekocht. Tijdens het diner wordt die aangeboden vanwege zijn verjaardag, dan kan hij met zijn vrouw Jeanette een feestje bouwen op zijn kamer.

Voor morgen staat het Udawalewe National Park op het programma met een bezoek aan het Transithome, waar wees-babyolifantjes opgevangen worden. We overnachten in Embilipitiya, een behoorlijk grote stad in het zuiden van Sri Lanka.

Tot zover, groetjes
Liesbeth




vrijdag 28 augustus 2015

Met Wereldcontact naar Sri Lanka

Marjo en Liesbeth zijn weer op pad met WereldContact. Deze keer is de bestemming de eilandstaat Sri Lanka ofwel de Parel van het Oosten, zoals het voormalige Ceylon ook wel genoemd werd door de avonturiers en zeevaarders.
Liesbeth vertelt:
"Gisteren, woensdag 26 augustus, was een drukke dag. Op het programma staat een bezoek aan het tempelcomplex van Dambulla. Dit bestaat uit de Gouden Tempel en de erboven gelegen Rots Tempel. Het is een boeddhistisch heiligdom dat dateert van vóór de christelijke jaartelling. Enkele reisgenoten zagen op tegen de klimpartij naar boven. Maar het geklauter loonde ruimschoots de moeite. We hebben er toch zeker wel drie uur doorgebracht".

"Vervolgens kregen we een verkorte cursus 'Creatief met kokosnoot'. Ongelofelijk wat je allemaal met een kokosnoot kan. Het vruchtvlees, de melk, de bast en de harige buitenkant van de noot, alles wordt gebruikt. Melk en olie bij de maaltijd in, soepen - brood - koeken - cake -taarten - pudding - ijs, noem het maar op. Daarnaast als schoonheids- en gezondheidsproduct, als crème en olie tegen zonnebrand. Kokoswater is super gezond en lest de dorst prima. Dit is steriel water dat wil zeggen volkomen bacterievrij. Het heeft dezelfde electrolytische balans als mensenbloed. In de Tweede Wereldoorlog werd kokoswater gebruikt als vervanger van bloedplasma door artsen die gestationeerd waren in het Pacifisch gebied.
In de tropen wordt de kokospalm van kruin tot wortel gebruikt, niets wordt weggegooid. De bladeren, nerven, het hout allemaal bruikbaar voor de huizenbouw en de inrichting ervan. Denk maar eens aan kokosmatten".


"Op de weg terug naar Kandy werden we tijdens een bezoek aan een lokale 'spicegarden' ingewijd in de geheimen van de natuurgeneeskunde Ayurveda. Deze natuurgeneeskunde, die van het subcontinent van India afkomstig is, maakt voor haar medicijnen, zalfjes en drankjes uitsluitend gebruik van planten, kruiden en mineralen uit de omringende natuur. De biodiversiteit van Sri Lanka is uniek en leent zich uitstekend voor deze geneeswijze. Iedereen raakte enthousiast. Zeker toen we allemaal nog getrakteerd werden op een nekmassage. De heren moesten wel ( gedeeltelijk ) uit de kleren. Dat bleek als verkoopstrategie van producten uit de kruidentuin prima te werken."

"Op ongeveer 30 kilometer afstand van Kandy ligt Matale. Sri Lanka heeft een multiculturele samenleving. Naast het overwegend voorkomende boeddhisme kent het land van oudsher ook het uit India afkomstige hindoeïsme en verder komt ook islam en christendom voor. Matale stad staat bekend vanwege haar hindoeïstische tempel. Een bijzonder kleurrijk bouwwerk, dat nog niet zo lang geleden helemaal opgeknapt is. Het hindoeïsme kent honderden goden en godinnen in allerlei verschijningsvormen en in heel veel verschillende gedaanten, waarbij olifanten en koeien heel populair zijn. De tempel is uitbundig versierd met een bonte verzameling van goden. Een bezoekje meer dan waard".


"In Kandy nemen we de tijd voor een douche en een klein wasje. We verblijven twee nachten in een comfortabel hotel, erg luxe met overvloedig veel o zo lekkere hapjes en toetjes. We kunnen ons hier goed voorbereiden op het volgende evenement: de wereldberoemde Kandy Esala Parehera, een spektakel van jewelste.
Liesbeth.
"

donderdag 20 augustus 2015

Global March for Elephant, Rhino's & Lions

Zaterdag 3 oktober 2015 wordt voor de 2e keer de GLOBAL MARCH FOR ELEPHANTS, RHINOS & LIONS gelopen. In ons land start de mars bij het Centraal Station in Amsterdam.

Iedere 15 minuten wordt een olifant vermoord om zijn ivoor. De neushoorn wordt afgeslacht voor zijn hoorn en de leeuw, de koning der wildernis, wordt ernstig bedreigd door de jacht en het verschrikkelijke ‘canned hunting‘, waarbij toeristen in een afgezet gebied leeuwen mogen afschieten. Hier is Cecil het slachtoffer geworden. Het verdwijnen van deze grote zoogdieren uit het ecosysteem door toedoen van jacht, stroperij, illegale handel en andere menselijke activiteiten kunnen we niet verantwoorden tegenover ons geweten en toekomstige generaties.

Onze hoofdstad is één van de vele wereldsteden waar op 3 of 4 oktober de GLOBAL MARCH FOR ELEPHANTS, RHINOS & LIONS wordt georganiseerd als krachtig signaal klinkt tegen slachting en illegale handel in producten van ernstig bedreigde olifanten, neushoorns en leeuwen. 3 oktober is de dag, meld je aan voor deelname, deel dit bericht op sociale media en zeg het voort!

Een wereld zonder deze dieren is een eenzame plek

Marjo gaat GLOBAL met zijn nagelactie

Steun de ludieke nagelactie en draag een steentje bij aan de bewustwording dat dierproducten van olifanten, neushoorns en leeuwen geen enkele waarde hebben. Niet als medicijn, noch als beeldjes, sieraden of andere snuisterijen.

Het moge duidelijk zijn dat hoorn, botten en ivoor geen heilzame werking hebben. Desondanks worden dagelijks neushoorns, olifanten en leeuwen afgeslacht voor medicinaal gebruik in Azië of als siervoorwerp. Om aan te geven hoe kostbaar de levens van deze dieren zijn kun je nu jouw nagels afstaan. Die bestaan immers uit hetzelfde materiaal als hoorn: keratine. Onze nagels staan ook symbool voor beenderen en ivoor. Beenderen van leeuwen, waar ‘medicinale’ wijn of cake van wordt gemaakt, of ivoor dat naast traditionele medicijnen voor souvenirs wordt gebruikt. Zinlozer kan het niet.

Om hier de aandacht op te vestigen is Marjo Hoedemaker van de Marjo Hoedemaker Elephant Foundation begonnen met het inzamelen van nagels. Deze mogen ook afkomstig zijn van dieren wiens nagels net geknipt zijn. Deze ludieke actie zal beslist veel aandacht krijgen en daarom geldt: hoe meer nagels des te beter! We rekenen op kilo’s nagels, die op maandag 5 oktober aanstaande worden aangeboden bij de ambassades van China en Vietnam in Den Haag. Tijdens de Global March op 3 oktober in Amsterdam is het mogelijk om nagels in te leveren, maar je kunt ze ook opsturen naar één van de onderstaande adressen.



Sta ook jouw nagels af en help deze bedreigde dieren!

Adressen:

St. Bevordering Huisdierenwelzijn
Kolkweg 1,
1606 MJ Venhuizen

St. Zuiderzee Zwerfdieren
Jol 11-22,
8243 ED Lelystad

St. SPOTS
Spinetstraat 76,
4876 XT Etten-Leur

Dierenpark Amersfoort
o.v.v. Nagelactie
Barchman Wuytierslaan 224,
3819 AC Amersfoort


Er is voor deze actie een flyer beschikbaar. Deze kun je hier printen door op onderstaande afbeelding te klikken:


maandag 10 augustus 2015

Kat-achtige moeders

Als reactie op de alom populaire, overdreven knuffel- en vertroetelopvoeding door jonge ouders van hun kleine prinsjes en prinsesjes, propageren de nieuwe pedagogen tegenwoordig de ´leeuwinnen-moeder-methode´: dat kleine grut moet bij hun nekvel genomen worden! Verwende kinderen worden onuitstaanbare volwassenen, is de gedachtegang. Drastische maatregelen nemen is het recept voor de kids, die niet willen luisteren.'Katachtige moeders' in de natuur doen dat overigens niet zo draconisch als het lijkt.


Het is zelfs juist vertederend te zien hoe deze leeuwin haar pasgeboren welp helpt oversteken op een van de ongebaande paden in het Krugerpark. Hermann Rafalzik laat dat prachtig zien in zijn video, die in mei 2015 opgenomen is op de weg van Crocodile Bridge naar Malelane Gate. Deze video is echter niet meer op YouTube beschikbaar. Hiervoor in de plaats het volgende filmpje.



Een leeuwin is ongeveer 3,5 maand drachtig en kan tot wel 4 welpen tegelijk ter wereld brengen, maar een nest van 2 of 3 komt het meest voor.
De moeders van de jonge welpjes sluiten zich bij tussenpozen aan bij hun soortgenoten. De meeste tijd echter blijven ze in de buurt van hun jongen, die zij ongeveer 6 weken in de dichte bush verborgen houden totdat zij oud genoeg zijn om zich bij de groep aan te sluiten. Tijdens deze 6 weken drinken de welpen uitsluitend moedermelk en zijn ze in alle opzichten volledig afhankelijk van mammie. Zij beginnen met vlees te eten wanneer ze ongeveer 6 weken oud zijn, maar worden daarna zeker nog 6 maanden door de moeder verzorgd. Tot hun 2e levensjaar zijn ze afhankelijk van de moeder. Leeuwinnenmoeders in een groep verzorgen elkaars nakomelingen. Dit sociale gedrag is echter in de praktijk minder onbaatzuchtig dan het lijkt, omdat leeuwinnen alleen het kroost van hun meest nabije familieleden verzorgen, namelijk de kinderen van dezelfde vader. De kleintjes van verdere familie jagen ze weg, evenals wanneer die welpen ouder zijn dan haar eigen welpen.


Wanneer er onverhoopt een nest verloren gaat, zijn de leeuwinnen binnen een week opnieuw vruchtbaar. Anders kunnen zij weer drachtig worden wanneer de welpen minstens anderhalf jaar oud zijn. In situaties waarin de moeder haar jongen niet kan verzorgen zal ze haar jongen glashard in de steek laten. Hier geldt de wet van de jungle: the survival of the fittest! Moeders dienen in topconditie te zijn en te blijven, want als de zorg voor de welpen ten koste gaat van haarzelf dan zal dat onvermijdelijk de dood voor zowel moeder als kind tot gevolg hebben.

Zowat het meest vertederende en aandoenlijke dat je als bezoeker van het Krugerpark kunt meemaken, is een leeuwin met haar jongen te zien. Je moet geluk hebben. Maar dat het bestaan voor een leeuwenfamilie zo onverbiddelijk hard is realiseer je je nauwelijks bij het aanschouwen van zoveel pril geluk.
Ik vermoed ( mag athans toch hopen ) dat de heren/dames opvoedkundigen nou ook weer niet een 'survival of the fittest' voor ogen hebben, wanneer ze het over de 'leeuwinnen-moeder-methode' hebben.

woensdag 22 juli 2015

Hup-saké

In Japan is saké bij ceremoniële aangelegenheden favoriet; het heeft daarom de status gekregen van 'nationaal drankje'. Het is rijstwijn, die warm wordt gedronken. Overigens is het een knap sterke versnapering die onverdund 18% tot 20% alcohol bevat. Het is wellicht daarom dat het in kleine bekertjes gedronken wordt. Maar vele kleintjes tezamen hebben niettemin een duizelingwekkende en vaak creatieve uitwerking - ook op het bewustzijn van de als 'nuchter' bekend staande Japanners.
Het geniale idee van een zwembad voor olifanten is vast in die omstandigheden geboren tijdens de zoo-directievergadering:
"Good idea sir, a swimming pool for the elephants! Hup-saké!"

Shizuoka ligt aan de voet van het Fuji gebergte en heeft een inwoneraantal van 717.000. De Nihondaira Zoo in Shizuoka heeft een unicum in de wereld gerealiseerd: een heus zwembad voor zijn olifanten. Het bad is 65 meter lang en net zo breed als een rivier in de jungle. Bijzonder daarbij is dat het bad glazen zijpanelen heeft zodat bezoekers de dieren onder water kunnen zien zwemmen. Voor de verzorgers is het zicht van de dieren onder water tevens een goed controlemiddel of de motorische activiteiten van hun troeteldieren nog in orde zijn.

