Na vier nachten in kamp Satara zijn we verkast naar Mopani, een rustkamp bijna 120 km noordelijker. Hiernaast nog een fotootje van een rondavel in Satara, waarop duidelijk te zien is dat het grasveld voor ons huisje een droge zandvlakte is geworden. Op de braai zit een eekhoorntje gebroederlijk tussen zijn gevederde vrienden te peuzelen aan de fruitresten. Altijd zijn er dieren in de omgeving te vinden zowel binnen als buiten het kamp. Door de droogte komen ze soms zelfs dichterbij. Knobbelzwijnen zien we nu vaak vlak langs de asfaltweg grazen, waar door het vocht van de ochtenddauw soms nog wat groen te vinden is.
Toch is het hier wat groener dan in het zuiden. In de brede rivierbeddingen stoomt dikwijls nog wel een beekje water, daarmee ziet het er meteen een stuk minder troosteloos uit. Het meeste water wordt voornamelijk aangevoerd vanuit de hoger gelegen noordelijke gebieden. Toch zie je hier ook grote dorstige kuddes, zoals bijvoorbeeld buffels, die rondtrekken en op zoek zijn naar drinkwater.Veel kuddedieren zijn trekdieren, die met de wisseling van de seizoenen lange afstanden afleggen om op grazige weiden te foerageren. Bekend in dit verband is de trek van de wildebeesten of gnoes. Samen met zebra's volgen 1000den gnoes jaarlijks de regens van de Masai Mara in Kenia naar de Serengeti in Tanzania op zoek naar vers gras.
Giraffen en nijlpaarden - kameelperde en seekoeie op z'n Afrikaans - leven in niet zo'n groot kuddeverband als trekdieren. Nijlpaarden zijn territoriumdieren die op een vaste stek wonen, de mannetjes beschermen hun gebied tegen vooral mannelijke indringers, die rivalen voor hen zijn bij de voortplanting. Juist dit aangeboren gedrag maakt ze ook kwetsbaar voor droge perioden. In Kruger zijn hier en daar kunstmatige platte drinkplaatsen aangelegd om in perioden van ernstige droogten de eerste dorst te lessen. Deze drinkbakken zijn te ondiep voor nijlpaarden. Wanneer ze te diep zouden zijn kunnen andere dieren weer verdrinken. Zo vraagt iedere menselijke ( lees: kunstmatige ) ingreep een afweging van groot belang om het natuurlijke evenwicht niet te zeer te verstoren. De drinkplaatsen zijn - voor het geoefende oog - goed zichtbaar, nu het groen eromheen zo goed als verdwenen is.
Al met al komen we als wildlife-spotters goed aan onze trekken. Safari-gangers worden vaak 'gek' gemaakt met het idee de BIG FIVE te moeten zien. Dat is de olifant, buffel, leeuw, panter en neushoorn. Dit zijn de dieren die het meest lastig te bejagen zijn en waarvan de trofee in de tijd dat jagen nog als 'sportief' gold, het meeste aanzien genoot. Wij krijgen ze deze dagen allemaal in het vizier, maar het is onzin te beweren dat je niets gezien hebt, als je deze coryfeeën niet gespot hebt. Het Krugerpark heeft veel meer te bieden dan slechts 5 levensgevaarlijke roofdieren. Leeuwen in 't wild blijven natuurlijk tot de verbeelding spreken, hoewel panters en jachtluipaarden juist omdat ze zich zo verborgen houden, zeker zo intrigerend zijn.
Zoals iedere keer wanneer Marjo en Liesbeth naar het Krugerpark gaan, worden ook nu weer bevriende 'locals' bezocht. Ik heb daar al eerder over geschreven in een voorafgaande blog. Marjo en Liesbeth ondersteunen deze werknemers van het park waar ze kunnen, financieel of met kleding. Dit keer hebben we een extra verrassing in petto voor Flora. We spreken met haar af bij haar dochter Constance, die ondertussen een fraaie woning buiten het Krugerpark bewoont.
Toch is het hier wat groener dan in het zuiden. In de brede rivierbeddingen stoomt dikwijls nog wel een beekje water, daarmee ziet het er meteen een stuk minder troosteloos uit. Het meeste water wordt voornamelijk aangevoerd vanuit de hoger gelegen noordelijke gebieden. Toch zie je hier ook grote dorstige kuddes, zoals bijvoorbeeld buffels, die rondtrekken en op zoek zijn naar drinkwater.Veel kuddedieren zijn trekdieren, die met de wisseling van de seizoenen lange afstanden afleggen om op grazige weiden te foerageren. Bekend in dit verband is de trek van de wildebeesten of gnoes. Samen met zebra's volgen 1000den gnoes jaarlijks de regens van de Masai Mara in Kenia naar de Serengeti in Tanzania op zoek naar vers gras.
Giraffen en nijlpaarden - kameelperde en seekoeie op z'n Afrikaans - leven in niet zo'n groot kuddeverband als trekdieren. Nijlpaarden zijn territoriumdieren die op een vaste stek wonen, de mannetjes beschermen hun gebied tegen vooral mannelijke indringers, die rivalen voor hen zijn bij de voortplanting. Juist dit aangeboren gedrag maakt ze ook kwetsbaar voor droge perioden. In Kruger zijn hier en daar kunstmatige platte drinkplaatsen aangelegd om in perioden van ernstige droogten de eerste dorst te lessen. Deze drinkbakken zijn te ondiep voor nijlpaarden. Wanneer ze te diep zouden zijn kunnen andere dieren weer verdrinken. Zo vraagt iedere menselijke ( lees: kunstmatige ) ingreep een afweging van groot belang om het natuurlijke evenwicht niet te zeer te verstoren. De drinkplaatsen zijn - voor het geoefende oog - goed zichtbaar, nu het groen eromheen zo goed als verdwenen is.
Al met al komen we als wildlife-spotters goed aan onze trekken. Safari-gangers worden vaak 'gek' gemaakt met het idee de BIG FIVE te moeten zien. Dat is de olifant, buffel, leeuw, panter en neushoorn. Dit zijn de dieren die het meest lastig te bejagen zijn en waarvan de trofee in de tijd dat jagen nog als 'sportief' gold, het meeste aanzien genoot. Wij krijgen ze deze dagen allemaal in het vizier, maar het is onzin te beweren dat je niets gezien hebt, als je deze coryfeeën niet gespot hebt. Het Krugerpark heeft veel meer te bieden dan slechts 5 levensgevaarlijke roofdieren. Leeuwen in 't wild blijven natuurlijk tot de verbeelding spreken, hoewel panters en jachtluipaarden juist omdat ze zich zo verborgen houden, zeker zo intrigerend zijn.
Zoals iedere keer wanneer Marjo en Liesbeth naar het Krugerpark gaan, worden ook nu weer bevriende 'locals' bezocht. Ik heb daar al eerder over geschreven in een voorafgaande blog. Marjo en Liesbeth ondersteunen deze werknemers van het park waar ze kunnen, financieel of met kleding. Dit keer hebben we een extra verrassing in petto voor Flora. We spreken met haar af bij haar dochter Constance, die ondertussen een fraaie woning buiten het Krugerpark bewoont.
Ik heb een belofte in te lossen, die ik in februari 2012 gedaan heb. Vanaf die tijd zijn er namelijk via Google advertenties op de YouTube filmpjes gekomen en op elke nieuwe blogpagina een. Dat levert, bij iedere keer dat iemand op zo'n advertentie klikt, een paar cent op. Alles bij elkaar is dat ondertussen opgelopen tot ongeveer 65 euro. Ik had beloofd dat geld te besteden aan de vrienden van Marjo en Liesbeth, zodoende konden we nu 1.000 rand naar Flora gaan brengen, die er erg blij mee was en het goed kon gebruiken. Met dank aan alle enthousiaste blogvolgers en fervente advertentieklikkers.