zaterdag 5 maart 2016

Kamp Mopani - Krugerpark

Na vier nachten in kamp Satara zijn we verkast naar Mopani, een rustkamp bijna 120 km noordelijker. Hiernaast nog een fotootje van een rondavel in Satara, waarop duidelijk te zien is dat het grasveld voor ons huisje een droge zandvlakte is geworden. Op de braai zit een eekhoorntje gebroederlijk tussen zijn gevederde vrienden te peuzelen aan de fruitresten. Altijd zijn er dieren in de omgeving te vinden zowel binnen als buiten het kamp. Door de droogte komen ze soms zelfs dichterbij. Knobbelzwijnen zien we nu vaak vlak langs de asfaltweg grazen, waar door het vocht van de ochtenddauw soms nog wat groen te vinden is.

Toch is het hier wat groener dan in het zuiden. In de brede rivierbeddingen stoomt dikwijls nog wel een beekje water, daarmee ziet het er meteen een stuk minder troosteloos uit. Het meeste water wordt voornamelijk aangevoerd vanuit de hoger gelegen noordelijke gebieden. Toch zie je hier ook grote dorstige kuddes, zoals bijvoorbeeld buffels, die rondtrekken en op zoek zijn naar drinkwater.Veel kuddedieren zijn trekdieren, die met de wisseling van de seizoenen lange afstanden afleggen om op grazige weiden te foerageren. Bekend in dit verband is de trek van de wildebeesten of gnoes. Samen met zebra's volgen 1000den gnoes jaarlijks de regens van de Masai Mara in Kenia naar de Serengeti in Tanzania  op zoek naar vers gras.

Giraffen en nijlpaarden - kameelperde en seekoeie op z'n Afrikaans - leven in niet zo'n groot kuddeverband als trekdieren. Nijlpaarden zijn territoriumdieren die op een vaste stek wonen, de mannetjes beschermen hun gebied tegen vooral mannelijke indringers, die rivalen voor hen zijn bij de voortplanting. Juist dit aangeboren gedrag maakt ze ook kwetsbaar voor droge perioden. In Kruger zijn hier en daar kunstmatige platte drinkplaatsen aangelegd om in perioden van ernstige droogten de eerste dorst te lessen. Deze drinkbakken zijn te ondiep voor nijlpaarden. Wanneer ze te diep zouden zijn kunnen andere dieren weer verdrinken. Zo vraagt iedere menselijke   ( lees: kunstmatige ) ingreep een afweging van groot belang om het natuurlijke evenwicht niet te zeer te verstoren. De drinkplaatsen zijn - voor het geoefende oog - goed zichtbaar, nu het groen eromheen zo goed als verdwenen is.


Al met al komen we als wildlife-spotters goed aan onze trekken. Safari-gangers worden vaak 'gek' gemaakt met het idee de BIG FIVE te moeten zien. Dat is de olifant, buffel, leeuw, panter en neushoorn. Dit zijn de dieren die het meest lastig te bejagen zijn en waarvan de trofee in de tijd dat jagen nog als 'sportief' gold, het meeste aanzien genoot. Wij krijgen ze deze dagen  allemaal in het vizier, maar het is onzin te beweren dat je niets gezien hebt, als je deze coryfeeën niet gespot hebt. Het Krugerpark heeft veel meer te bieden dan slechts 5 levensgevaarlijke roofdieren. Leeuwen in 't wild blijven natuurlijk tot de verbeelding spreken, hoewel panters en jachtluipaarden juist omdat ze zich zo verborgen houden, zeker zo intrigerend zijn.

Zoals iedere keer wanneer Marjo en Liesbeth naar het Krugerpark gaan, worden ook nu weer bevriende 'locals' bezocht. Ik heb daar al eerder over geschreven in een voorafgaande blog. Marjo en Liesbeth ondersteunen deze werknemers van het park waar ze kunnen, financieel of met kleding. Dit keer hebben we een extra verrassing in petto voor Flora. We spreken met haar af bij haar dochter Constance, die ondertussen een fraaie woning buiten het Krugerpark bewoont.

Ik heb een belofte in te lossen, die ik in februari 2012 gedaan heb. Vanaf die tijd zijn er namelijk via Google advertenties op de YouTube filmpjes gekomen en op elke nieuwe blogpagina een. Dat levert, bij iedere keer dat iemand op zo'n advertentie klikt, een paar cent op. Alles bij elkaar is dat ondertussen opgelopen tot ongeveer 65 euro. Ik had beloofd dat geld te besteden aan de vrienden van Marjo en Liesbeth, zodoende konden we nu 1.000 rand naar Flora gaan brengen, die er erg blij mee was en het goed kon gebruiken. Met dank aan alle enthousiaste blogvolgers en fervente advertentieklikkers.                                                                          


donderdag 3 maart 2016

Kamp Satara - Krugerpark

De vlucht van Johannesburg naar Phalaborwa vindt plaats met een Jetstream 41 van Airlink, een vliegtuigje voor 29 passagiers. De afstand van bijna 400km wordt met een snelheid van 550 km/uur binnen een uur afgelegd. Het hobbelt door de lucht als een motorfiets met vierkante wielen. De Engelse dame naast me heeft geen oog voor the beauty of the African sky. Ze staart recht voor zich uit met het angstzweet in haar handen en is blij als de landing snel wordt ingezet. Het is de eerste keer voor haar dat ze met zo'n klein vliegtuigje reist. Marjo en Liesbeth onthalen me warm ( 35 graden! ) en hartelijk met koffie en broodjes op Hendrik van Eck Airport.