Het is algemeen bekend dat olifanten kunnen zwemmen, maar in dierentuinen komt het er eenvoudig niet van, simpelweg omdat een poel of een plas meestal niet voldoende diep is om kopje-onder te gaan. De dikhuiden zijn dol op water. Vaak worden ze in dierentuinen vooral bij warm weer met de tuinslang of de brandslang nat gehouden en ze vinden dat heerlijk. Het is echter niet bekend of olifanten ook in de jungle 'bommetjes' maken, maar bij een plons - hupsakee - het bad in, genieten ze zichtbaar.
Het is de dierenverzorgers al wel opgevallen, dat de olifanten na 4 baantjes zwemmen beduidend meer eten.



Overigens is in de Leipzig Zoo ook een zwemmende olifant onder water te zien - getuige dit Youtube filmpje van 2 jaar geleden.



zaterdag 11 juli 2015

Hurtigruten van Kirkenes naar Bergen

De busrit van de Polarlys naar de Noordkaap is een 'eenzaam avontuur'. Onderweg komen we meer - in het wild levende - rendieren tegen dan mensen. Boven de poolcirkel wonen 400.000 Noord-Noren, die op de toendra's al eeuwenlang de meest noordelijke beschaving ter wereld vormen. Onderweg stoppen we kort bij de Sami-versie van Frau Antje uit Volendam. In zijn eentje met een albino rendier, dat zonder bescherming niet zou overleven, vertegenwoordigt hij de Sami-bevolking. De Samen of Sami zijn een van oorsprong nomadisch volk dat het Noord-Europese Lapland bewoont. Ze zijn ook bekend onder de naam Lappen.

De Sami - zij beschouwen het als een belediging om met 'Lappen' aangesproken te worden - leven verspreid over het Russische Kola-schiereiland en Fins en Zweeds Lapland tot Noord-Noorwegen. Slechts 10% van de Sami-bevolking leeft van het houden van rendieren. Dat zijn 2.800 Sami, waarvan er 2.100 in Finnmark, de noordelijkste provincie van Noorwegen, leven. Zij bezitten 200.000 rendieren. In de winter zoeken de rendierkuddes hun mos door met hun hoeven de sneeuw van het bergplateau weg te krabben. Tijdens de zomer grazen ze in de kustgebieden en op enkele eilanden, waar de herders hun tentenkampen opgeslagen hebben, zoals bijvoorbeeld hier bij de Noordkaap.


Na opnieuw een indrukwekkende nachtelijke midzomerzon, de foto is om 01.00 uur genomen, stevenen we de volgende ochtend af op Hammerfest, dat al eeuwenlang de 'noordelijkste stad ter wereld' wordt genoemd. Ze ligt op dezelfde breedtegraad als Point Barrow van Alaska. In 1789 kreeg dit dorp de status van 'handelsstad', toen de handelsmonopolies langs de kust ontbonden werden. De 40 bewoners werden toen vrijgesteld van belastingen.
Op de terugweg vanaf Kirkenes in zuidelijke richting naar Bergen doet de Polarlys die havens overdag aan, die in de noordelijke richting 's nachts gepasseerd zijn. In totaal wordt er op de heen- en terugweg bij 34 havens aangelegd.

Er ontstaat enige opwinding onder de passagiers wanneer door de omroepinstallatie de mededeling klinkt dat de kapitein op de brug een walvis gesignaleerd heeft. Met het fototoestel in de aanslag wordt de zee afgetuurd op enige rimpeling. Het moet een machtig gezicht zijn alleen al de staart boven het wateroppervlak uit te zien komen. Het blijkt evenwel helaas loos alarm, maar het idee dat het had gekund ....... zorgt al voor ruim meer deining aan boord dan de vermeende walvis in zee.

Bij Svolvær, de hoofdstad van de Lofoten archipel, stappen we over op een kleinere en snellere boot. We hebben een zee-arend safari geboekt. We varen vanuit Svolvær de imposante Trollfjord binnen.
Het regent zachtjes en de zwart-grijze Noorse lei schittert ons van alle kanten tegemoet. In deze regio is de grootste kabeljauwvisserij ter wereld gevestigd, die elk jaar van januari tot april plaatsvindt. De vangst varieert van jaar tot jaar tussen de 25 en 50 miljoen kilo. Een paradijselijk lekkerland dan ook voor zeevissende vogels. Er vliegen grote zwermen prachtige zeemeeuwen met ons bootje mee. Zij kennen de bootjes en weten dat er wat te halen valt.

Ik realiseer me dat het wat gekunsteld is om de vogels met gevangen vis te lokken, maar dat vergeet ik snel wanneer de prachtige dieren zo dicht binnen handbereik blijken te komen. De vleugels wapperen je letterlijk om de oren.



Hoewel de zeemeeuwen hier in de fjord forser en groter zijn dan die we aan de Nederlandse kusten zien en hoewel het meester-visvangers zijn, zij moeten toch het veld ruimen voor de echte koningen van de luchten in het Trollfjord: de zee-arenden.

De Lofoten zijn de beste plek ter wereld om zee-arenden te spotten. Dankzij beschermingsmaatregelen leven er hier weer zo'n 2.000 exemplaren, terwijl er in geen enkel land ter wereld nog meer dan 100 leven. Met hun spanwijdte van wel 2 meter, hun karakteristieke kop, hun gevingerde vleugel-einden en witte staart maken zij een zeer spectaculaire indruk. Ze worden wel 'vliegende deuren' genoemd. Gelokt door de uitgeworpen vis, zien wij er vijf of zes majestueus aan komen zweven en feilloos de vis in hun machtige klauwen oppikken. Snel als ze zijn, is het lastig ze close-up voor de camera te krijgen. Hun vlucht is pure sensatie.

Langzaam maar zeker varen we verder in zuidelijke richting naar Bergen. Het wordt nu ook wat minder koud met name de soms ijskoude wind neemt af en de laatste dagen breekt ook de zon echt door, waardoor het heel aangenaam wordt om op het dek met een fleece-deken te genieten van de zuivere lucht en het soms ongekend bijzondere licht.


Na 13 dagen aan boord van de MS Polarlys hebben we kennis gemaakt met de Noorse zeewereld van fjorden, trollen, de middernachtzon, het eindpunt van Noord Europa, rendieren, zeemeeuwen, zeearenden, fikse poolwinden en bittere kou, prachtige vergezichten, schitterende wolkenformaties, verbluffend spectaculair licht en niet op de laatste plaats bijzonder aardige Noren. Alles bijeen redenen genoeg om een paar zee-benen voor lief te nemen. Tot slot nog een impressie van de Hurtigruten-reis in vijftig tinten blauw.



donderdag 2 juli 2015

Tocht naar de Noordkaap

Tussen de jaren 1860 en 1880 kwamen er immense scholen haring voorbij zwemmen in de zee voor het stadje Bodø. Tot die tijd woonden er slechts zo'n 200 inwoners, maar met de komst van de scholen haringen groeide het stadje explosief. Inmiddels wonen er bijna 50.000. De haringvisserij was een aanjager van de economie en zorgde voor veel werk bij scheepsbouwers en -reparateurs, toeleveranciers als kuipers, touwslagers, nettenboetsters, en zoutzieders. Voor iedere man op zee werkten er twee aan de wal.
Ferske reker - verse garnalen - worden hier rechtstreeks vanuit zee aan de man gebracht. Verser kan het niet.

Bij het haringkaken worden kieuwen, hart, maag en galblaas van het dier verwijderd, op de rezel, een aanhangsel van de maag, na. Hierin zitten enzymen die voor de rijping van het visvlees zorgen. Traditioneel wordt verteld dat de Nederlander Willem Beukelszoon in de 14e eeuw het haringkaken uitvond. Recente onderzoeken laten zien dat de werkelijkheid anders is. In 1994 onderzocht Archeozoöloge Dr. Inge Bødker Enghoff het 12e eeuwse vissersdorp Selsø-Vestby aan het Roskilde Fjord in het noorden van het Deense eiland Seeland en vond daar in een afvalkuil resten van honderden haringen die onmiskenbaar gekaakt waren. Het principe bestond dus al. Maar Beukelszoon was waarschijnlijk wel de eerste die overstapte op kaken en zouten aan boord van het schip in plaats van aan land, waardoor de kwaliteit van de haring met sprongen vooruit ging.

Vanaf Bodø zet de Polarlys koers naar Stamsund en Svolvær, zij vaart daarbij door de Vestfjord. Deze fjord is een soort binnenzee die in het westen begrensd wordt door de Lofoten eilanden groep. Tussen de twee meest zuidelijk gelegen eilanden, Værøy en Moskenes loopt de legendarische Moskenes-stroom, waarvan men zegt dat het de sterkste zeestroming ter wereld is. Hurtigruten organiseert een excursie naar de Saltstraumen toe.

Deze eilandengroep is vooral bekend vanwege zijn rijke visserijtraditie. De Lofoten maken ondanks hun geïsoleerde ligging toch een welvarende indruk. De hele economie draait bovenal om de visserij. Het beeld vanaf de boot op de wal wordt vooral gedomineerd door houten rekken met kabeljauw, die overal hangt te drogen. Al eeuwenlang is de Lofotenvisserij een begrip. Hartje winter varen de schepen uit om in maar een paar maanden de vis te vangen. De rijke viswater is te danken aan de Noord-Atlantische koude oceaanstromen rond de eilanden, waarin de vissen hun paaigronden hebben.

De tijden dat de Lofoten-vissers nog met hun roeibootje uitvoeren, waarbij ze buiten moeten overnachten, zijn allang voorbij. Voor enige beschutting tegen de nacht kantelden de vissers hun bootje over zich heen. Later begon men langs de waterkant eenvoudige boothuisjes te bouwen van planken. Hout was er altijd in de omgeving wel te vinden. Toen na de tweede wereldoorlog de industriële visvangst op gang kwam raakten de boothuisjes in onbruik en verval. Al spoedig ontdekten toeristen deze rustieke boothuisjes en de eigenaren gingen naarstig aan de slag om ze op te knappen en om te bouwen tot comfortabele, zij het basic, onderkomens voor de sportieve ( vissende ) toeristen.

Onze excursie naar de Noordkaap is niet zo'n barre tocht als die van eerste reiziger, de Italiaanse priester Negri, die er vanuit Italië in 1664 naar toe liep. Hij deed er twee jaar over om naar het noordelijkste puntje van Europa te wandelen. Vanuit Honningsvåg passeren we in een comfortabele touringcar de 71° noorderbreedte-cirkel. Het Kaapplateau is een 307 meter hoge leisteenrots gelegen in een boomloos sub-arctische landschap, de toendra. De kale rotspunt rijst metershoog op uit de ijskoude Arctische Oceaan en biedt een adembenemend uitzicht. De volgende stop is de Noordpool en dat is aan de temperatuur al heel goed te merken.

Voor veel mensen heeft de fascinatie voor de Noordkaap iets te maken met het 'einde van de wereld', maar dan niet in de apocalyptische betekenis van de 'ondergang van de wereld'. Niet de ondergang van de wereld is op deze plek spectaculair, maar de ondergang van de zon - of liever gezegd het uitblijven daarvan in de zomermaanden. Van 12 mei tot 1 augustus blijft de zon namelijk boven de horizon, en van 19 november tot 25 januari blijft die eronder.

Het rotsplateau ligt noordelijker dan Alaska en het grootste deel van Siberië, de afstand tot het begin van de ijskap op de Noordpool bedraagt hier slechts 2093 kilometer, het is een vrijwel onbewoonde plek, een nagenoeg onherbergzaam maanlandschap waar vrijwel niets groeit. Het is er 10 of 12 graden. Hier dringt zich onmiskenbaar de gedachte op dat de wereld zijn grenzen heeft. In dit overgangsgebied van bewoonde naar 'onbewoonbare' wereld realiseer je dat de bewoonbaarheid van de wereld behoorlijk betrekkelijk is.


De Italiaan Negri schreef in 1664: "Hier sta ik dan op de Noordkaap, op de uiterste punt van Finnmark, aan het einde van de wereld. Hier waar de wereld eindigt, eindigt ook mijn nieuwsgierigheid en keer ik tevreden huiswaarts."


woensdag 24 juni 2015

Op weg naar de poolcirkel

De volgende dag wordt aangemeerd bij Ålesund. Deze stad ligt aan zee en leeft zoals veel plaatsen aan de Noorse kust van de zee. Het is de hoofdstad van Sunnmøre, de regio waar de meest ondernemende inwoners van Noorwegen gevestigd zijn. In iedere fjord-arm staan ( meestal visverwerkende ) fabrieken en machinewerkplaatsen. De stad Ålesund is bekend om haar architectuur in Art Nouveau-stijl, de omliggende fjorden en de Alpen van Sunnmøre, die met hun hoge toppen recht vanuit de fjord oprijzen. Sportvissen is hier een activiteit voor iedereen, simpelweg omdat je gegarandeerd vis zult vangen!

Op dag drie wordt Trondheim aangedaan. Tijd voor een korte wandeling om de zee-benen te strekken. Soms liggen de aanlegsteigers midden in de stad en wandel je vanaf het schip direct het centrum binnen. De haven van Trondheim ligt echter ongeveer 20 minuten lopen van de stad af. Trondheim (spreek uit als tronheim) is de hoofdstad van de provincie Sør-Trøndelag en met 173.486 inwoners ( in 2011 ) de derde stad van Noorwegen. Uit de in deze streek gevonden rotstekeningen blijkt dat er al duizenden jaren sprake is van menselijke bewoning in dit gebied.

Het is bewolkt weer en een beetje druilerig wanneer we aan wal gaan om het stadje te bezoeken. Het is er opvallend rustig, weinig verkeer en nauwelijks mensen op straat. Een internationaal kleuterklasje, goed ingepakt met mutsjes en handschoentjes, dribbelt braaf achter de juffrouw aan. De keurig aangelegde perkjes en de bont gekleurde houten huizen geven de indruk dat je in de Efteling - na sluitingstijd - rondwandelt. De oude naam voor Trondheim is Nidaros.
De Nidaros-kathedraal, de begraafplaats van de heilige Olav, is een bezienswaardigheid. Van oudsher komen er pelgrims om genezing te vinden bij de St. Olav-schrijn.

Vooral op de open zee imponeren de weidsheid van de natuur, de schitterende wolkenformaties en het opvallend heldere licht. Wanneer we tussen de talloze eilanden door varen, worden we nu en dan getroffen door de geweldig ingenieuze brugconstructies, die voor de zo noodzakelijke verbindingen zorgen tussen de afgelegen eilanden en waar de Polarlys soms maar net onder door kan.


Vroeg in de volgende ochtend passeren we de Poolcirkel, die de grens vormt met het land van de Middernachtzon. Poolcirkels zijn onzichtbare cirkels rond de aardbol op 66° 33' Noorderbreedte en Zuiderbreedte. Op de poolcirkels komt de zon één dag per jaar niet op en gaat de zon één dag per jaar niet onder. Het aantal dagen per jaar dat de zon niet opkomt of niet ondergaat, wordt groter naarmate men vanaf de poolcirkels in de richting van de polen gaat. Het verschijnsel waarbij de zon 's nachts niet onder de horizon komt wordt de middernachtzon of pooldag genoemd.

Het passeren van de poolcirkel gaat bepaald niet geruisloos voorbij. Er wordt een uitgebreide ceremonie aan gewijd. Een heuse rituele overgangshandeling, waar de zeekoning Neptunus aan te pas komt om zijn onderdanen te beschermen tegen de barre arctische omstandigheden. 'Jullie komen in mijn koninkrijk van ijsberen, orca's, walrussen, poolvossen, rendieren, husky's en slede honden. Er moet goed gegeten en gedronken worden, aan zwakkelingen hebben we niets', aldus de verwelkomt Neptunus, ons om vervolgens, bij maar net 8 graden Celsius, met een zichtbaar genoegen een lading ijsklontjes in je nek te kieperen.

Na de 'pooldoop' krijgen alle brave onderdanen van koning Neptunus nog een warme Noorse grog ingeschonken door enkele lieftallige poolnimfen en 's avonds vinden we een oorkonde van de memorabele gebeurtenis in onze hut.

Voor het eerst in mijn leven zie ik die avond de zon wel dalen, maar niet ondergaan. Het fascineert me mateloos. De nacht blijft helder verlicht, het lijkt zelfs of het licht helderder is dan ooit. Die zonnige nachten maken lang vergeten magische ervaringen los, zoals wanneer de wereld wit is na een sneeuwnacht. De natuur lijkt weer opnieuw betoverend, de natuur zoals je die als kind voor het eerst ervaart... Kennelijk en gelukkig is die betovering niet leeftijdgebonden. Vijf dagen lang zal het licht 's avonds niet uitgaan. Soms blijf ik 's nachts nog urenlang aan dek, wanneer verreweg de meeste passagiers al naar hun hutten vertrokken zijn, terwijl het schip majestueus als een ongekroonde ijskoning geruisloos door de onmetelijke stilte van de kille en stalend lichte nacht glijdt.