vrijdag 15 januari 2016

Sidemen, het echte Bali

'Op Bali dragen zelfs de politieagenten een bloem in hun haar', las ik in een van de glossy bladen op de luchthaven van Denpassar.
En dat klopt. Het eiland heeft een uitermate tolerante en vredelievende bevolking. De verschillende grote bomaanslagen uit het recente verleden- 12 oktober 2002 en 1 oktober 2005 - hebben  dan ook een schokgolf van verontwaardiging veroorzaakt. De brute terroristische aanslagen hadden een flinke daling van de toestroom van toeristen tot gevolg. Het zuiden van het eiland met steden als Kuta en Sanur met hun witte zandstranden is uitermate populair niet alleen voor veel Australiërs, die er graag komen surfen, maar ook voor Europese pensionado's die het tropische eiland opzoeken om de winterse kou in hun eigen land te ontlopen.
Inmiddels is het Indonesische eiland weer in veel reisgidsen als een aantrekkelijk vakantieoord opgenomen. Het drukbevolkte zuiden onderscheidt zich, met zijn mega billboards langs de overvolle wegen, sterk van het rustieke binnenland met haar terrasvormige rijstvelden.

Indonesië heeft de grootste moslimpopulatie ter wereld, maar is geen moslimstaat. Het erkent bij de grondwet officieel zes godsdiensten: islam, protestantisme, katholicisme, hindoeïsme, boeddhisme en confucianisme. Bali is overwegend hindoeïstisch. Het Balinese hindoeïsme bestaat uit een samensmelting van Balinese mythologieën met het hindoeïsme uit zuid- en zuidoost Azië. Barong is een leeuw-draak-achtig mythologisch figuur en heerser in de spirituele wereld. Hij bindt steeds de strijd aan met Rangda de heks om het universum te zuiveren van de boze geesten. Het dagelijkse offers brengen in de vorm van kleine riet-gevlochten mandjes gevuld met rijst, snoepjes, muntjes en geurende wierook op de stoepen van de huizen en in de hypermoderne winkelstraten is een Agama Hindu ritueel. Overal zijn kleine huistempeltjes gebouwd en elke familie die het zich kan permitteren beschikt over een heus uitgebreid tempelcomplex op eigen terrein.

Sidemen is ongeveer een uurtje met de auto rijden naar het noordoosten vanuit Ubud, het overbekende kunstenaars- en handwerkslieden dorp, dat veel toeristen trekt. In deze groene oase van rust zul je niet zo gauw toeristen treffen. Vreemd, omdat hier juist het authentieke Bali te vinden is. Tussen de zacht glooiende heuvels liggen de rijstvelden. Door een diep uitgesleten bedding meandert de rivier de Unda. Het dorp biedt een magnifiek uitzicht op de heiligste berg van Bali, de Gunung Agung, die 's ochtends en aan het eind van de dag vaak in mysterieuze nevels gehuld is. Deze bij tijd en wijle nog actieve vulkaan torent met 3.142 meter indrukwekkend boven het landschap uit. De hellingen zijn momenteel weer bedekt met vruchtbare akkers en tuinen.

De Unda is de openbare was- en badgelegenheid voor de bewoners. Eens per week verschijnen de vrouwen met hun wasmanden op hun hoofd aan de oever van de rivier en dagelijks zoeken ouders met hun kinderen beladen met shampoo en zeep het helder klaterende water op om er in hun blootje een bad te nemen. Het is een heel sociaal gebeuren en voor de kleintjes een vrolijk gespetter. Na het bad hangen jongelui tot het vallen van de avond nog even rond bij de brug om hun scooters te poetsen of om wat lol te maken.

Overigens is die brug over de Unda al bijna een jaar geleden onder het gewicht van een zware vrachtwagen bezweken, maar daar maken de praktisch ingestelde Sidemenners zich geen zorgen over. Al of niet beladen met groente of fruit dalen ze af en stijgen ze weer op over de ingestorte houten brug. En wanneer het niet regent is ook het slipgevaar geweken en zo komen ze zelfs op de scooter toch aan de overkant.
Voor de vissers uit het dorp is de Unda een bron van inkomsten waaruit ze heel behendig met stok en vangnet hun levensonderhoud bij elkaar vissen.
Wilde Bali-eenden vinden er een ongestoord territorium.




Een heel koddig gezicht is de dagelijkse waggelgang van een toom eenden langs de oever van de rivier en over de sawa's. Ik weet dat er eendenhoeders zijn, die zo'n toom eenden voor den brode bij elkaar houdt en er mee over velden en wegen trekt. Zij schijnen te luisteren naar een speciaal fluitje of geluidje. Zo'n hoeder zie ik bij deze eenden niet in de buurt. De ene keer scharrelen de dieren met z'n allen op een pas gerooid rijstveld en dan weer je zie ze in hun 'eentje' het pad bij de brug oversteken op weg naar de rivier. Maar op de een of andere manier blijven ze altijd keurig bij elkaar. Dat is misschien maar het beste ook, want ze staan hoog op het verlanglijstje van koks. Ook dienen ze als offer om de goden gunstig te stemmen.




SIDEMEN IS nog HET ECHTE BALI 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten