woensdag 30 december 2015

Wildlife op en rond Bali

De gele en blauwe kerstboom-wormen uit Oost Timor.
Bali is onderdeel van een koraal-driehoek, een enorm uitgestrekt zeegebied dat Indonesië, Maleisië, Papua Nieuw Guinea, de Filipijnen, de Salomon eilanden en Timor-Leste beslaat. Deze driehoek heeft een schat aan onderwater ecosystemen en de grootste biodiversiteit aan zeeflora en -fauna. Zo bevat deze regio met meer dan 500 koraalvariëteiten zeven maal zoveel verschillende onderwatersoorten dan het Caribisch gebied. Het is het leefgebied van zeven van de acht bestaande zeeschildpad soorten en ruim 3.000 vissoorten bevolken de koralen, waaronder de walvishaai.
Het gebied dat 5,7 miljoen vierkante kilometer oceaanoppervlak bestrijkt wordt ook wel de 'Amazone van de zee' genoemd.

Fantastisch gekleurde kerstbomen, levende organismen in onwaarschijnlijk fantasierijke vormen met een caleidoscopische kleurenpracht. Een verstilde symfonie van pure schoonheid. Koralen houden het midden tussen stenen, planten en dieren, ze zijn van dat alles wat. Anders dan dieren verplaatsen zij zich niet en zijn ze zoals planten verankerd op een vaste stek. Toch zijn koralen wel degelijk dieren. Ze bestaan uit ontelbaar minuscuul kleine koraaldiertjes, poliepen genaamd. Om zichzelf te beschermen bouwen ze een skelet van kalk, waardoor het lijkt alsof het stenen zijn.  Heel die complexe onderwaterwereld is een uitermate harmonisch samengesteld ecosysteem. Omdat al deze exotische pracht ook nog aan het oog onttrokken wordt, komt die des te magischer en raadselachtiger over bij de ontdekking ervan.

Over de fascinerende reuzenmanta's, die met hun vleermuisachtige vinnen als enorme schaduwen door het water lijken te zweven, heb ik al geschreven in een vorige blogaflevering. De flamboyante kleuren van de koraalvissen spreken tot ieders verbeelding. Een gegeven waar Pixar dankbaar gebruik van maakt in het wereldwijde kassucces Finding Nemo. De door Walt Disney gedistribueerde populaire animatiefilm over een kleine clownvis, die in het aandoenlijke filmverhaal op zoek gaat naar zijn vader - hoe fantasierijk ook in beeld gebracht - valt toch in het niet bij de weergaloze werkelijkheid.

Ook aan land kent Bali een behoorlijk gevarieerde dierenwereld. Omdat het eiland juist ten westen van de Wallace Line ligt heeft de fauna een Aziatisch karakter met enige invloed vanuit Australië. De kleine geelkuif kakatoe komt van Down Under. Verder vliegen er zo'n 280 vogelsoorten rond op Bali.
De wilde banteng en de Balinese tijger zijn uitgestorven. Panters leven alleen nog in het wild op Java.
Verder is de kans groot dat je buiten de sterk verstedelijkte gebieden eekhoorntjes tegen komt. Iets zeldzamer is de  Loewak. Het civetkat-achtige diertje wordt ook wel 'koffierat' genoemd en is de befaamde producent van de poepchique Kopi Loewak. Dit is de duurste koffiesoort ter wereld en dankt zijn reputatie aan de gang van de rauwe rode koffiebes door het spijsverteringskanaal van de Loewak.  Eenmaal uitgepoept is de boon gefermenteerd en geeft na het roosteren en vermalen een frisse zoete smaak. De prijs van de door de in het wild levende civetkatten geproduceerde bonen kan oplopen tot ruim 6.000,00 $ per kilo. Van de in gevangenschap levende dieren brengen de bonen tussen 200,00 en 600,00 $ per kilo op. Op deze laatste koffiesoort is tegenwoordig veel kritiek door dierenactivisten vanwege de erbarmelijke omstandigheden waaronder de loewaks gehouden worden.

Vleermuizen hebben een exclusief onderkomen gevonden in Goa Lawah, de tempel van de vleermuizen waar zij door de lokale bevolking worden vereerd en voor toeristen een wel heel bijzondere attractie vormen.
De Balinese naam voor langstaart makaken is kera. Deze apen houden de Uluwatu Tempel  in het zuiden van Bali bezet en stelen als de raven van argeloze toeristen, die hun zonnebril of fototoestel weer terug krijgen in ruil voor een banaan. De Javaanse langoer of lutung komt buiten het Bali Barat Nationale Park, dat in het uiterste noord westen van het eiland ligt, nog slechts op enkele plaatsen voor.

In laag struikgewas ritselen allerlei soorten hagedissen en langs de waterkanten schuifelen varanen in verschillende afmetingen tot ruim een meter lang. Verder komen er cobra's voor en waterslangen, die enkele meters lang kunnen zijn. Tijdens de restauratie van het Bali Hyatt hotel in Sanur zou een nachtwaker door een netpython gewurgd zijn. Ik vond het niet zo'n heel geruststellend verhaal toen ik dat hoorde in het ernaast gelegen resort, waar ik logeerde. Je wandelt dan in het donker met één oor luisterend naar onheilspellend geritsel.

De regio Sidemen wordt in de reisgidsen het echte Bali genoemd. Daar is alle reden voor. In die rustieke omgeving heb ik bij Hollandse vrienden een dag of tien doorgebracht in hun gastvrije huis aan de oever van de rivier de Unda in een prachtige natuurlijke omgeving tussen de rijstvelden en kokospalmen. De vrouwen dragen hun wasgoed op hun hoofd naar de rivier, waarin zij samen met de mannen en hun kinderen als Adam en Eva ook hun dagelijks bad nemen. Zowel de nauwe band tussen mens en natuur, het handwerk op het land en in huis, als de afwezigheid van vervreemdende mechanisatie en vervuilende industrie maken het tot een paradijselijk oord.

De rivier stroomt in de diepte langs het huis. De brug eroverheen is bijna een jaar geleden bezweken onder een te zwaar geladen vrachtwagen. De bevolking is echter creatief genoeg om te voet of met een scootertje over de ingestorte brug aan de overkant te komen. Lokale vissers vangen er vis met een stok en een visnet. In de ochtend zie ik vaak een eendenhoeder met een toom typische Bali-eenden langskomen en op de velden worden de rijst, de pinda's en de rode pepers met de hand geoogst. Ik ben er bevriend geraakt met een familie, waarvan de vrouwen er - als een van de weinige plekken ter wereld - nog de vermaarde dubbele ikat op een bijzonder ingewikkeld weefgetouw aan huis weven.

Tot slot heb je nog de honden op Bali. Semi-wildlife. Zwerfhonden, die links en rechts op de stoepen liggen en op de lokale markten hun kostje bij elkaar scharrelen. Meestal rustige dieren. Op een van de laatste dagen in Kerobekan liep er de hele dag zo'n hond met me mee. Af en toe sprong het trouwe dier enthousiast tegen me op. Aangezien  ik enkele dagen tevoren in Sidemen door een agressieve hond, die aan de ketting lag voor het huis waar ik logeerde, in mijn buik gebeten was, had ik wat gemengde gevoelens bij het volgzame dier. Mijn sympathie voor honden was even geluwd na dat bijtgrage mormel. Het beestje volgde me tot op de accommodatie waar ik verbleef en heeft de hele nacht voor de deur naast het zwembad gelegen. 's Ochtends was hij weg.

Hondsdolheid is een veel voorkomende en serieuze zaak op Bali, die zelfs mensenlevens eist. Gelukkig werd ik, met de hulp van de weversfamilie bij wie ik op bezoek was, snel en professioneel geholpen in een kleine goed uitgeruste kliniek in het dorp. De WHO - Wereld Gezondheid Organisatie - heeft een wereldwijd voorgeschreven protocol, dat ik in Nederland heb kunnen afmaken met hetzelfde vaccin als ik op Bali toegediend had gekregen. Een goede zaak. Ondertussen ben ik zo gepantserd door het rabies-vaccin dat ik met een gerust hart komende maand in januari Marjo en Liesbeth weer op kan gaan zoeken in het Krugerpark. Waarover later meer.

maandag 21 december 2015

Reuzenmanta's in de zeestraat tussen Bali & Lombok

Nusa Penida, Nusa Lembongan en Nusa Ceningan zijn drie kleinere eilanden gelegen in de Klungkung regio van Bali. De twee kleinste eilanden, Lembongan en Ceningan, hebben een verbinding via een voetgangers brug, die verder alleen voor scooters toegankelijk is.
De bevolking is van oudsher sterk verbonden met de zee. Vissen en, op Lembongan, het oogsten van zeewier, zijn belangrijke bronnen van bestaan voor de eilandbewoners. De tropische eilanden zijn vooral in trek bij toeristen die de ongerepte natuur van Bali zoeken maar daarbij het massatoerisme willen ontlopen. De onderwaterwereld rond de eilanden maakt deel uit van een koraallandschap, dat veel opgezocht wordt door ervaren diepzeeduikers.


Dat het ook een zeer populaire bestemming is om te snorkelen in de oppervlaktewateren, ontdekte ik ter plekke tijdens een verblijf op Lembongan. In het kleinschalige en zeer comfortabele resort, Komodo Garden, hoorde ik van Kaiden en Britta, die voor een weekje vanuit Perth, Australië, vakantie kwamen vieren op het eiland erg enthousiaste verhalen over "zwemmen met reuzenmanta's". Aanvankelijk had ik geen idee wat ik me daarbij moest voorstellen.
Reuzenmanta's - ik wist van de gruwelijke verhalen over het vangen en afslachten van deze dieren bij het afgelegen Indonesische vissersdorp, Lamakera - zie hiervoor de blogaflevering over Racing Extinction - om  de kieuwen ervan, die vermalen tot poeder voor een (nep)geneesmiddel, naar China geëxporteerd worden. De vissers van Lembongan weten precies waar de manta's zich ophouden en zijn inmiddels goed op de hoogte dat zij ook met eco-toerisme inkomsten kunnen genereren.  Een goede reden dus om deze initiatieven te steunen en me te laten leiden door mijn nieuwsgierigheid, die Kaiden en Britta opgeroepen hadden met hun enthousiaste verhalen.


Verder blijkt het allemaal erg snel en simpel te regelen. Op onze gehuurde scootertjes rijden Kaiden, Britta en ik naar Indo Divers om van daaruit nog een paar honderd meter te voet te gaan naar Mushroom Beach.

Aan het strand stappen we via het water in een van de vele lokale vissersbootjes met een high-speed buitenboord motor en even later racen we over de azuur blauwe wateren langs de grillige kusten van Lembongan. Op zich al een attractie!
De vissers van Lembongan kennen hun eiland al van kindsbeen af aan. Zoals wij weten wanneer en hoe laat de supermarkt open is, zo kennen zij het doen en laten van de manta's. Als geen ander verbonden met de natuur, weten ze waar en wanneer de manta's zich aan de kust bevinden. Vlak voor de kust van Penida zet de schipper de motor stil en springen we op zijn advies met een eenvoudige snorkel en een paar zwemvliezen overboord.

Hij had een paar flauwe schaduwen net onder de zeespiegel gezien. En ja hoor, ongelofelijk maar waar. Ineens zwemmen we tussen de reuzenmanta's. Het koele zeewater is glashelder, het zonlicht schijnt als door een gordijn gefilterd door het groenblauwe water. Eenmaal onder water is wat het meest opvalt: de oorverdovende stilte. Geruisloos en schijnbaar gewichtloos zweven de enorme zeedieren tussen talloze kleinere en kleurrijke vissen.

Diep onder de indruk van de toch ook wel enigszins huiveringwekkende ervaring, zwem ik tussen één van de grootste vissen in de zee. Reusachtige vleermuisachtige dieren glijden op langzaam klappende vleugels door het water. De vleugels zijn buikvinnen met een spanwijdte van zeven meter. Ik houd mijn adem in. Hoe zouden de dieren reageren op zo'n vreemde indringer in hun territorium? Ze zien er dreigend uit maar zijn ongevaarlijk en eten liever plankton dan mensen. Dat is dan wel weer geruststellend. Verder worden we geadviseerd om de roggen niet aan te raken, omdat daarmee de slijmlaag op de huid, die de roggen tegen parasieten beschermt, beschadigen kan.


De reuzenmanta behoort tot de Mobulidae, de mantaroggen en duivelsroggen, waartoe onder andere de soorten uit de Atlantische en Stille Oceaan behoren. Manta betekent 'deken' in het Spaans, wat op zijn brede, platte vorm slaat. Reuzenmanta's hebben geen vast territorium. Ze verzamelen zich alleen om te paren en soms om voedsel te vinden. Er wordt vermoed dat ze hun prooi in dichte scholen bij elkaar drijven, door samen te werken. De reuzenmanta eet zoöplankton (microscopisch kleine schaaldieren) en kleine vissen. Met alleen kleine tandjes in zijn onderkaak, vangt hij zijn voedsel door het uit het water te filteren. Bij het zwemmen gaat het water zijn openstaande brede rechthoekige bek in en door de kieuwen, onder aan zijn witte buik, weer naar buiten, waar kieuwzeven het voedsel tegenhouden. Hun prooi is zo klein dat deze gigantische roggen dagelijks enorme hoeveelheden kleine diertjes moeten eten.

Jonge reuzenmanta's springen vaak tot twee meter boven het water uit, waarna ze met een harde klap neerkomen. Dat moet een spectaculair gezicht zijn. Er zijn zelfs salto's waargenomen of twee of drie sprongen achter elkaar. Vermoedelijk maken zij die capriolen om zich van parasieten te ontdoen. Volwassen manta's komen slechts gedeeltelijk boven water, omdat zij vaak vergezeld worden door lipvissen, die de manta's helpen om de parasieten van hun huid te verwijderen. Elke manta wacht individueel op zijn beurt om door deze kleine vis te worden behandeld.


In de paartijd verzamelen reuzenmanta's zich bij tropische riffen om te paren. Het mannetje achtervolgt het vrouwtje tot ze, na een halfuur, langzamer gaat zwemmen. Voor het paren bijt hij zich in één van haar vinnen vast. Nadat ze met een tweede mannetje heeft gepaard, verlaat het vrouwtje het rif. De jongen ontwikkelen zich in de moeder en worden levend geboren. Ze zijn dan in een soort van envelop gewikkeld, die gevormd wordt door hun zijvinnen. Ze maken zich al snel vrij en zijn dan direct onafhankelijk. Hun gewicht verdubbelt in het eerste jaar, maar ze verlaten de ondiepe wateren pas enkele jaren later.

De wetenswaardigheden over de manta komt van de Belgische site: WorldExplorer.
De onderwaterfoto van de sportieve snorkelaar met de manta is gemaakt door Kaiden.