maandag 24 februari 2014

Leeuwin valt krokodil aan

Van onze vaste correspondent uit Pretoria :-)) ontving ik onlangs een mailtje. Tjeerd de Wit stuurde me een link met een heel bijzondere fotoserie over een dappere leeuwin, die een loerende krokodil in de Okavango Delta in Botswana aanvalt om een veilige overtocht voor haar welpen te waarborgen.

De Belgische natuurfotografe Pia Dierickx was op dat moment de juiste persoon op de juiste plaats om deze bijzondere actie vast te leggen in een serie prachtige opnames.


Het nazomert in Botswana. Het rivierwater van de Okavanga Delta kabbelt rustig richting Angola. Moeder leeuwin wandelt samen met haar gezin gemoedelijk langs de oever van de rivier. Ze houdt ondertussen de kids, die over elkaar heen rollebollen, in haar ooghoeken in de gaten. Het gezinnetje willen de rivier oversteken, maar een doorwaadbare plek is nog ver weg.
"Laten we naar de overkant zwemmen," oppert het grotere broertje. "Lekker het water in, da's leuk voor de kleintjes."


Moeder overweegt het voorstel. Ze tuurt alert over het wateroppervlak. Met haar scherpe blik ontwaart ze twee amberkleurige ogen, die net boven de waterspiegel uit loeren. Dat is niet pluis daar! Het is een krokodil! Ze denkt aan haar onervaren welpjes en ruikt gevaar.


Onverschrokken springt de leeuwin het water in en opent de en aanval op het loerende gevaar.


De dappere leeuwin aarzelt niet om de krokodil te bespringen en duikt boven op zijn kop. Met heel haar gewicht duwt ze het niets vermoedende beest onder water.


Geschrokken van de onverwachte aanval vecht de krokodil terug. Hij komt steigerend omhoog klaar om te happen, maar de leeuwin slaat haar klauwen om de bek van het dier. Moeder leeuwin wordt daarbij in haar lip gebeten. Overweldigd door zoveel brute kracht duikt de krokodil onder en zoekt een veilig heenkomen.


Het gevaar is geweken.  Haar gezinnetje kan nu veilig de oversteek maken. Zelf klautert zij drijfnat maar ongedeerd aan de overkant de oever op.


Moeder is ietwat gehavend, ze bloedt aan haar lip maar ze heeft haar kroost veilig naar de overkant geloodst.

De krokodil zwemt na het incident weg van de plaats, waar zijn dag in de war gestuurd is. De welpen kruipen druipend van het water de oever van de rivier op en weten zich beschermd door een moeder, die van zich af kan bijten.
Met haar aangeboren moederinstinct redt de leeuwin haar kroost. Die dappere actie is geen simpele instinctieve reflex, maar heeft alle kenmerken van een intelligent en complex gedrag. Dat is niet niks. De leeuwin overziet de situatie, ze schat het gevaar in, riskeert de strijd, heeft een doelgericht plan en voert het efficiënt uit. Het is een actie die intelligente moed vereist. Iets wat je 'karakter' of 'gezond verstand' zou kunnen noemen, in dienst van haar welpjes.

De Belgische wildlife fotografe uit Antwerpen is getuige van het gevecht tussen de twee grootmachten uit de jungle. De strijd tussen de koning van het land en de schrik van het water is in een fractie van een seconde voorbij.
Pas achteraf, aan de hand van de foto's die zij maakte, realiseert Pia Dierickx wat voor een spectaculair moment zij heeft vastgelegd. Met dank aan Met dank aan natuurfotografe  © Pia Dierickx voor haar toestemming om de fotoserie op de blog te plaatsen.
Ze becommentarieert de actie als volgt:
"Gelukkig voor de leeuwin dat de krokodil niet de gelegenheid had om het 'doodsrollen' toe te passen, omdat zijn bek dicht geklemd werd tussen de klauwen van de leeuwin." Bij het doodsrollen draait de krokodil met de prooi in zijn bek zo lang om zijn eigen as dat die verdronken is.
"Gelukkig ook dat het verhaal een happy end heeft, omdat de leeuwin en haar welpen veilig en wel de rivieroever bereiken."

Hierbij de link naar het volledige bericht over dit gevecht in Botswana.

Tenslotte nog een tip van Tjeerd:
Slaap ook eens een keer in Baluleriver camp. Balule is een romantisch klein, doch comfortabel kamp aan een rivier zonder overbodige luxe. Er is niets veranderd sinds de jaren '50: geen stroom, wel petroleum lampjes en erg knus met slechts zes huisjes. Goedkoop ook nog vergeleken met andere kampen.

woensdag 19 februari 2014

...een olifant met zijn lange snuit.....

De verhuizing naar Skukuza vandaag is niet zoals de andere verplaatsingen binnen het park. Het is niet alleen erg warm, maar Skukuza is ook het laatste kamp waar Marjo, Fred en René op deze reis verblijven.

De giraffen die anders zo rustig en statig door het park wandelen zijn vandaag erg alert. Een hele groep staat stil in dezelfde richting te kijken. Soms slaan ze met een voorpoot op de grond ten teken dat ze erg op hun hoede zijn. Even later wordt duidelijk wat de reden is.
Er zijn hyena's in de buurt. Elke beweging die de hyena's maken wordt in de gaten gehouden.
De gevlekte hyena is de grootste, de meest agressieve en de luidruchtigste hyenasoort. In grote delen van Afrika is het het meest voorkomende grote roofdier.
Een grote groep opgewonden impala's heeft de rovers ook opgemerkt. Ze slaan alarm door luid te snuiven.


De hyena's schatten hun kansen in. Ze trekken zich aarzelend en ronddraaiend terug. De overmacht is te groot.

Tjokwhane is een picknickplaats die druk bezocht wordt door Krugergangers en is daarom ook erg geliefd bij groene meerkatten. Die apen hangen daar niet voor niets rond en hoewel het kantinepersoneel erg zijn best doet om de overlast voor de gasten te beperken, slagen ze daar maar matig in. Zelfs het gebruik van een katapult is niet afdoende. De apen leggen daarbij een uitermate slimme strategie aan de dag. Niets vermoedende gasten stallen al hun lekkernijen uit op de tafel. Dan wordt een afleidende verkenner uit het groepje meerkatten met een list naar voren geschoven.
Bezoekers raken gecharmeerd van het schattige aapje en gaan op zoek naar hun fototoestel. Dit is het signaal om gezamenlijk op te rukken en in een flits zijn koeken en fruit verdwenen.

De rit van Skukuza via Lower Sabie naar Crocodile bridge leidt vandaag uiteindelijk naar Merloth Park, waar Truus en Arend - net buiten het park - nu al weer ruim anderhalf jaar een fraai onderkomen in de natuur bewonen. Het hartelijke weerzien met de oud collega en zijn vrouw wordt gastvrij gevierd met een homemade appeltaart, die alleen al de moeite waard is om zo'n stuk voor te rijden. Bij een heerlijke lunch op het terras wordt er gezellig bijgekletst over hun leven in Zuid-Afrika en worden er wederkerig wildlife ervaringen uitgewisseld.

Op de terugweg loopt er een koppel zuidelijke hoornraven in de berm. Eentje is er geringd ( de voorste op de foto ).
Voor deze deze bijzondere vogelsoort is een uitgebreid fokprogramma opgezet. Soms worden door rangers de eieren geraapt om in een broedmachine uitgebroed te worden. De jonge vogels worden later in het wild uitgezet.
De resultaten hiervan zijn goed. De populatie van de hoornraven, die ook wel grondneushoornvogels worden genoemd, worden zodoende succesvol op peil gehouden.

Vandaag 12 februari is de laatste hele dag in het Krugerpark. Het wordt een warme dag. De rit gaat naar Pretoriuskop. Onderweg bij Phabeni Gate op 10 kilometer afstand van Hazyview liggen de ruïnes van Magashulas Kraal, nu beter bekend als de Albasine Ruins.
Het zijn de rustieke overblijfselen van een handelspost, die in de 19e eeuw gesticht is door de beroemde Portugese handelaar Joao Albasini. De Kraal vormde een knooppunt op de handelsroutes naar Maputo.

Deze routes zijn momenteel nog in het Krugerpark terug te vinden in de namen van verschillende parkwegen zoals de Voortrekkers Road en de Saaltjes Route of Salitje Road.

Traditioneel wordt er de laatste avond niet gekookt. In het restaurant met uitzicht op de spoorbrug - buiten dienst - over de Sabi rivier, waarin de nijlpaarden liggen te knorren, wordt er culinair nagenoten van drie weken Krugertijd.


En vervolgens komt er opnieuw een olifant met zijn lange snuit.................


..........................................................................................en die blaast deze negen verhaaltje weer allemaal uit.

zaterdag 15 februari 2014

Jungle experience

Van restcamp Satara is het een kleine 50 kilometer naar restcamp Olifants. Olifants ligt wat oostelijker in het park richting Mozambique. Er loopt van daaruit een mooi onverhard pad noordelijk parallel aan de Letaba rivier.
Hoog in de blauwe lucht cirkelt een bruin-gele helikopter. Dit duidt op stropers in de omgeving, althans op een jacht op stropers. Vanuit de heli wordt het contact met field rangers op de grond onderhouden.

Iets verderop cirkelt er een groot aantal roofvogels en maraboes in de lucht. Ook de bomen zitten vol met roofvogels en dit duidt dan weer op prooi.
De prooi huist in de struiken. Duizenden roodbekvinkjes kwetteren in het struweel op en rond hun nestjes. De vogeltjes broeden in enorme kolonies. Op het uitvliegen van de jonge vinkjes zitten de tientallen rovers te wachten.

De maraboe is een forse ooievaar met een enorme snavel en een opvallende kale kop en nek. Hij doet erg aan een gier denken en is weliswaar een echte aaseter, maar een kleine levende snack verschalkt hij ook zonder probleem.


De maraboes hebben zelfs niet het geduld op het uitvliegende jonge grut te wachten en roven de jonge vogeltjes rechtstreeks uit het nest. Het leeuwendeel van de vogeltjes overleeft de brute aanval van de rovers wel, maar bij de luchtaanvallen vliegen de veren rond, alsof er een donsdekbed wordt leeggeschud.
De natuur doet duidelijk niet aan sentimentaliteit!

Vlak voor de laagwaterbrug bij Olifants staat een bord met daarop de vermelding dat de brug niet toegankelijk is. Effe checken! De mededeling blijkt te kloppen. Sinds de overstromingen van verleden jaar is ook hier nog niets gedaan om een doorgang mogelijk te maken. Terug naar het kamp is het tijd voor de koffiestop. Restcamp Olifants biedt vanwege de hoge ligging op een berg een prachtig overzicht van de omgeving en de stroming van de rivier.
Er zijn altijd dieren te zien en het duurt dan ook niet lang voor het eerste wild in zicht komt.

Net buiten het kamp trekt een hele leeuwenfamilie de aandacht van wat stilstaande auto's. Een van de leeuwinnen draagt een halsband met zender. Hierdoor kan zij via GPS gevolgd worden en komen wetenschappers iets meer te weten over haar gedrag en kunnen ze bepalen waar zij zich ophoudt in het territorium.
Voor René wordt dit de eerste close encounter met leeuwen in het wild. Hij vraagt dan ook of de ramen van de auto niet dicht moeten. De leeuwen komen wel erg dichtbij de wagen. Is dat niet gevaarlijk? Leeuwen duiken - 'normaal gesproken' - niet een auto in, krijgt hij te horen.
Maar wat is wel en niet 'normaal' in het Kruger? René is pas gerustgesteld wanneer de dieren de auto gepasseerd zijn.

Onderweg liggen twee jonge hyena's langs de kant van de weg lekker in het zonnetje en vlak bij de ingang van Satara graast een fraaie witte neushoorn in de buurt van een grote groep buffels. Een mooie thuiskomst na een boeiende rit.

Dat 9 februari een memorabele dag voor René en Fred is geworden lag niet aan het feit dat zij voor dag en dauw opstonden. De wekker gaat die ochtend om 04.00 af. Een goed half uur later melden zij zich bij de receptie van het Satara restcamp voor the real thing. Een morning walk in de jungle!
Alle formulieren waarin elke eventuele schadeclaim aan de Krugerorganisatie voor de jungle experience op voorhand wordt afgewezen zijn door de deelnemers getekend. Ook de ongetwijfeld treurende nabestaanden kunnen niet rekenen op enige troostrijke schadevergoeding bij het onverhoopte verlies van hun geliefden.
Daarna kwamen de veiligheidsinstructies aan de beurt en de vraag of iedereen wel goed ter been was ( lees: zich zelfstandig uit de voeten kon maken! ). Tenslotte werd iedereen een prettige wildlife experience toegewenst met de geruststellende mededeling, dat er nog nooit iemand onvrijwillig was achter gebleven in de jungle.

Direct al buiten de poort duiken een paar zadeldekjakhalzen in het licht van de koplampen op uit het pikkedonker. Aangekomen op de bestemming geven de rangers Erwin en Martin de laatste instructies: altijd bij elkaar blijven, niet hard roepen en nooit gaan rennen. Als groep ben je veiliger omdat je een groter 'beeld' vormt, van luide menselijke stemmen kunnen sommige dieren agressief worden en aan rennende bewegingen herkennen roofdieren hun prooi. Kort samengevat: Wie achterop raakt moet vertrouwen op de met 5 (.458 volmantel) patronen geladen geweren van Erwin en Martin en in geen geval gaan rennen of roepen.
De boodschap is meer dan duidelijk!

Vol goede moed wandelt het gezelschap ............................... - zonder het aanvankelijk in de gaten te hebben - een groep olifanten met diverse koeien en jonge olifantjes tegemoet. De dieren zijn op weg naar een drinkplaats iets verderop. Een fraai maar enigszins ongepland tafereel. De olifanten komen nu van verschillende plaatsen naar de waterplas en de situatie voelt toch even iets anders dan vanuit de auto.

Erwin stelt voor om het tafereel toch maar vanuit de jeep te bekijken.
Verderop lijkt de kust weer veilig en stapt de groep woudlopers weer dapper uit.


Het savannegras staat hoog op de uitstapplaats. Even later blijkt op nog geen 50 meter afstand een moeder neushoorn met haar kalfje te grazen. Enigszins opgeschrikt draait moeder zich om, ze reageert zeer alert. Haar moederinstinct dat biologisch wordt meegebakken zodra ze haar jong werpt, werkt zoals altijd feilloos. Ze zal bij gevaar tot het uiterste gaan om haar kalf te beschermen. Neushoorns zijn erg bijziend terwijl geuren een grote rol spelen in de oriëntatie op de omgeving, waarbij haar kolossale neus haar kompas vormt. Ze bespeurt kennelijk geen onraad en graast weer rustig verder.

Tijdens de morning walk blijkt dat de wandelaars niet alleen voor groot wild op hun hoede dienen te zijn. Het is ook oppassen geblazen voor allerlei rondkruipende insecten en ander klein gespuis.
Zo zijn er bijvoorbeeld spinnen met een hoog moorddadig gehalte. Een berucht exemplaar in die categorie is de bavianen tarantula of wel de neushoorn-baviaan-spin. Het is een gepantserde tarantula, ongeveer een handbreedte groot. Het dier weeft geen web van tak tot tak maar graaft een gat in de grond van wel 5 cm doorsnee. Het is een echte roofspin en is vooral 's nachts actief. Wanneer hij een prooi gevangen heeft sleept hij die mee naar beneden in zijn onderaardse hol om zijn vangst daar op zijn gemak te verorberen. Hij kan wel 20 tot 40 jaar oud worden.
Met een strootje peutert Erwin in het ongeveer 30 cm diepe gat. En beet!
Het dier slaat zijn kaken om de grasspriet en Erwin trekt het harige monstertje uit zijn donkere hol.
Hij is een beetje uit zijn doen. Verdwaasd door het daglicht blijft hij roerloos zitten. Hij kan anders behoorlijk agressief zijn en venijnig bijten.

De tocht wordt voorgezet door een droge rivierbedding waar wat botten van een zebra of buffel liggen. Het struikgewas is hier hoger, dat maakt het terrein onoverzichtelijk.
Erwin en Martin spitsen hun oren, ruist er wat in het stuikgewas? Ja zeker........., er ruist wat in het struikgewas en het is niet zo'n klein dingetje waar Toon Hermans het over had. Op zo'n 80 meter afstand graast een groep olifanten. Verdekt opgesteld achter de struiken zien de vroege vogels een flinke olifantenstier voorbij trekken. Is de camouflage afdoende? De bul demonstreert zijn brute kracht door de helft van de kruin uit een enorme boom te scheuren. Donderend geraas en gekraak breken de gespannen stilte.


De olifant doet zich te goed aan de takken en volgt tenslotte de kudde. Zebra's, waterbokken en de andere dieren in de omgeving geven luid snuivend een teken, dat we door hen opgemerkt zijn. Pffffff........

Tijdens een korte pauze klinkt - nu op gepaste afstand - het gebrul van olifanten. Erwin maant tot stilte wanneer het geluid dichterbij komt .........even later trekt het weer weg.............
Na de snelle snack wordt de wandeling voortgezet. Opnieuw vlakbij hogere struiken en bomen een groep olifanten. Ze lopen verspreid over een groot terrein. Wachten ... om te zien hoe de oversteek het best genomen kan worden. Rechts is er weinig zicht door de hoge struiken en bomen. Links lopen olifanten. Recht vooruit de rest van de groep. Toch maar even wachten. Erwin maant om zo dadelijk gezamenlijk het tempo te verhogen om tussen de olifanten door te komen. Er is geen andere keus. Goed aansluiten en doorlopen is het devies. Rechts kraakt het flink in de struiken. Links lopen de olifanten langzaam weg de savanne over. Vóór is de weg vrij ..........
Nog af en toe even stil staan achter een struik. Het oor te luister leggen - het hart klopt in de keel - en even stevig doorstappen door het manshoge gras .....en daar staat de jeep......
De jungle ervaring is overleefd en onvergetelijk....

vrijdag 14 februari 2014

Een honingdas bij de maaltijd

Punda Maria wordt vandaag in alle vroegte verlaten. Onder een nog laagstaande zon vertrekt het trio op weg naar restcamp Satara dat zo'n 250 kilometer zuidelijker in het park is gelegen.
Onderweg staat een bejaarde olifantbul langs de weg, licht gehavend met een deels afgebroken linker slagtand. Is het verbeelding of worden zij uitgezwaaid door deze oude reus van de jungle? Hij lijkt hen ietwat treurig na te kijken. Je weet nooit wat er in deze dieren omgaat. Hij is vast gewend geraakt aan parkbezoekers en misschien vindt hij mensen wel amusant. Een interessante afleiding in zijn turbulente wildlife-bestaan? Wie weet? Dieren zijn soms net mensen.


Tijdens de tussenstop bij Mopani restcamp worden de benen gestrekt en wordt er koffie gedronken. Het terras staat onder water en Marjo zou Marjo niet zijn, wanneer hij zich niet ter plekke verdienstelijk zou maken. Hollanders hebben immers wat met watermanagement: 'Met de bezem ter hand kom je door het ganse Krugerland' moet hij gedacht hebben en jawel hoor, samen met de tuinman is de klus zo geklaard. De waterloop wordt succesvol gekeerd en het terras is weer bezoekersvriendelijk.

Na de stop wordt er gewisseld van chauffeur. Fred zag geen beren op de weg en nam het stuur dapper over. Toch even slikken om langs een viertal buffels en later een olifantbul met koe heen te moeten manoevreren. Onderweg komen nog diverse vogelsoorten voorbij waaronder een secretarisvogel en een helmparelhoen. Beide soorten waren nog niet eerder gespot.
Vlak bij restcamp Olifants is een grote groep olifanten aan het badderen. Een kostelijk schouwspel. Na een poosje trekt de groep het water uit en komt richting asfaltweg. Een grote bul in de musth steekt wel een halve meter boven de rest uit. 'Musth' is een toestand waarin olifantstieren vanaf de jongvolwassen leeftijd periodiek verkeren. Het is vergelijkbaar met de bronstijd bij herten. Ze hebben dan last van hun hormonen. De dieren zijn tijdens de musth extra prikkelbaar en daarbij vaak agressief. Deze bul komt met opgeheven hoofd op de passerende auto's af. Het blijft bij een dreiging. Hij draait zich om, om vervolgens de groep verder het bos in te volgen. Loos alarm dus.

Satara staat bekend vanwege een rondstruinende honingdas. Hij wordt zo genoemd vanwege zijn vermeende voorkeur voor honing. Maar vergis je niet, het is een ( marterachtig ) roofdier en soms agressief. In het kamp gaat hij bij de invallende duisternis op zoek naar voedsel. In het donker komt hij aan de maaltijd voorbij schuiven om te zien of er iets te halen valt. Met zijn krachtige kaken en stevige klauwen is het beter tijdens die rooftocht uit de buurt te blijven.
Merkwaardig is dat het dier immuun voor het gif van slangen en adders is. Wanneer hij gebeten wordt raakt hij bewusteloos, maar komt hij 2 uur later weer bij zijn positieven. Raar maar waar!
Wetenschappers zoeken naar het geheim van dit afweermechanisme.

Dan komt ook een boskat met jonkie op de geur van gebraden kippenpootjes af.

De volgende ochtend wordt het ontbijt opgeleukt met 2 hoppen in het gras, ijsvogels in de boom en een koppel tortelduiven.

Onderweg komt een impalabok langs met alleen maar één hoorn op zijn kop. Het dier lijkt overigens geen last van hoofdpijn te hebben.

Bij de birdhide aan de N'wetsi rivier wordt de Rode Bisschop gespot en staan een blauwe reiger en een goliathreiger gebroederlijk naast elkaar aan de waterkant te vissen.
Omdat er overal waterplassen staan nemen de dieren niet de moeite om naar de drinkplaatsen te komen.

Een verdekt opgestelde giraffe geeft de indruk de situatie goed te overzien en alles onder controle te hebben, misschien doet hij daarom zo 'uit de hoogte'.

woensdag 12 februari 2014

Buiten het Krugerpark

Vóórdat de dagexpeditie begint, zelfs vóór het ontbijt nog, worden onze dappere woudlopers er duidelijk aan herinnerd dat ze echt niet op de Hoge Veluwe logeren.
René, die zich in de vorige blogaflevering nog als een vriendelijke klein-kruger-wild-vriend profileerde, blijkt nu plotseling niet meer zo'n hoge pet op te willen hebben van deze normaal zo aaibare categorie.
Het leek een tor, die zich in de loop van de nacht zo comfortabel in zijn pet had genesteld. Een grote tor, dat wel.

Bij nader inzien was dit er eentje met venijn in zijn staart! Dodelijk venijn, wel te verstaan!

Nu zijn niet alle schorpioenen levensgevaarlijk voor de mens, maar dit exemplaar belandde voor alle zekerheid toch, met pet en al, in een grote boog door de lucht buiten bereik.

Tot zover dus een ontspannen begin van de dag zonder vriendelijke eekhoorntjes aan het ontbijt deze keer.
René kwam met de schrik vrij en de schorpioen overleefde zijn lancering ook.

Vandaag gaat de rit over een nieuwe binnenweg naar Punda Maria gate.
Het is een kronkelige bergpas, waarvan het einde op 600 meter hoogte een prachtig uitzicht biedt: een panorama met de bergen van Mozambique in de verte. In deze regio liggen nogal wat archeologische vindplaatsen.

Informatieborden bij Pafuri picknickplaats vertellen van alles over archeologische opgravingen bij Thulemela.
In 1993 is hier het Goldfields Thulemela project opgezet. In het gebied waar de rivieren Sashe en Limpopo samenstromen, zijn met toestemming van de huidige bewoners van dit gebied de graven van hun voorouders opgegraven en ritueel opnieuw ter aarde besteld. Zo is er enige kennis opgedaan over de plaatselijke maatschappelijke en sociale structuren van een behoorlijk ontwikkelde samenleving tijdens de periode tussen 1550 en 1650 A.D.
Dit gebied vormde al in de 8ste eeuw het achterland van een belangrijke handelsroute vanuit het Midden-Oosten langs de de oostkust van Afrika. Via de Zambezirivier in Mozambique werd er in die dagen goud en ivoor, vooral afkomstig uit Zuid Afrika, verhandeld.

Het blijft een niet-aaibaar-klein-kruger-wild-dag.
Nu is het een spin die in het vizier komt en de aandacht trekt. Een knalrood exemplaar met twee grote zwarte vangarmen naast zijn kop. Het is een racer, die de tijd niet neemt om zijn web te weven. Razendsnel jaagt hij over de grond achter zijn prooi aan, waarbij zijn zwarte tentakels uitstekend van pas komen om een prooi te vangen en klem te zetten.
Of het nu aan al dat kruipgespuis ligt is mij niet bekend, maar het trio reist verder buitengaats.

Buiten het Krugerpark verandert het landschap, minder natuur meer cultuur.
Toch blijft er ook veel wildernisvegetatie te zien. Ezels, geiten en koeien lopen al dan niet met een bel om hun hals langs de weg en trekken zich van het verkeer niet veel aan.
Zo'n 15 km verderop is een soort busstation annex markt met winkels. Er wordt hier van alles verkocht, van fruit tot grafkisten, van telefoononderdelen tot vers brood. Noem maar op, bedrijvigheid alom.
De lokale bevolking blijkt hier in de authentieke Afrikaanse bouwstijl te huizen, de praktische en welbekende ronde hutten. In deze indrukwekkend bonte omgeving vormt het blanke reisgezelschap de enige exotische rariteit.

In de middag keert het trio terug naar het park en wordt de Mahonieloop in tegengestelde richting genomen. Na zo'n 7 kilometer staat er een grote graider op de weg. Met deze immense machine wordt het zandpad vlak gemaakt zodat de auto's er weer makkelijk overheen kunnen rijden. Er is overigens geen mens bij te bekennen. De machine staat onbemand met open cabinedeuren langs de weg. Het apparaat blijkt panne te hebben en is bijgevolg zelfs voor dieven niet meer interessant.
Er lopen wat impala's en zebra's bij rond.
Wanneer Marjo, Fred en René besluiten ook maar door te rijden, worden ze door een olifant met de oren wijd uiteen verwonderd nagekeken.


maandag 10 februari 2014

De noordpunt van het Krugerpark

Tijdens de nacht vielen zware druppels regen hoorbaar op het rieten dak van het onderkomen in Punda Maria. Na een eenvoudig doch voedzaam ontbijt is het tijd om naar het noordelijkste stukje Kruger af te reizen.
Het noordelijke gedeelte van het park is anders. Het wordt ook minder bezocht omdat het verder afgelegen is van de grote steden in het zuiden. Daarom zijn deze gebieden minder populair; ze worden zelden bezocht door dagjesmensen en de grote touroperators.
Desinteresse of het gebrek aan een gezonde ondernemingslust maakt het gezegde 'onbekend maakt onbemind' waar, maar de geweldige en ruimtelijke omgeving hier rechtvaardigt deze stelling allerminst.
Restcamp Punda Maria zelf is 'natuurlijker' dan de andere kampen.
Dat wordt bij de toegangspoort al duidelijk.
Hier staan geen enorme hekken met gewapende wachters om het wild buiten te houden, slechts een vriendelijk 'tuinhekje' scheidt het schilderachtige kleinschalige kamp van de 'gevaarlijke buitenwereld'.
De rustige lommerrijke ambiance maakt het verblijf hier heel aangenaam.

De allernoordelijkste entree tot het Krugerpark is Pafuri gate, deze ligt 78 kilometer boven restcamp Punda Maria. Vandaag wordt er opnieuw een dappere poging ondernomen om aan de grens met Mozambique te geraken. Het zanderige binnenpad naar Crooks Corner is deze keer wel begaanbaar. Min of meer parallel aan dit pad loopt de Luvuvhu rivier, die bij Crooks Corner uitstroomt in de Limpopo. Het water staat hoog in de rivieren. Crooks Corner is een drielandenpunt; Mozambique, Zimbabwe en Zuid-Afrika grenzen hier aan elkaar. In deze afgelegen streken worden er geen snelheidscontroles gehouden, wat het aantrekkelijk maakt voor smokkelaars en stropers. Een 'boevenhoekje' dus.

Bij de brug over de Luvuhvu stopt een patrouillewagen, er stappen 2 zwaar bewapende rangers met volle bepakking over in een grotere transportwagen waar al zo'n 10 rangers in zitten. Ze gaan later het veld in om daar de strijd tegen de neushoornstropers aan te binden.
Dit jaar alleen al zijn er weer zo'n 50 neushoorns gestroopt. De strijd van stropers tegen neushoorns en rangers tegen stropers is meedogenloos. Een strijd op leven en dood!!
In vuurgevechten hebben 10 stropers het leven gelaten.
De inzet is geld, heel veel geld.
Het gaat om astronomische bedragen. De kiloprijs van neushoorns is ondertussen het dubbele van de goudprijs. Voor rangers staat er ook veel op het spel, soms hun leven!

Het lijkt een ongelijke strijd, de neushoorns zijn kwetsbaar en kunnen zich niet verdedigen. De rangers komen vaak te laat en de stropers zijn uitgerust met de modernste vuurwapens. Ongelijk verdeelde rijkdom en armoede kan een brave huisvader verleiden tot gewetenloos geweld. Zelfs officiële plaatselijke overheden schijnen hier aan mee te werken. Geld heeft de neiging te corrumperen.

Er wordt van alles gedaan om het geweld tegen neushoorns een halt toe te roepen. Zo is het idee geopperd om neushoorns te fokken op farms in Zuid-Afrika en de hoorns van deze dieren af te zagen om deze in groten getale op de ( illegale ) markt te brengen. Zo zou de prijs drastisch dalen en de zwarte markt verpest worden, waardoor het niet meer rendeert neushoorns in het wild af te schieten voor hun hoorn.

Onlangs ( 5 februari j.l. ) publiceerde Trouw een artikel onder de titel Gif in hoorn moet stroper stoppen.

"Het is een even simpele als doeltreffende oplossing voor het probleem van de stroperij: injecteer de hoorn van een neushoorn met gif en kleurstof en hij is letterlijk waardeloos voor de internationale bendes.
Werner Myburgh, directeur van de internationale Peace Parks Foundation ( PPF ) ontving op het Goed Geld Gala van de Postcode Loterij uit handen van de Zuid-Afrikaanse bisschop Desmond Tutu een bedrag van ruim 14 miljoen euro om dit plan zo spoedig mogelijk ten uitvoer te brengen."


"In een proefproject hebben we enkele neushoorns met een verdovingsspuitje platgelegd en vervolgens boorden we gaatjes in de hoorn. Daarin spoten we een mengsel van chemicaliën en rode kleurstof. Het dier ondervindt daarvan geen schade of hinder, want de hoorn staat niet in verbinding met de bloedbanen in het lichaam. Met deze behandeling is de hoorn ongeschikt om als medicinaal poeder te dienen. Met deze list verpesten wij de markt.

Een voorwaarde is dat de komende jaren een meerderheid van de neushoorns wordt behandeld om de kans op een 'zuivere' hoorn zo klein mogelijk te maken."


 
Dit reddingsplan voor de neushoorns wordt samen een initiatief van het Nederlands Wereld Natuurfonds gecombineerd. De bedoeling is om vanuit het Vredespaleis in Den Haag, naast de kamers van het Internationale Strafhof, een Wildlife Justice Commission te laten opereren om de internationale keten van illegale handel in wilde dieren in kaart te brengen. Deze commissie zal druk op de Afrikaanse overheden uitvoeren om daders te vervolgen en zal zelf de controle daarop ter hand nemen.

Dit programma klinkt hoopvol. Alles om de neushoorns te beschermen! Iets is beter dan niets.

De dagtrip wordt vervolgens voortgezet richting Pafuri grenspost waar geprobeerd wordt om een stempel in de paspoorten te krijgen. Bij het eerste contact met de borderpolice wordt duidelijk dat dit niet gaat lukken. Er is een extra visum voor Mozambique nodig en die zijn voor westerlingen zeer prijzig.
Zo blijkt ook de tweede poging om de grens te passeren vruchteloos.

Vanwege hoogwater is Crooks Corner gesloten. Verleden jaar heeft het water hier zelfs 3 meter hoog gestaan. De natuur heeft er veel last van ondervonden maar dezelfde natuur herstelt zich ook weer snel, getuige de eerste pioniersplanten die op het achtergelaten slib uit de vruchtbare bodem omhoog schieten.

In Punda Maria wordt tevreden teruggekeken op een bewogen trip naar de noordpunt van het Krugerpark.

zondag 9 februari 2014

Boulders Camp

Vandaag 1 februari reist het illustere gezelschap via Boulders Privat Camp naar Phalaborwa om te shoppen.
Deze 'open' accommodatie kun je voor een eigen groep van maximaal 12 personen huren. De catering wordt er verzorgd en je hebt zelf het beheer over de toegang tot het park. Je hebt er direct een fantastisch uitzicht op.
De huisjes zijn verhoogd aangelegd, hetgeen erg prettig is om ongenode gasten op afstand te houden. Verder is het er intiem en eenvoudig, zo ontbreekt voor de nacht een buitenverlichting. Dat is dan ook wel weer natuurgetrouw en spannend! De gierzwaluwen, die je diverse op plaatsen tegenkomt, nestelen momenteel hier onder de gebouwen.


Op de terugweg naar het kamp steekt er een gestreepte jakhals over. Die komen hier niet zo vaak voor.

De volgende dag staat de verkassing naar Punda Maria op het programma. Punda Maria is het meest noordelijk gelegen kamp. Het kamp is 'very basic' en door de natuurlijke verwevenheid met de omgeving erg populair bij de 'echte' natuurliefhebber.

Bepakt met mondvoorraad voor een week is een trip over onverharde paden gepland. Weliswaar een omweg, maar tijd zat en in de minder bezochte buitengebieden is vaak meer te beleven. Dát telt bij het avontuurlijke trio.
Bij de Grootvleidam wordt hun honger naar avontuur beloond met een zeldzame (dwaal)gast: een Afrikaanse flamingo ( door Fred gefotografeerd via de verrekijker ).
Op hun tocht verder naar het noorden worden zij vergezeld door waterbok, olifant, zebra en impala.

Aan de achterkant van kamp Shingwedzi ligt de Kanniedood Dam. Waarschijnlijk heeft de dam deze naam aan zijn stevige constructie te danken. Toch doet de situatie door de enorme watermassa nu vreemd aan. Waar normaal gesproken de dam ligt, is nu naast de 300 meter brede dam een gat van bijna 500 meter breed geslagen. Van een stuwmeer is niets meer te zien, dat is opgenomen in de verbrede stroming van de Shingwedzi rivier. Maar de dam ligt er nog wel: dus doet hij zijn naam wel eer aan: Kanniedood!

Van het nijlpaard dat 48 uur geleden nog een hapklare brok voor de krokodillen was, is niets meer terug te vinden. Compleet verdwenen en gerecycled!! Zo gaat er niets verloren hier in Afrika.

Na een koffiestop bij Shingwedzi kamp wordt de tocht voorgezet. Het landschap verandert, eerst vlak en dan langzaam aan glooiend en steeds heuvelachtiger. Het groen en de beplanting veranderen ook. Het landschap is erg open met veel termietenheuvels en beduidend meer baobabs. De samengepakte donkere wolken breken bij aankomst in Punda Maria open en de malse buien nodigen niet uit om bij aankomst direct de wagen uit te stappen.Uiteindelijk gaat de bui over en Marjo checkt in.

Omdat het nog vroeg in de middag is wordt er besloten om nog een ritje te maken. De Mahonie Loop, een slingerende route van circa 25 kilometer rond het kamp, die langs de fraaie Matukwale Dam komt. Er struinen opvallend veel nyala's door de bush. Dat is een groter soort bosantilope. Prachtdieren !! Zelfs een duikertje liet zich spotten.


Door blikseminslag in Punda Maria wordt het bericht vertraagd doorgestuurd, de telefoonverbinding met de buitenwereld ligt eruit. Een puur technische onvolkomenheid dus, die niet opgewassen blijkt tegen natuurgeweld.
Het moge hiermee duidelijk zijn dat gebrekkige communicatie niet een louter mannelijke aangelegenheid is, zoals sommige vrouwen graag willen doen geloven! Dit moest wel even gezegd zijn!

woensdag 5 februari 2014

Klein Krugerwild

Misschien is het natte regenweer de oorzaak ervan dat de eekhoorntjes bij Mooiplaas komen fourageren of misschien is het toch dat Knabbel en Babbel René als de vriendelijke boswachter herkennen, de beschermer van hun verre Hollandse familieleden.
Ze komen in ieder geval tam uit zijn hand eten.



Vandaag gaat de expeditie naar het kamp Shingwedzi. Onderweg blijken nog veel paden afgesloten vanwege de wateroverlast. Verder richting Shingwedzi zijn de reparaties van het verleden jaar weggespoelde wegdek nog goed zichtbaar. Er is duidelijk sprake van achterstallig onderhoud. Aan de reparatie van de brug is nog niet begonnen. Een dun spandraadje vormt de 'beveiliging' vóór een 10 meter diep dal!
In het kamp zelf kunnen de putten links en rechts langs de wegen de watermassa's opnieuw nauwelijks verwerken.

De grote vallei van de Shingwedzi rivier bij Redrocks is wel toegankelijk. Normaal is dat een sereen stiltegebied met een prachtig uitzicht over een brede kloof. De ingeslepen kloof is de bedding van de meestal droog liggende Shingwedzi rivier. Het gebied is weelderig groen en tussen de met exotische vetplanten aangeklede rode rotspartijen gedijen talloze hagedissoorten en andere kleinere kleurrijke reptielen.

Nu vertelt de vallei een heel ander verhaal. Al van een flinke afstand klinkt er een bulderend geraas op uit de vallei. Met veel tumult raast er een kolkende bruine watermassa door de anders zo droge rivierbedding. Erg fascinerend, dat wel.


Voor de krokodillen verderop vormt de wateroverlast overigens absoluut geen beletsel om zich te goed te doen aan het verse karkas van een nijlpaard, dat even stroomopwaarts tegen een zandbank aangespoeld is. Er liggen zo'n 15 hongerige krokodillen 'keurig' in de wacht voor het buffet. Ze lijken zowaar wel netjes opgevoed!

Op de laatste dag van januari werd een expeditie naar de grensovergang met Mozambique gepland, dus met paspoorten en al op pad. Nauwelijks het kamp uit, bleek de regen niet alleen water op de weg maar ook roet in het plan te strooien. Een heftige slippartij op de enige en onverharde weg naar het noorden maakte duidelijk dat het roekeloos was om door te willen rijden.
Een bakkie troost bij Mooiplaas picknick, waar het water al weer tot stilstand gekomen was, bood enig soelaas.

Op weg naar Mooiplaas wordt het trio aangenaam verrast door een groep van Tsessebe's. Van de bijna 140 soorten evenhoevige herkauwende zoogdieren ( antilopen ) met een onvertakt gewei is de Tsessebe een zeer zeldzame variant, verwant aan de Topi, de Bontebok en de Blesbok.
Van de Bontebok kwamen er op zeker moment nog maar 17 exemplaren in het wild voor en de Blesbok komt al helemaal niet meer in zijn natuurlijke omgeving voor. Meerdere exemplaren van deze bijzondere soorten onder de antilopen overleven nu in een beschermde omgeving. Zij worden onder meer in dierentuinen en reservaten gehouden.
Een bijzondere ontmoeting dus met dit clubje Tsessebe's.


Aan het eind van de dag had de natuur nog een bijzondere verrassing in petto: er stond een dubbele regenboog aan de Afrikaanse hemel. Een goedmakertje voor de door de regen afgeblazen trip naar Mozambique?

Als uitsmijter een fraai exemplaar in de categorie Klein Krugerwild, de titel van deze blogaflevering tenslotte.

dinsdag 4 februari 2014

Verder op Krugersafari

Het weer is omgeslagen. Het regent en de temperatuur is wel met tien graden gedaald. Toch nog altijd zo'n 25 graden. Vandaag wordt er van Skukuza naar Mopani verhuisd, ruim 200 kilometer noordelijk het park in. Onderweg waant een slangenarend zich hoog in een boom ongezien. Een slangenarend is een havikachtige roofvogel, die op reptielen jaagt. Iets verder wordt een lappengier gespot en hoewel de naam doet vermoeden dat het een knuffel is, gaat het hier om een heus vliegende aaseter.
Van de Big Five komt naast de olifant en de neushoorn nu ook een leeuw in het vizier van het trio.

Plotseling doet zich een wegversperring voor. Eentje van letterlijk hoog niveau. Een giraffe heeft zich doodgemoedereerd midden op de weg geposteerd en wandelt vol overtuiging van eigen elegantie op zijn dooie gemak tegen de rijrichting in. De gracieuze spookganger laat zich niet intimideren door het 'laag-bij-de-grondse' gemotoriseerde gepeupel.

Na de eerste nacht in restcamp Mopani liggen er overal plassen. Het heeft flink geregend.

Eenmaal op weg dient zich opnieuw een levend roadblock aan. Nummer 4 van de Big Five: de buffel. Het is zo'n knaap die zich niet een-twee-drie van de weg af laat sturen en die je ook beter maar niet aan het schrikken zou moeten maken. Uiteindelijk maakt hij toch de weg vrij.

Bij Mooiplaas liggen nog de restanten van de verleden jaar overleden olifant. Behalve de imposante schedel is er niet veel meer van over. Olifanten uit dezelfde kudde blijken, dankzij hun fabelachtige geheugen, een dergelijke plek nog lang te bezoeken en lijken daarbij een soort rouwgedrag aan de dag te leggen, alsof zij maar met moeite afscheid kunnen nemen van hun overleden soortgenoot en familielid.

Bij de Tsendze rivier zijn deze keer geen krokodillen te zien, wel een aantal giraffen en een Swart Riethaan.

De volgend ochtend blijkt het dammetje over de Tsendze rivier niet meer berijdbaar. Het heeft de hele nacht geregend en het water gutst over de dam heen.

Bij Engelhartdam in de Letaba rivier zijn de watermassa's helemaal spectaculair. De dam, genoemd naar een Amerikaanse multimiljonair die een flinke duit in het zakje gedaan heeft voor de constructie ervan, voorziet in een groot deel van de elektriciteitsvoorziening binnen het park.
Er zijn diverse vistrappen aangelegd om de visstand in de Letaba rivier op peil te houden en de vissen de gelegenheid te geven deze onnatuurlijke barrière te nemen.
De dam is van belang om de hele regio waterrijk te houden, anders zou het grootste deel van de waterhoeveelheid rechtstreeks via Mozambique wegvloeien de Indische Oceaan in.


Onderweg doet het trio Kamp Letaba aan en bezoekt daar het Afrika museum, dat ingericht is met een rijk geïllustreerde tentoonstelling over zeven legendarische Krugerolifanten, de zogenaamde Magnificent Seven.
De tentoonstelling rept echter met geen woord over de actuele enorme olifantenpopulatie in het Krugerpark, die jaarlijks nog met 6 % groeit. De problemen die daarmee gepaard gaan betreffen voornamelijk de vegetatie. De steeds maar uitdijende olifantenpopulatie vormt langzaam maar zeker een bedreiging voor bomen en planten, die op hun beurt de noodzakelijke leefruimte garanderen voor talloze vogels en zoogdieren.
Een probleem dat, getuige de grote aantallen kaalgevreten plekken in het park, steeds luider om een oplossing roept.

zondag 2 februari 2014

Er is weer leven in het Kruger....

Er is weer contact met de woudlopers in Zuid-Afrika, de jongens zijn dus niet opgegeten door de wilde dieren.
Sterker nog, ze genieten - veilig en wel - volop van het loslopende wild en de zonovergoten savanne.

Het duo - opperhoofd Marjo met verslaggever Fred - wordt deze reis gecompleteerd met René Peters. René was in de jaren -60, -70 hun gewaardeerde collega in Dierenpark Amersfoort en heeft sindsdien bijna 35 jaar als boswachter en jachtopziener het natuurbehoud in Nederland gediend. Zuid-Afrika is nieuw voor hem, eerder heeft hij Kenia, Tanzania en Uganda in Oost-Afrika bezocht.
 

Na een reis van 36 uur uit ( Amersfoort ) & thuis ( in het Krugerpark ) en na het noodzakelijke horizontaal 'wegwerken van de jetlag' werd het uitgeslapen trio direct na de Skukuza kamppoort getrakteerd op een koppel bushbokken, honderden impala's, wrattenzwijnen, hyena's en zo'n 40 maraboes, die zich aan het Afrikaanse zonnetje tegoed deden. Het is er rond de 35 graden. Afrikaanser kan het niet.

Alleen de grote aantallen boerenzwaluwen die hier komen overwinteren om te ruien, doen nog aan het Hollandse laagland denken.
Apartheidsproblemen met 'vreemde vogels' zijn er overigens niet.
De geelsnaveltok en de hamerkopvogel ( op de foto ) delen gebroederlijk met de boerenzwaluw land en lucht.
Autochtoon allochtoon, het maakt allemaal geen verschil.
Bij voldoende voedsel leven dieren en gevogelte in de natuur vreedzaam samen naast en met elkaar. Mooi dat dát ook in Zuid-Afrika kan.

De volgende dag lopen de temperaturen op tot 37 graden. Bij picknickplaats Asfaal op weg naar Pretoriuskop is het tijd voor een koffiestop. Van Pretoriuskop, een kamp zo'n 50 kilometer ten zuidoosten van Skukuza, komen langs de Napi road de eerste olifanten en een witte neushoorn in beeld. Aan een zandpad dat min of meer parallel loopt aan de Napi road loopt een zebrahengst met de sporen van een leeuwenklauw op zijn achterbil. Hij is aan de 'dans van de jungle' ontkomen en heeft een tweede kans gekregen.
Bij de birdhide van Skukuza is het in de middag een drukte van belang: nijlpaarden, nijlganzen, grote en kleine ijsvogels, jacana's en een krokodil, die een enorme vis verschalkt.

De derde dag is weer een dag waarop volop wild gespot wordt. Eerst een groep bavianen hoog in een boom, die elkaar rustig zitten te vlooien om de sociale orde binnen de familie in tact te houden. Vervolgens een paar neushoorns, die verkoeling vinden in een poel langs de weg. Ze badderen er lustig op los.

Op weg naar Mlondozidam steken enkele neushoorns de weg over. Even verderop trekt een kleine kudde olifanten voorbij met een olifantkoe, die twee kalveren achter haar aan heeft lopen. De een is nauwelijks een half jaar oud, de ander ongeveer 3 jaar. Het is een aandoenlijk tafereeltje.


Mlondozidam zelf is een hooggelegen picknickplaats en biedt een schitterend uitzicht op de oevers van de beneden liggende rivier. Er liggen zo'n veertig nijlpaarden te snorkelen in het water. Een neushoorn zoekt verkoeling in de schaduw van een lommerrijke boom en een groep olifanten trekt de rivier voor het stuwmeer van de dam over. Van de kleintjes steken alleen de slurfjes boven het water uit.

Langs de weg terug richting restcamp Lower Sabi biedt Sunset dam weer een prachtig schouwspel van krokodillen, ooievaars, nimmerzats, boomeenden, bavianen, impala's en diverse steltlopertjes.
Aangekomen in het restcamp lijkt het weer te gaan veranderen. In de verte pakken donkere wolken aan de hemel samen en de wind trekt aan. Een verfrissende plons in het zwembad kan nog net.