dinsdag 19 februari 2013

Crooks Corner


Crooks Corner is een drielandenpunt in het noordelijkste hoekje van het park.
Hier komen aan de rivier de Limpopo komen Zimbabwe, Mozambique en Zuid Afrika samen.
Zoals overal elders in de wereld waar landsgrenzen samenkomen is deze uithoek van het land berucht vanwege de smokkelroutes. Het 'boeven-hoekje' leent zich, vanwege de haast ondoordringbare jungle-achtige omgeving, uitstekend voor allerlei illegale praktijken.

Hoog in het noorden is op een lommerrijke plek aan de Luvuvhu rivier een mooie picknick-uitstapplaats gerealiseerd, Pafuri genaamd. De locatie is anders dan de rest van het park vanwege de bijzondere vegetatie, die richting Zimbabwe steeds meer jungle-achtige trekken krijgt. In dichte bossen slingeren meterslange luchtwortels als een soort lianen van de kruinen van de immense woudreuzen naar de dampige bodem.
Door het gebied heen zijn links en rechts elektrische schrikdraden aangebracht, die de trek van olifanten naar deze streek moeten ontmoedigen. Zij vormen, zeker wanneer zij in groten getale hierheen komen, een bedreiging voor de bijzondere flora.

Tjeerd de Wit had Fred de tip gegeven om Frank Mabasa, de beheerder die bij Pafuri woont, te bezoeken. Deze weet alles van de zeldzame vogels, die daar voorkomen, zoals de Pel's Fish Owl, de Nikators en Geelbek Troupand, net zo zeldzaam als de Watertrapper bij Crooks Corner.

Van Mopani naar Crooks Corner is een kleine 200 kilometer.
Voor Marjo en Fred geen enkel punt, ze zijn immers niet met een Arke gezelschapsbus op reis.

Zo rijden zij welgemoed en nietsvermoedend de weg, die maar weinig parkbezoekers gaan, richting Mozambique.
Vlak bij de grens krijgen ze twee lopende lieden in het vizier.
Nonchalant marcheren ze met volautomatische geweren om hun schouder. Georganiseerde bushwalks worden wel altijd vergezeld door bewapende rangers. Maar deze lopen alleen. Zijn de bushwalk-gasten , die ze meestal begeleiden, soms noodlottig aan hun einde gekomen tijdens een ongewenste confrontatie met hongerig wild? Zijn het misschien rangers, militaire douaneambetenaren of toch verdwaalde crooks uit de corner?
Ze lachen in ieder geval vriendelijk, dus toch maar even stoppen en een praatje maken.

Het blijkt een patrouille te zijn om de stropers op te sporen en zo nodig uit te schakelen. Daar lopen ze dan midden in de wildernis met weliswaar een GPS, maar enige onverschrokkenheid dien je wel in je standaard uitrusting bij je te hebben, want een ontmoeting met stropers loopt vast en zeker niet uit op een gezellig onderonsje.

Verder naar het noorden volgt de echte teleurstelling: Crooks Corner bestaat niet meer. Gewoon, compleet - met boeven en al ?? - weggevaagd en ontoegankelijk voor alle gemotoriseerd verkeer.

"Ook bij Shingwedzi, 65 kilometer boven Mopani, hebben we de schade van de floods van jongstleden januari gezien. Het kamp, waar we zouden verblijven, is nu gesloten. Door de hevige regenval in het noorden zijn 2 dammen in Zimbabwe gebroken, waardoor er een vloedgolf van 2 kilometer kolkend water het park binnenkolkte.
In Shingwedzi zijn bijvoorbeeld de entree, de oprit, het restaurant en diverse rondavels compleet onder een modderlaag verdwenen.  Dat er geen doden zijn gevallen is een wonder. Het water kwam van 2 kanten en iedereen heeft alles achter moeten laten.  Auto's, inventaris en persoonlijke bezittingen dreven met de stroom mee naar Mozambique. Daar zijn helaas wel diverse doden gevallen. De gasten zijn uit het kamp met helikopters weggehaald en naar veiligere oorden gebracht."


Fred zou Fred natuurlijk niet zijn, wanneer hij ook niet een koppel Swartriethaantjes met jong op zijn netvlies kreeg.
Deze vogel lijkt op het Hollandse waterhoentje maar is slechts 18/20 cm groot.
De Swartriethaan is een pikswarte voël met helder geel snawel, rooi oë en bene ( in het Zuid Afrikaans ).

p.s.
je moet goed kijken om het zwarte vogel met zijn rode pootjes en geelachtige snavel te ontwaren, het wordt gecamoufleerd door de stenen en het riet.


Verder spotte Fred nog een familie grondhoornraven met jongen, die duidelijk moeite hadden om met hun grote snavels vliegen te vangen. Een grappig gezicht.

Ook maakt hij melding van een secretarisvogel.
Deze roofvogel is de enige levende vertegenwoordiger van de familie der Sagitariidae.
Zijn naam dankt hij aan zijn hoofdpluimen, die vroeger door de klerken werden gebruikt.

Dit dier leeft op de savannes van Afrika ten zuiden van de Sahara. De secretarisvogel heeft lange poten en een grijs met zwart verenkleed. Van top tot teen meet de secretarisvogel 1,20 meter en de spanwijdte van zijn vleugels is ongeveer 2 meter. Slangen (die hij in hun geheel inslikt), kleine zoogdieren, andere vogels en reptielen vormen een belangrijke voedselbron van deze vogel, ook sprinkhanen die hij enkel eet wanneer er weinig ander voedsel voor handen is.
De vogel kan maar met moeite vliegen, maar het vliegen blijft voor de soort evolutionair noodzakelijk om te overleven, er leven namelijk veel roofdieren in het leefgebied van de vogel.

De secretarisvogel vangt zijn prooi door die met zijn lange poten dood te trappen.
Hij nestelt zich in de kruin van een boom, 3-7 meter boven de grond en kiest daarvoor een boom uit waarvan de stam omringd is door dicht struikgewas. Zowel het mannetje als het wijfje vliegen af en aan met takjes en twijgjes in hun snavel en maken hiervan een vrij plat nest.
Het wijfje legt 2-3 eieren met rode vlekjes, die ze zelf bebroedt. Het mannetje brengt haar voedsel. De ouders zorgen samen voor de kuikens. Na 65-85 dagen kunnen de jonge vogels vliegen.

Ornithologen weten dit allemaal natuurlijk al lang.
Maar misschien is het interessant voor de leken-vogelaars onder ons.

2 opmerkingen: