Als buitenlander word je al snel aangezien voor een miljonair. Relatief gezien ben je dat ook, uitgedrukt in Egyptische ponden. De reis alleen al naar het Land van de Nijl vertegenwoordigt al vlug meer dan een jaarsalaris voor een reguliere werknemer. Als 'buitenstaander' is het lastig zicht te krijgen op het financiële circuit waarin de bevolking leeft. Op markten en in de locale winkels wordt betaald met piasters. Een piaster is één 100ste van 1 Egyptisch pond = 5 eurocent. De inflatie van de Egyptische munt is gigantisch. Als toerist krijg je geen piasters in handen. Er worden voor toeristen andere bedragen ( in ponden ) berekend dan voor Egyptenaren. Op de markt, voor souvenirs en in sommige hotels is dat meestal het geval. Een ander - eigenlijk heel sociaal - fenomeen dat daarmee samenhangt is dat prijzen niet vast staan. Ik heb zelfs een keer, in een luxe hotel, voor een postzegel meer moeten betalen dan het bedrag dat erop afgedrukt staat. Je koopt het in een dure omgeving, die moet óók betaald worden was het - moreel gefundeerde - argument van de verkoper.
Het is voorjaar. De mimosa, tamarisk, jasmijn en bougainville staan volop en uitbundig in bloei. Zij zorgen voor geur en kleur langs de weg, net zoals de enorme velden met kruiden en specerijen - waar Egypte op de wereldmarkt een flink aandeel in heeft - met zwarte en witte peper, kaneel, dille, koriander, rozemarijn, tijm, basilicum, munt en saffraan. Het is nu de oogsttijd voor suikerriet, tomaten, ui en knoflook. Kleine ezelskarretjes vervoeren de tomaten en zijn afgeladen met knoflook en ui. Soms zie je nog een kameel met een enorme takkenbos suikerriet op zijn rug, maar het merendeel wordt nu per vrachtwagen vervoerd of met een op kolen gestookt locomotiefje dat een groot aantal wagonladingen over een enkelspoortje door de velden naar de suikerfabriek trekt.
Onderweg kopen Ali ( de taxichauffeur ) en ik een paar kilo groente en fruit in voor Fathi, een van de medewerkers van het revalidatiecentrum waar ik gewerkt heb en waar ik bevriend mee ben geraakt. Hij weet dat we komen en dat betekent dat ons een flinke maaltijd te wachten staat. We willen hem niet op kosten jagen, maar hij en zijn vrouw zullen zonder twijfel weer alles uit de kast halen om ons op een copieus en rijk maal te trakteren. Geheel tegen de bedoeling van het bezoek in, zal hij er desnoods geld voor gaan lenen. Ik vind dat vreselijk, maar er is geen ontkomen aan. Het enige dat ik kan doen is de kosten compenseren - wat gebruikelijk is - met als gevolg dat er de volgende keer nog grootser uitgepakt wordt.
Alvorens naar Fathi te gaan, bezoeken we eerst de Tempel van Dendera die, zoals ik gehoord had van de archeologen in Eka Dolli, schoongemaakt en opgeknapt is. Aan de plafonds, die door roet zwartgeblakerd waren, zijn schitterende, kleurrijke afbeeldingen uit faraonische tijden te voorschijn gekomen. Het hele tempelcomplex is onder handen genomen. Waar de tempel, gelegen tussen de akkers en de velden, als bezienswaardigheid voorheen nauwelijks enige aandacht trok, ligt die nu aan het eind van een officiële en geasfalteerde aanrij-route. Er is een enorme parkeergelegenheid, er zijn souvenirwinkeltjes en er is een heuse kassa gekomen, waar toegangskaartjes tot de tempel verkocht worden. Nu nog wachten op bezoekers.
Naast het bij de tijd brengen van toeristische trekpleisters, is het opvallend hoe hard er gewerkt is aan de aanleg van wegen en bruggen ter verbetering van de infrastructuur. Allemaal met het oog op de toeristenstroom, die tot op heden op zich laat wachten. Bij de tempel vertrekt er net een bus met ongeveer 10 of 12 toeristen. Verder wandelt er een verliefd Egyptisch stelletje en ontwaar ik één fotograaf op het enorme tempelcomplex. Niettemin loopt er minstens 15 tot 20 man personeel rond.
Naast het bij de tijd brengen van toeristische trekpleisters, is het opvallend hoe hard er gewerkt is aan de aanleg van wegen en bruggen ter verbetering van de infrastructuur. Allemaal met het oog op de toeristenstroom, die tot op heden op zich laat wachten. Bij de tempel vertrekt er net een bus met ongeveer 10 of 12 toeristen. Verder wandelt er een verliefd Egyptisch stelletje en ontwaar ik één fotograaf op het enorme tempelcomplex. Niettemin loopt er minstens 15 tot 20 man personeel rond.
Bij Fathi en zijn vrouw worden we ontzettend hartelijk ontvangen. Fathi zat al een uur tevoren voor zijn huis op de stoep. Het weerzien roept allerlei emoties op en het is bijzonder troostrijk te horen dat het revalidatiecentrum, dat we 25 jaar geleden begonnen zijn, nog steeds open is en dagelijks een groot aantal patiënten behandelt. Veel van de oud collega's zijn met pensioen of overleden. We doen wat oude vrienden doen: herinneringen ophalen. Zijn vier mooie dochters zijn nog steeds niet getrouwd. Wanneer de meisjes ongetrouwd thuis blijven, zijn ze een financiële 'last' voor de ouders. Hij klaagt er niet over en als ik voorstel dat ze naar buiten gaan, omdat de jongens ze anders niet te zien krijgen, moet hij lachen. Meisjes horen hier in het dorp niet zonder begeleiding op straat te gaan.
Er wordt ons een heerlijke, traditioneel Egyptische maaltijd voorgeschoteld met geroosterde kip, veel vlees, gestoofde groenteschotels en buiten-in-de-zon-gerezen brood, 'zonne-brood' genoemd. Fruit na en zoete zwarte thee. We zitten daarbij naar plaatselijk gebruik op de grond. Vóór zonsondergang nemen we afscheid, wensen elkaar het allerbeste en hopen, bij leven en welzijn, Inch Allah, op een voorspoedig weerzien.
Er wordt ons een heerlijke, traditioneel Egyptische maaltijd voorgeschoteld met geroosterde kip, veel vlees, gestoofde groenteschotels en buiten-in-de-zon-gerezen brood, 'zonne-brood' genoemd. Fruit na en zoete zwarte thee. We zitten daarbij naar plaatselijk gebruik op de grond. Vóór zonsondergang nemen we afscheid, wensen elkaar het allerbeste en hopen, bij leven en welzijn, Inch Allah, op een voorspoedig weerzien.