De busrit van de Polarlys naar de Noordkaap is een 'eenzaam avontuur'. Onderweg komen we meer - in het wild levende - rendieren tegen dan mensen. Boven de poolcirkel wonen 400.000 Noord-Noren, die op de toendra's al eeuwenlang de meest noordelijke beschaving ter wereld vormen. Onderweg stoppen we kort bij de Sami-versie van Frau Antje uit Volendam. In zijn eentje met een albino rendier, dat zonder bescherming niet zou overleven, vertegenwoordigt hij de Sami-bevolking. De Samen of Sami zijn een van oorsprong nomadisch volk dat het Noord-Europese Lapland bewoont. Ze zijn ook bekend onder de naam Lappen.
De Sami - zij beschouwen het als een belediging om met 'Lappen' aangesproken te worden - leven verspreid over het Russische Kola-schiereiland en Fins en Zweeds Lapland tot Noord-Noorwegen. Slechts 10% van de Sami-bevolking leeft van het houden van rendieren. Dat zijn 2.800 Sami, waarvan er 2.100 in Finnmark, de noordelijkste provincie van Noorwegen, leven. Zij bezitten 200.000 rendieren. In de winter zoeken de rendierkuddes hun mos door met hun hoeven de sneeuw van het bergplateau weg te krabben. Tijdens de zomer grazen ze in de kustgebieden en op enkele eilanden, waar de herders hun tentenkampen opgeslagen hebben, zoals bijvoorbeeld hier bij de Noordkaap.
Na opnieuw een indrukwekkende nachtelijke midzomerzon, de foto is om 01.00 uur genomen, stevenen we de volgende ochtend af op Hammerfest, dat al eeuwenlang de 'noordelijkste stad ter wereld' wordt genoemd. Ze ligt op dezelfde breedtegraad als Point Barrow van Alaska. In 1789 kreeg dit dorp de status van 'handelsstad', toen de handelsmonopolies langs de kust ontbonden werden. De 40 bewoners werden toen vrijgesteld van belastingen.
Op de terugweg vanaf Kirkenes in zuidelijke richting naar Bergen doet de Polarlys die havens overdag aan, die in de noordelijke richting 's nachts gepasseerd zijn. In totaal wordt er op de heen- en terugweg bij 34 havens aangelegd.
Er ontstaat enige opwinding onder de passagiers wanneer door de omroepinstallatie de mededeling klinkt dat de kapitein op de brug een walvis gesignaleerd heeft. Met het fototoestel in de aanslag wordt de zee afgetuurd op enige rimpeling. Het moet een machtig gezicht zijn alleen al de staart boven het wateroppervlak uit te zien komen. Het blijkt evenwel helaas loos alarm, maar het idee dat het had gekund ....... zorgt al voor ruim meer deining aan boord dan de vermeende walvis in zee.
Bij Svolvær, de hoofdstad van de Lofoten archipel, stappen we over op een kleinere en snellere boot. We hebben een zee-arend safari geboekt. We varen vanuit Svolvær de imposante Trollfjord binnen.
Het regent zachtjes en de zwart-grijze Noorse lei schittert ons van alle kanten tegemoet. In deze regio is de grootste kabeljauwvisserij ter wereld gevestigd, die elk jaar van januari tot april plaatsvindt. De vangst varieert van jaar tot jaar tussen de 25 en 50 miljoen kilo. Een paradijselijk lekkerland dan ook voor zeevissende vogels. Er vliegen grote zwermen prachtige zeemeeuwen met ons bootje mee. Zij kennen de bootjes en weten dat er wat te halen valt.
Ik realiseer me dat het wat gekunsteld is om de vogels met gevangen vis te lokken, maar dat vergeet ik snel wanneer de prachtige dieren zo dicht binnen handbereik blijken te komen. De vleugels wapperen je letterlijk om de oren.
Hoewel de zeemeeuwen hier in de fjord forser en groter zijn dan die we aan de Nederlandse kusten zien en hoewel het meester-visvangers zijn, zij moeten toch het veld ruimen voor de echte koningen van de luchten in het Trollfjord: de zee-arenden.
De Lofoten zijn de beste plek ter wereld om zee-arenden te spotten. Dankzij beschermingsmaatregelen leven er hier weer zo'n 2.000 exemplaren, terwijl er in geen enkel land ter wereld nog meer dan 100 leven. Met hun spanwijdte van wel 2 meter, hun karakteristieke kop, hun gevingerde vleugel-einden en witte staart maken zij een zeer spectaculaire indruk. Ze worden wel 'vliegende deuren' genoemd. Gelokt door de uitgeworpen vis, zien wij er vijf of zes majestueus aan komen zweven en feilloos de vis in hun machtige klauwen oppikken. Snel als ze zijn, is het lastig ze close-up voor de camera te krijgen. Hun vlucht is pure sensatie.
Langzaam maar zeker varen we verder in zuidelijke richting naar Bergen. Het wordt nu ook wat minder koud met name de soms ijskoude wind neemt af en de laatste dagen breekt ook de zon echt door, waardoor het heel aangenaam wordt om op het dek met een fleece-deken te genieten van de zuivere lucht en het soms ongekend bijzondere licht.
Na 13 dagen aan boord van de MS Polarlys hebben we kennis gemaakt met de Noorse zeewereld van fjorden, trollen, de middernachtzon, het eindpunt van Noord Europa, rendieren, zeemeeuwen, zeearenden, fikse poolwinden en bittere kou, prachtige vergezichten, schitterende wolkenformaties, verbluffend spectaculair licht en niet op de laatste plaats bijzonder aardige Noren. Alles bijeen redenen genoeg om een paar zee-benen voor lief te nemen. Tot slot nog een impressie van de Hurtigruten-reis in vijftig tinten blauw.
De Sami - zij beschouwen het als een belediging om met 'Lappen' aangesproken te worden - leven verspreid over het Russische Kola-schiereiland en Fins en Zweeds Lapland tot Noord-Noorwegen. Slechts 10% van de Sami-bevolking leeft van het houden van rendieren. Dat zijn 2.800 Sami, waarvan er 2.100 in Finnmark, de noordelijkste provincie van Noorwegen, leven. Zij bezitten 200.000 rendieren. In de winter zoeken de rendierkuddes hun mos door met hun hoeven de sneeuw van het bergplateau weg te krabben. Tijdens de zomer grazen ze in de kustgebieden en op enkele eilanden, waar de herders hun tentenkampen opgeslagen hebben, zoals bijvoorbeeld hier bij de Noordkaap.
Na opnieuw een indrukwekkende nachtelijke midzomerzon, de foto is om 01.00 uur genomen, stevenen we de volgende ochtend af op Hammerfest, dat al eeuwenlang de 'noordelijkste stad ter wereld' wordt genoemd. Ze ligt op dezelfde breedtegraad als Point Barrow van Alaska. In 1789 kreeg dit dorp de status van 'handelsstad', toen de handelsmonopolies langs de kust ontbonden werden. De 40 bewoners werden toen vrijgesteld van belastingen.
Op de terugweg vanaf Kirkenes in zuidelijke richting naar Bergen doet de Polarlys die havens overdag aan, die in de noordelijke richting 's nachts gepasseerd zijn. In totaal wordt er op de heen- en terugweg bij 34 havens aangelegd.
Er ontstaat enige opwinding onder de passagiers wanneer door de omroepinstallatie de mededeling klinkt dat de kapitein op de brug een walvis gesignaleerd heeft. Met het fototoestel in de aanslag wordt de zee afgetuurd op enige rimpeling. Het moet een machtig gezicht zijn alleen al de staart boven het wateroppervlak uit te zien komen. Het blijkt evenwel helaas loos alarm, maar het idee dat het had gekund ....... zorgt al voor ruim meer deining aan boord dan de vermeende walvis in zee.
Bij Svolvær, de hoofdstad van de Lofoten archipel, stappen we over op een kleinere en snellere boot. We hebben een zee-arend safari geboekt. We varen vanuit Svolvær de imposante Trollfjord binnen.
Het regent zachtjes en de zwart-grijze Noorse lei schittert ons van alle kanten tegemoet. In deze regio is de grootste kabeljauwvisserij ter wereld gevestigd, die elk jaar van januari tot april plaatsvindt. De vangst varieert van jaar tot jaar tussen de 25 en 50 miljoen kilo. Een paradijselijk lekkerland dan ook voor zeevissende vogels. Er vliegen grote zwermen prachtige zeemeeuwen met ons bootje mee. Zij kennen de bootjes en weten dat er wat te halen valt.
Ik realiseer me dat het wat gekunsteld is om de vogels met gevangen vis te lokken, maar dat vergeet ik snel wanneer de prachtige dieren zo dicht binnen handbereik blijken te komen. De vleugels wapperen je letterlijk om de oren.
Hoewel de zeemeeuwen hier in de fjord forser en groter zijn dan die we aan de Nederlandse kusten zien en hoewel het meester-visvangers zijn, zij moeten toch het veld ruimen voor de echte koningen van de luchten in het Trollfjord: de zee-arenden.
De Lofoten zijn de beste plek ter wereld om zee-arenden te spotten. Dankzij beschermingsmaatregelen leven er hier weer zo'n 2.000 exemplaren, terwijl er in geen enkel land ter wereld nog meer dan 100 leven. Met hun spanwijdte van wel 2 meter, hun karakteristieke kop, hun gevingerde vleugel-einden en witte staart maken zij een zeer spectaculaire indruk. Ze worden wel 'vliegende deuren' genoemd. Gelokt door de uitgeworpen vis, zien wij er vijf of zes majestueus aan komen zweven en feilloos de vis in hun machtige klauwen oppikken. Snel als ze zijn, is het lastig ze close-up voor de camera te krijgen. Hun vlucht is pure sensatie.
Langzaam maar zeker varen we verder in zuidelijke richting naar Bergen. Het wordt nu ook wat minder koud met name de soms ijskoude wind neemt af en de laatste dagen breekt ook de zon echt door, waardoor het heel aangenaam wordt om op het dek met een fleece-deken te genieten van de zuivere lucht en het soms ongekend bijzondere licht.
Na 13 dagen aan boord van de MS Polarlys hebben we kennis gemaakt met de Noorse zeewereld van fjorden, trollen, de middernachtzon, het eindpunt van Noord Europa, rendieren, zeemeeuwen, zeearenden, fikse poolwinden en bittere kou, prachtige vergezichten, schitterende wolkenformaties, verbluffend spectaculair licht en niet op de laatste plaats bijzonder aardige Noren. Alles bijeen redenen genoeg om een paar zee-benen voor lief te nemen. Tot slot nog een impressie van de Hurtigruten-reis in vijftig tinten blauw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten