Een kleine samenvatting na drie jaar actie voor Centre Simama in Kisangani. Het begon na een ontmoeting met pater Martien Konings in Nijmegen. Hij was ruim 50 jaar geleden naar Congo vertrokken. Toen hij door een tropische ziekte verlamd raakte en in een rolstoel terechtkwam, startte hij een kleine hulppost voor lokale oorlogsslachtoffers en gehandicapte kinderen. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in het St. Jozefklooster in Nijmegen dat nu is ingericht als verzorgingshuis. Daar bespraken we de plannen om samen naar Congo te reizen om het revalidatiecentrum verder te ontwikkelen. Kort daarna overleed pater Martien. Op 19 oktober 2018 vond in klein gezelschap zijn indrukwekkende begrafenis plaats.
Père Mbeshi Mudende, de coördinator van een 40-tal revalidatiecentra in Congo, was uit Kinshasa overgekomen om de begrafenis bij te wonen. Daarbij kwam ook het plan om naar Congo te reizen ter sprake. We zouden elkaar in Kinshasa ontmoeten vanwaaruit de reis naar Kisangani gepland kon worden. Het zou al bij al toch een enigszins avontuurlijke onderneming worden. Congo is geen vakantieland. Bijgevolg valt Congo ook buiten de wereldwijde dekking van een normale reisverzekering. Het organiseren van visa vraagt veel papierwerk, inreisdocumenten en vooral ook veel geduld. Gelukkig reisden mijn broer en zijn vrouw in diezelfde tijd op uitnodiging naar Congo in verband met afspraken over het opzetten van een safaripark in de buurt van Kinshasa. We konden uiteindelijk in oktober 2019 in Brussel inchecken voor de vlucht naar Kinshasa.
Kinshasa is een metropool met ruim 16 miljoen inwoners. We kregen de mededeling dat we als witte buitenlanders het hotel, dat midden in de stad ligt, niet zonder begeleiding konden verlaten. Met een Nederlandse vrouw, die Kinshasa goed kent, kregen we de indruk dat de slechte reputatie van de stad niet helemaal terecht was. Althans niet veel anders dan andere wereldsteden. In de buurt waar zij woont konden we op ons gemak rondwandelen. We bezochten als echte toeristen het Nationaal Museum, dat speciaal ter gelegenheid van ons bezoek openging. De collectie Congolese kunst steekt hier overigens schril af tegenover die van het onlangs heropende
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Op een terras aan de oever van de Congo-rivier was het goed toeven. Jean Mbeshi had een afspraak gemaakt voor een bezoek aan de Nederlandse ambassade. Men is er graag op de hoogte van wat Nederlanders in Congo komen doen. Tijdens een korte briefing over de actuele politieke situatie werd geadviseerd het land voor de kerst (2018) te verlaten. Dit met het oog op de aanstaande presidentsverkiezingen. Na een binnenlandse vlucht naar Kisangani, een stad van 1.6 miljoen inwoners, maakte ik voor het eerst kennis met Centre Simama.
Inmiddels is het centrum onder de handen van Martien Konings uitgegroeid tot een aanzienlijk revalidatiecentrum. Een oase van respectvolle aandacht, zorg en hulp voor gehandicapten kinderen en volwassenen midden in de stadsjungle van Kisangani, waar gehandicapten als een last in de samenleving gezien worden. Het centrum geniet een tot in de wijde omtrek bijzonder goede reputatie.
Eind december 2018 waren vanuit België allerlei fysiotherapeutische hulpmiddelen als rolstoelen, loophulpen en andere materialen verscheept. De buitenlandse vrachten worden doorgaans een tijdje op verschillende plaatsen in quarantaine gehouden, dat levert de nodige inkomsten op. In Kinshasa wist men dat de vracht onderweg was naar Kisangani. Een afstand over de Congo-rivier van 1.734 km. stroomopwaarts. Afhankelijk van de conditie van de boot en de wisselende waterstanden kan dat maanden duren. Uiteindelijk konden we de vracht begin november 2019 in ontvangst nemen. De stad is gemoedelijker dan de hoofdstad Kinshasa. Ook een
mzungu, een 'witte
', kan er gewoon over straat.
Project Actie voor Centre Simama. Tijdens de periode dat ik in Congo verbleef, had Kees de Kok van de afdeling diaconie van de Catharinaparochie te Oosterhout het plan opgevat om voor de jaarlijkse Bisschoppelijke Vasten Actie Centre Simama als eigen doel te kiezen. Dit bleek op grote bijval van een flink aantal enthousiaste vrijwilligers uit Dorst te mogen rekenen. Hetgeen resulteerde in een verrassend grote bijdrage voor het project in Congo. Voor 2019 was de opbrengst begroot op € 4.500,-. Het eindresultaat bleek € 11.540,- te zijn. In 2020 was dat ondanks de Corona-crisis zelfs € 16.163,- en dit jaar in 2021 kon er maar liefst € 24.000,- overgemaakt worden naar het centrum.
Alles bijeen een substantiële bijdrage aan het revalidatiecentrum, waarvoor de directie van Centra Simama mij verzocht de hartelijke dank over te brengen aan alle vrienden uit Nederland die zo ruimhartig bijgedragen hebben aan het welslagen van de actie voor het centrum. Asante kwa marafiki wote kutoka Holland, dank aan alle vrienden uit Holland! Zonder de steun van zoveel vrijwilligers had de actie voor Congo niet zo succesvol kunnen verlopen.
Van de gelden is de entree opnieuw aangelegd. De wachtruimte voor patiënten is gerenoveerd en voorzien van een solide dak. Het verblijf voor langdurige patienten is opgeknapt. Ook is de röntgenapparatuur deels gerepareerd en deels vernieuwd, zijn er orthese-materialen voor de orthopedische werkplaats aangeschaft en is de werkplaats tevens van nieuwe apparatuur voorzien. Daarnaast wordt er een speciale ruimte voor de behandeling van gehandicapte kinderen gebouwd. Deze is mede door de
Stichting Bisschop Bekkers ingericht. Bovendien is er nog bijna € 5.000,- beschikbaar voor de aanschaf van nieuwe digitale apparatuur: gsm-telefoons, laptops en tablets.
Deze brengen we in een later stadium naar Congo. Wanneer de Corona maatregelen dat weer toelaten is het de bedoeling om samen met een orthopedisch instrumentmaker uit Breda naar Kisangani te reizen om er ter plekke verschillende workshops te geven.
L'information c'est la lumiere du monde staat er op een door de oorlog gehavend gebouw in Kisangani. Informatie is het licht van de wereld. Verstoken van binnen- en buitenlandse journalistieke berichtgeving blijft Congo als een geïsoleerd eiland onder de radar van de vrije nieuwsgaring. "In Congo speelt zich een van de meest complexe crises ter wereld af. COVID-19 komt daar nog eens bovenop", meldt het Rode Kruis. Het land bungelt ergens onderaan de wereldranglijst van welvarende landen. Corruptie viert er hoogtij. De armoede is schrijnend. Anderzijds maakt een kleine groep van de bevolking met computers, gsm-telefoons en internet een sprong in de moderniteit. Technieken die hen in de laatste 10 jaar ten deel zijn gevallen, komen echter hooguit 10% van de bevolking ten goede. Zonder een sociaal vangnet van overheidswege en zonder noemenswaardige medische voorzieningen leeft 90% van de Congolezen met de dood voor ogen. Ze bouwen in een stoïcijnse gelatenheid of beter gezegd met een verbluffende heldenmoed aan hun toekomst.
Typerend voor de enorme verschillen met onze cultuur is de reactie op de berichten van de Corona-pandemie die hen vanuit Europa ter ore waren gekomen: Wat is dat voor een hysterie in Holland over Corona? In Congo zijn ebola, cholera en gele koorts aan de orde van de dag. TBC, pokken en polio zijn niet of nauwelijks onder controle. In de bush brouwen wijze vrouwen een soep van kruiden uit het regenwoud om malaria - succesvol! - te genezen. Hier heerst een totaal andere visie op 'maakbaarheid'. Aan tafel hoor ik tijdens het eten over 'de kringloop van het leven'. Een springlevende visie op leven en dood. Overledenen leven als 'geest' met de dagelijkse gang van zaken mee. Een spirituele houding ten opzichte van de dood die getuigt van een bijna wereldvreemd realisme.
In Congo sterven de doden niet. De overgang van leven naar dood is een belangrijk moment in de Congolese samenleving. Een begrafenis wordt 'gevierd' met soms honderd man of meer. Genodigd of niet, familie, buren en dorpelingen blijven dagen achtereen bij elkaar. Het is een tijd waarin verdriet afgewisseld wordt met vreugde. De nabestaanden vertellen elkaar verhalen over de overledene, maken muziek en dansen. Die overgangstijd wordt benut om alle daden van de overledene in de geschiedenis van de achterblijvers in te weven, totdat de levenscirkel weer rond is gemaakt en het leven haar gang kan hervatten. Daarna wordt met een welhaast ongekende veerkracht en geestelijke creativiteit de levensdraad weer opgenomen. De doden sterven niet; zij blijven deel uitmaken van het alledaagse bestaan en keren terug naar wie en waar zij iets van zichzelf, van hun ziel, hebben achtergelaten. Ze leven voort in de woorden die ze gesproken hebben, de bomen die door door hun handen geplant zijn, het vee dat ze gehoed hebben, de mensen die ze lief hebben gehad en de kinderen die ze mee hebben gevoed. Die cultuur maakte een onvergetelijke indruk en het verblijf in Kisangani tot een verrijkende ervaring.
Het project in Kisangani heeft drie jaar onder de vlag van de Bisschoppelijke VastenActie een substantiële bijdrage kunnen leveren aan Centre Simama. Afgerond is de actie voor Congo natuurlijk nooit. De contacten die gelegd zijn, blijven bestaan. Hoe we verder samen met het Congolese bestuur van het revalidatiecentrum een vinger aan de pols kunnen houden zal de toekomst uitwijzen, maar plannen ervoor zijn er al wel.