De Serval is een middelgrote katachtige die leeft op de Afrikaanse savanne.
Hij houdt zich op in dicht struikgewas en komt sporadisch in zicht.
Hij heeft opvallend lange poten, een kort staartje, lange nek met een kleine kop met grote, afgeronde oren en een korte snuit.
De vacht is geelbruin van kleur, met een onregelmatige tekening van zwarte strepen en vlekken.
Italianen noemen hem il gattopardo, letterlijk "de tijgerkat".
De belangrijkste prooi zijn muizen, die hij door zijn uitstekende gehoor in het hoge gras of onder de grond weet te vinden.
Dankzij zijn lange poten kan hij over het hoge gras kijken.
Zijn dagritme past hij aan: in geval van dagactieve muizen jaagt hij overdag, zijn er nachtactieve muizen dan jaagt hij 's nachts.
Een prooi bespringt hij met een snelle sprong, vogels pakt hij met een luchtsprong.
Pluimveehouders zijn er niet gek op, om de schade die hij aanricht.
Op weg naar Mlondozi dam zien Marjo en Fred een serval kat de bosjes inschieten.
Een uitzonderlijk moment, want eenmaal in het struikgewas, vallen ze niet meer op en 'smelten' ze door hun camouflage vacht samen met de omgeving.
Een ontbijt op de picknick plaats van Mlondozi is altijd weer groot genoegen.
Het uitzicht met in de diepte het stuwmeer is fantastisch.
Gegarandeerd nijlpaarden in het water en olifanten of neushoorns op de oevers.
Van de picknickplaats bij Mlondozi naar Lower Sabie is maar een kwartiertje rijden.
Daar liggen een paar krokodillen aan de oever bij Sunset dam zich op te warmen in het zonnetje.
Een reus van bijna zeven meter lang domineert het clubje van de grootbek-beesten.
Zij terroriseren de plas met hun onverzadigbare vraatzucht.
Een volwassen waterbok is voor de enorme knaap slechts een snackje tussendoor.
De andere krokodillen houden 'respectvol' afstand van het monster, want in tijden van voedselschaarste schroomt hij niet om een soortgenoot op het menu te zetten.
Tegen de avond lijkt het wildlife weer op pad te gaan, er is dan volop leven langs de weg.
De natuur in het park laat zich dan van zijn fraaiste kanten zien.
Zo wandelt er onverwacht nonchalant een leeuwin langs de auto.
Aan de kant grazen twee neushoorns, verschillende giraffen en een groot aantal olifanten.Verderop trekken zebra's en gnoes over de savanne.
Ook grazen er de altijd - in grote getale - aanwezige impala's.
Impala's zijn nooit alleen. Als eenling zijn ze te kwetsbaar.
In elkaars gezelschap zijn ze weerbaarder in geval van gevaar.
De elegante dieren grazen altijd gezamenlijk in grote kuddes.
Maar leeuwen zijn altijd in de buurt en daarom zijn er altijd een paar, die - met gespitse oren - alert op de uitkijk staan.
Langzaam gaat de zon in het Krugerpark met een oranje rode gloed onder.
Tijd voor vleeseters om op pad te gaan voor het dagelijks rantsoen.
Tijd voor Marjo en Fred om het restcamp op te zoeken.
Deze keer voor de laatste overnachting in Crocodile Bridge.
Vanaf morgen verblijven zij nog enkele dagen in het Skukuza kamp, om dan na vier weken weer op weg naar Nederland te gaan.
Hij houdt zich op in dicht struikgewas en komt sporadisch in zicht.
Hij heeft opvallend lange poten, een kort staartje, lange nek met een kleine kop met grote, afgeronde oren en een korte snuit.
De vacht is geelbruin van kleur, met een onregelmatige tekening van zwarte strepen en vlekken.
Italianen noemen hem il gattopardo, letterlijk "de tijgerkat".
De belangrijkste prooi zijn muizen, die hij door zijn uitstekende gehoor in het hoge gras of onder de grond weet te vinden.
Dankzij zijn lange poten kan hij over het hoge gras kijken.
Zijn dagritme past hij aan: in geval van dagactieve muizen jaagt hij overdag, zijn er nachtactieve muizen dan jaagt hij 's nachts.
Een prooi bespringt hij met een snelle sprong, vogels pakt hij met een luchtsprong.
Pluimveehouders zijn er niet gek op, om de schade die hij aanricht.
Op weg naar Mlondozi dam zien Marjo en Fred een serval kat de bosjes inschieten.
Een uitzonderlijk moment, want eenmaal in het struikgewas, vallen ze niet meer op en 'smelten' ze door hun camouflage vacht samen met de omgeving.
Een ontbijt op de picknick plaats van Mlondozi is altijd weer groot genoegen.
Het uitzicht met in de diepte het stuwmeer is fantastisch.
Gegarandeerd nijlpaarden in het water en olifanten of neushoorns op de oevers.
Van de picknickplaats bij Mlondozi naar Lower Sabie is maar een kwartiertje rijden.
Daar liggen een paar krokodillen aan de oever bij Sunset dam zich op te warmen in het zonnetje.
Een reus van bijna zeven meter lang domineert het clubje van de grootbek-beesten.
Zij terroriseren de plas met hun onverzadigbare vraatzucht.
Een volwassen waterbok is voor de enorme knaap slechts een snackje tussendoor.
De andere krokodillen houden 'respectvol' afstand van het monster, want in tijden van voedselschaarste schroomt hij niet om een soortgenoot op het menu te zetten.
Tegen de avond lijkt het wildlife weer op pad te gaan, er is dan volop leven langs de weg.
De natuur in het park laat zich dan van zijn fraaiste kanten zien.
Zo wandelt er onverwacht nonchalant een leeuwin langs de auto.
Aan de kant grazen twee neushoorns, verschillende giraffen en een groot aantal olifanten.Verderop trekken zebra's en gnoes over de savanne.
Ook grazen er de altijd - in grote getale - aanwezige impala's.
Impala's zijn nooit alleen. Als eenling zijn ze te kwetsbaar.
In elkaars gezelschap zijn ze weerbaarder in geval van gevaar.
De elegante dieren grazen altijd gezamenlijk in grote kuddes.
Maar leeuwen zijn altijd in de buurt en daarom zijn er altijd een paar, die - met gespitse oren - alert op de uitkijk staan.
Langzaam gaat de zon in het Krugerpark met een oranje rode gloed onder.
Tijd voor vleeseters om op pad te gaan voor het dagelijks rantsoen.
Tijd voor Marjo en Fred om het restcamp op te zoeken.
Deze keer voor de laatste overnachting in Crocodile Bridge.
Vanaf morgen verblijven zij nog enkele dagen in het Skukuza kamp, om dan na vier weken weer op weg naar Nederland te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten