Net voor de kerst werden de 11 dozen met materialen voor het Centre Simama door DHL-Express opgehaald. Dat was tevens het sein om met een gerust hart te kunnen vertrekken naar Kisangani. Met twee grote koffers en de sta-op rolstoel als bagage bracht Kees de Kok me naar Brussel.Ruim 16 uur later en 7.654 km verder landde de Boeing 737, met tussenstops in Addis Abeba en Entebbe, op de luchthaven in Kisangani. Het was een rustige vlucht. Als enige blanke word ik snel herkend door Eric, de nieuwe Congolese directeur van het Centrum.
De kennismaking verloopt vlotjes. De omgeving is bekend, het huis met de riante tuin vertrouwd. Daar maak ik kennis met huisgenoot Jafeth. Met het weerzien van papa Jean, de huiskok, voel ik me snel op mijn gemak. We hebben al twee weken geen stroom, zegt Eric. Dat betekent geen druk op de waterleiding, niet douchen dus, maar ook geen gelegenheid om telefoons op te laden. Basic, as usual! Reden om nu en dan een café met terrassen langs de Congo-rivier op te zoeken om de digitale communicatie op gang te houden en een biertje te drinken.
Het is weekend. Door de week verzorgt papa Jean het ontbijt, de lunch en het avondeten. Nu koken we zelf op een houtskoolvuurtje en doen we boodschappen op de markt.
De markt ligt midden in Kisangani en is zo'n vier à vijf voetbalvelden groot. Tussen de stalletjes met potten, pannen, bromfietsonderdelen, stapels schoenen, nieuwe en gebruikte kleding, allerlei groenten en exotische fruitsoorten, die ik niet allemaal thuis kan brengen, wordt geen meter onbenut gelaten om kippen, varkens, apen in een kooitje en kant en klare eetwaren te koop aan te bieden. Ze laten me liever in de auto, maar geflankeerd door beide Congolese huisgenoten mag ik mee de markt op. Onder geen enkel beding mag ik op eigen houtje wat rondneuzen. Met een verse zongerijpte ananas, de nodige maniokwortels, bataten, een kilo knoflook, veel flessen water en twee kippen op schoot komen we thuis.
Thuis worden de twee kippen met een touwtje aan een avocadoboom in de tuin vastgebonden om later onder de handen van papa Jean in een pannetje te verdwijnen en als een smakelijke dis terug te keren op tafel. Een culinaire tovertruc van papa Jean. Hij vertelt dat je papayazaden kunt eten als profylaxe tegen malaria. De smaak heeft iets weg van radijs en peper. Ze zijn knettergezond.
Als ik aan tafel mijn zorg uit over het uitblijven van de stroom, antwoordt Eric: op een gegeven moment krijgen we dat wel weer, met de rekening over de hele maand. Wordt die niet direct betaald, dan wordt het licht afgesloten. Hij ligt er niet wakker van; er zijn wel belangrijker zaken.......
Met de Congolese collega fysiotherapeuten is het bijzonder prettig samenwerken, een hecht team dat al jaren enthousiast bijdraagt aan de goede naam van het Centrum. De zorg voor gehandicapten, die met veel toewijding geholpen worden om een zelfstandig bestaan op te bouwen, staat hoog in het vaandel. Wanneer het ook maar enigszins mogelijk is, krijgen gehandicapten - meestentijds oorlogsslachtoffers - een betaalde baan bij het onderhouden van het groen in de tuin, op de timmerwerkplaats of als kracht bij de bouw/verbouwing van projecten, die het centrum op eigen terrein ter hand nemen.
Als extra bagage in het vliegtuig had ik naast fysio-apparatuur ook een gloednieuwe bijzonder geavanceerde kinderstoel van een collega kinderfysiotherapeute meegekregen, met dank aan Gemma. Men is er van onder de indruk maar voor het gebruik ervan is wel enige uitleg nodig. Al snel wordt er over gedacht om die bijzondere stoel in de timmerwerkplaats na te maken.
De economie van het land laat veel te wensen over. De patiënten van het centrum, met name de gehandicapten, staan niet eens op de onderste treden van de maatschappelijke ladder. Ze staan er helemaal niet op. Op de onderste treden staan de kleine ondernemers, die langs de weg hun koopwaar aanbieden. Vrouwen zitten meestal met fruit of met eigen gefrituurde beignets aan de kant van de straat. Dan heeft de ladder een hele tijd helemaal geen treden. Vervolgens hoog op de bovenste treden staan bekende multinationals als Heineken/Bralima en aanbieders van mobiele telefonie als Vodafone en Orange. Tenslotte op de allerboevenste trede staat op eenzame hoogte de president met zijn entourage.
Zelfredzaamheid is voor de Congolees de enige kans om te overleven. Binnen het Centre Simama vinden de allerarmsten en meest behoeftigen solidariteit, zorg en respect. Ook de kerk is hier een toevluchtsoord. Het is een pragmatische kerk, die haar handen vuil durft te maken. De overheid heeft lege handen. Zij weet dat de kerk populair is bij tachtig procent van de bevolking, en ziet dat met lede ogen aan. De kerk geniet wel van enige privileges, zoals het gratis invoeren van medische hulpmiddelen, maar die worden even vrolijk als serieus aangetast of moeten zwaar bevochten worden. Bureaucratie en corruptie gaan hand in hand. Ook wij krijgen er mee te maken. De zending materialen wordt in Kinshasa 'in depot' gehouden - zo wordt het althans genoemd - om daar vervolgens een malse rekening voor in de dienen. Terwijl het transport van Nederland naar Kisangani contractueel met DHL is vastgelegd, krijgen we een gepeperde rekening voor het transport van Kinshasa naar Kisangani. Men is er erg laconiek over, leeft er mee; het is immers aan de orde van de dag. Ik vind het stuitend, maar dat zal wel naïef idealisme zijn en breng het voorlopig dus maar onder in de categorie 'zelfredzaamheid'.
We vieren de jaarwisseling in de tuin. Het is donker en tot diep in de nacht bijna dertig graden. Er is nog steeds geen elektriciteit. Maar het kosmische decor is geweldig. Aan het hemelgewelf de Melkweg met in haar magische sluier een waaier van fonkelende sterren en helder zichtbare nevels. Jafeth haalt bier voor ons drieën. We zijn blij dat de materialen onder weg zijn, zegt Eric met een bewonderenswaardig optimisme. Tussen het geronk van de generatoren, die niet genoeg hebben aan de oplichtende sterrenhemel, klinkt gezang en het opzwepende ritme van de rumba in een Afrikaans jasje. Een bijzondere start van 2020. Ik kan me niet heugen eerder een jaarwisseling zonder stroom te hebben meegemaakt, zelfs op je 70ste kun je dus iets verrassends meemaken 😳.
Niemand draagt hier een zonnebril. De Congolezen zien de zon hier zonder probleem schijnen, ondanks dat die het leven hier twaalf uur per dag behoorlijk heftig in het daglicht kan zetten. Dank zij hun optimisme raak ik er ook van overtuigd dat niet alles fout zal gaan; de materialen zijn immers onderweg. Ze zijn in ieder geval al in Kisangani gearriveerd. Kwestie van tijd. Het tempo waarin wij in het westen leven, zadelt ons ook op met ongeduld, realiseer ik me. Langzaamaan leer ik dan ook te kijken, zonder bril die het leven onnodig verduistert 😊.
Aan het eind van mijn verblijf stopt papa Jean als afscheidscadeau een flinke pot met gedroogde papayapitten in mijn handen. Als souvenir een herinnering aan Congo, lacht hij, voor je gezondheid.
Wanneer we op weg naar het vliegveld de asfaltwegen verlaten, zegt Eric veelbetekenend: nu verlaten we het Zaïre van Mubutu en komen we in het Congo van Kabila en Tshsekedi. We rijden stapvoets verder over hobbelige rode zandwegen vol met diepe kuilen en bezaaid met puin. We passeren een fietser die een varken, levend en wel, achter op zijn fiets vervoert. Iets verder wordt naast de ananassen (illegaal) bushmeat - vlees van dieren die in het bos gevonden worden - te koop aangeboden. Hier kun je voordeliger inkopen doen dan op de markt in de stad, merkt Eric op.
Zelfredzaamheid is voor de Congolees de enige kans om te overleven. Binnen het Centre Simama vinden de allerarmsten en meest behoeftigen solidariteit, zorg en respect. Ook de kerk is hier een toevluchtsoord. Het is een pragmatische kerk, die haar handen vuil durft te maken. De overheid heeft lege handen. Zij weet dat de kerk populair is bij tachtig procent van de bevolking, en ziet dat met lede ogen aan. De kerk geniet wel van enige privileges, zoals het gratis invoeren van medische hulpmiddelen, maar die worden even vrolijk als serieus aangetast of moeten zwaar bevochten worden. Bureaucratie en corruptie gaan hand in hand. Ook wij krijgen er mee te maken. De zending materialen wordt in Kinshasa 'in depot' gehouden - zo wordt het althans genoemd - om daar vervolgens een malse rekening voor in de dienen. Terwijl het transport van Nederland naar Kisangani contractueel met DHL is vastgelegd, krijgen we een gepeperde rekening voor het transport van Kinshasa naar Kisangani. Men is er erg laconiek over, leeft er mee; het is immers aan de orde van de dag. Ik vind het stuitend, maar dat zal wel naïef idealisme zijn en breng het voorlopig dus maar onder in de categorie 'zelfredzaamheid'.
We vieren de jaarwisseling in de tuin. Het is donker en tot diep in de nacht bijna dertig graden. Er is nog steeds geen elektriciteit. Maar het kosmische decor is geweldig. Aan het hemelgewelf de Melkweg met in haar magische sluier een waaier van fonkelende sterren en helder zichtbare nevels. Jafeth haalt bier voor ons drieën. We zijn blij dat de materialen onder weg zijn, zegt Eric met een bewonderenswaardig optimisme. Tussen het geronk van de generatoren, die niet genoeg hebben aan de oplichtende sterrenhemel, klinkt gezang en het opzwepende ritme van de rumba in een Afrikaans jasje. Een bijzondere start van 2020. Ik kan me niet heugen eerder een jaarwisseling zonder stroom te hebben meegemaakt, zelfs op je 70ste kun je dus iets verrassends meemaken 😳.
Niemand draagt hier een zonnebril. De Congolezen zien de zon hier zonder probleem schijnen, ondanks dat die het leven hier twaalf uur per dag behoorlijk heftig in het daglicht kan zetten. Dank zij hun optimisme raak ik er ook van overtuigd dat niet alles fout zal gaan; de materialen zijn immers onderweg. Ze zijn in ieder geval al in Kisangani gearriveerd. Kwestie van tijd. Het tempo waarin wij in het westen leven, zadelt ons ook op met ongeduld, realiseer ik me. Langzaamaan leer ik dan ook te kijken, zonder bril die het leven onnodig verduistert 😊.
Aan het eind van mijn verblijf stopt papa Jean als afscheidscadeau een flinke pot met gedroogde papayapitten in mijn handen. Als souvenir een herinnering aan Congo, lacht hij, voor je gezondheid.
Wanneer we op weg naar het vliegveld de asfaltwegen verlaten, zegt Eric veelbetekenend: nu verlaten we het Zaïre van Mubutu en komen we in het Congo van Kabila en Tshsekedi. We rijden stapvoets verder over hobbelige rode zandwegen vol met diepe kuilen en bezaaid met puin. We passeren een fietser die een varken, levend en wel, achter op zijn fiets vervoert. Iets verder wordt naast de ananassen (illegaal) bushmeat - vlees van dieren die in het bos gevonden worden - te koop aangeboden. Hier kun je voordeliger inkopen doen dan op de markt in de stad, merkt Eric op.
Indrukwekkend! Een totaal andere wereld, waarvan ik (en met mij vele anderen) totaal geen benul heb. Een stoïcijnse wereld waar niemand zich druk maakt. Lukt het vandaag niet dan morgen maar. En de westerlingen rennen maar door ...
BeantwoordenVerwijderen