Marjo en Liesbeth logeren in kamp Satara, ruim 120 kilometer van Phalaborwa gate. Het is warm en droog, heel droog. Een droogte van dramatische proporties, die nu al maanden duurt. Dat heeft z'n weerslag op de natuur. Waar rivieren normaal immense hoeveelheden water aanvoeren, lopen nu miezerige stroompjes door de rivierbeddingen. De grasgroene savannes zijn veranderd in dorre en stoffige zandvlaktes. Al met al een troosteloze aanblik en met name funest voor de nijlpaarden, die massaal - op sterven na dood - liggen uit te drogen in modderige poeltjes. De enige dieren die er echt wel bij varen zijn de aasgieren, die geduldig zitten te wachten op zo'n kolossaal feestmaal.

De natuur is grillig onvoorspelbaar, even onverwacht als de droogte komt, zo onverwacht kan die ook weer verdwijnen. De natuur herstelt zich met enkele tropische stortbuien razendsnel. Met twee of drie seizoenen is dan ook de nijlpaardenpopulatie weer op peil. 
Een ander probleem is de stroperij, vooral die van de neushoorns. Niet meer dan 20 meter van de asfaltweg, nauwelijks 30 kilometer van het kamp, zien we een kadaver van een neushoorn zonder hoorn. Meedogenloos gestroopt! Dat zijn criminelen met een vooropgezet plan en het schokkende daarbij is dat ze er zelfs niet voor terug schrikken om dat zo dicht langs de openbare weg te doen.
Anders dan nijlpaarden zijn struisvogels veel minder kwetsbaar bij aanhoudende droogte. 'Seekoeie', zoals nijlpaarden in het Afrikaans heten, zijn afhankelijk van het lange gras langs de oevers van de waterkant, dat in een droge periode het eerst verdwijnt. Struisvogels zijn echte alleseters. Grassen, kruiden, wortelen, bladeren, bloemen, zaden en vruchten staan op het menu, maar ook kikkers, hagedissen, schildpadjes en alles wat aan insecten tussen het struikgewas ritselt gaat moeiteloos naar binnen. Zand en stenen schijnen hun spijsvertering te bevorderen. Met zo'n betonnen maag, waar wel eens spijkers en muntjes in gevonden worden, overleven ze alle omstandigheden. 
De zebra's zien er ook goed uit, zij hebben een veel grotere actieradius dan nijlpaarden en kunnen gemakkelijk grote afstanden afleggen op zoek naar  voedsel. Ook verteren ze hout en schors en dat is overal op de savanne wel te vinden. Olifanten hebben een goed geheugen voor drinkplaatsen, die ze ooit bezocht hebben. Zo treft de droogte in het Krugerpark vooral specifieke diersoorten.
Diezelfde droogte levert dan soms bijzondere tafereeltjes op, zoals dat kleine waterplasje waar de zebra's zich de strepen van het het lijf schrokken toen er ineens een reusachtige olifant uit de bush verscheen. Van de schrik bekomen, dronken de zebra's braaf en gezamenlijk met de olifant uit hetzelfde poeltje. De dorst won het van hun paniek-instinct.

Tot slot nog een fraaie Krugerplaat.



donderdag 25 februari 2016

Die Groot Gat

Kimberley, aan het eind van de 19e eeuw vol van activiteit.
Kimberley ligt precies in het midden van Zuid-Afrika. Het is de hoofdstad van de provincie Noord-Kaap, telt ongeveer 100.000 inwoners en is de partnerstad van Arnhem. De trein van Kaapstad naar Jo'burg maakt hier normaal rond drie uur 's nachts een korte stop. Nu valt de trein al stil voordat we Kimberley bereiken.

De stad is gebouwd rondom een mysterieus en ongewoon groot gat.
Het is alsof hier een enorme inslag heeft plaatsgevonden van een buitenaards hemellichaam. Dat is echter niet het geval. Het zou hier gaan om het grootste met hand gegraven gat ter wereld. Daarvoor is maar liefst ruim 22 miljoen ton aarde afgegraven. Afrikanen noemen dit met azuurblauw water gevulde gat Die Groot Gat. Dat is niet voor niets, want het gat is wel 215 meter diep. Vreemd toch, zo'n enorm gat midden in een stad, midden in Zuid Afrika?

Open pit mine

De oorsprong van Kimberley heeft alles te maken met deze gapende afgrond. De stad dankt er zelfs zijn bestaan aan. De geschiedenis van wat nu feitelijk 'niets' meer is, vertelt een typisch Zuid-Afrikaans verhaal dat teruggaat naar het begin van de 19e eeuw. In de trein hoor ik dat er een geweldig museum is en ook dat er plannen zijn om 'die groot gat' te dempen.

In 1866 vond een 15-jarig jochie een opvallend witte 'kiezel'. Dezelfde steen waar het kereltje mee speelde in de veronderstelling dat het een onbeduidend keitje was, zou wereldberoemd worden als de Eureka-diamant, een edelsteen van 21,25 karaat met een indertijd geschatte waarde van 500 pond sterling. De vondst van een nog grotere steen, de zogenaamde Ster van Afrika van 83,50 karaat, riep een explosie van avonturiers op de been. Overal kwamen de gelukzoekers vandaan en massaal ging de spa de grond in. Kimberley beleefde een korte bloeiperiode, dankzij de nieuwe rijken, die hun pas vergaarde fortuin weer even snel over de spreekwoordelijke balk smeten als zij het opgegraven hadden.

Wat overbleef is 'Die Groot Gat', symbool voor de geschiedenis van Zuid-Afrika.

Plotseling waren die afgelegen en door droogte geteisterde binnenlanden van Zuid-Afrika interessant geworden, vooral voor de Europeanen, die wel brood zagen in de exploratie van zeldzame mineralen. Vijfhonderd kilometer verderop werd de grootste goudader ter wereld gevonden. Daarmee kwam Johannesburg op de wereldkaart. Met al die lucratieve vondsten ontstonden niet alleen diepe ondergrondse gaten, maar werden ook de goede betrekkingen tussen de Afrikaners, die het gebied bewoonden, en de 'uitlanders', die de kostbaarheden voor zich opeisten, de grond in geboord. De spanningen mondden uit in de beruchte en bloedige Boerenoorlogen.

De Eerste Boerenoorlog van 1880 tot 1881 was een strijd tussen Nederlandstalige Boeren van Transvaal en Britten. De Tweede Boerenoorlog tussen 1899 en 1902 werd grimmiger. De Boeren vochten met guerillatactieken. De Britten zetten 'verschroeide aarde' tactiek in en maakten voor het eerst in de geschiedenis grootschalig gebruik van concentratiekampen. Deze oorlogen dreven met de exploitatie van de diamantmijnen en goudaders de raciale verschillen op de spits. De blanken mochten alleen eigenaar zijn van de mijnen. Zwarte mijnwerkers werden gedwongen te wonen in aparte compounds die later de oorsprong werden van de huidige townships.

Juwelen en kostbare opsmuk zijn tegen deze achtergrond beladen met tegenstrijdige sentimenten. De glans van goud weerspiegelt voor de een rijkdom en voor de ander armoede. Wanneer diamanten niet alleen schitteren van weelde en welstand, maar ook illegale uitbuiting weerkaatsen dan is er sprake van niet-gecertificeerde edelstenen, de zogenaamde conflict- of bloeddiamanten. De film Blood Diamond met Leonardo DiCaprio gaat hierover.

dinsdag 23 februari 2016

Met de trein van Kaapstad naar Jo'burg

Shosholoza Meyl Railways promoot de treinreis met 16 tussenstops van Kaapstad naar Johannesburg als een sensationele tocht van ruim 27 uur door het fantastische Zuid-Afrikaanse natuurschoon.
De trip - toeristenklasse met een 2-persoons-slaapwagon - heb ik thuis in de huiskamer probleemloos on-line kunnen boeken. Nu nog even afwachten of het allemaal gaat werken.

Op het centrale treinstation in Kaapstad ontvang ik na het overleggen van het reserveringsnummer en een identiteitsdocument aan het loket van Shosholozo mijn treinticket. Ever verderop zie ik - tot mijn grote grote geruststelling - keurig mijn naam op een lijst staan met het wagonnummer erbij. Ik ben ruimschoots op tijd, de trein vertrekt om 10.00 uur stipt. De reisgenoot met wie ik de cabine deel stelt zich voor als Victor. Hij bouwt keukens en slaapkamers,  komt uit Kaapstad en is onderweg voor een job zo'n 200 km. ten noorden van Johannesburg. Hij vertelt me dat het gebruikelijk is dat de trein met enige uren vertraging in Jo'burg aankomt. Meestal zijn er onderweg koperen of aluminium leidingen gestolen en kan het 3 tot 5 uur duren voordat die hersteld zijn en de trein door kan rijden. Er is een aardige restauratiewagon. Aan het begin van de avond wordt voor 4 euro mijn bed opgemaakt en van frisse lakens voorzien. Ik maak me dan ook niet zoveel zorgen over enkele uren vertraging. Het is tenslotte vakantie.

Caspar Groenewald is de bijzonder spraakzame treinconducteur, die me vertelt dat treinnummer 17007 maar liefst 16 wagons telt en zo'n 24 man personeel inclusief hemzelf. Hij startte op 16 januari 1976 zijn carrière bij Shosholozo in de catering. Hij promoveert later tot een betrekking bij ticket-sales en gaat op 30 november 2016 als Manager met pensioen. Tijdens zijn 40-jarige loopbaan heeft hij op steeds hetzelfde treintraject tussen Kaapstad en Johannesburg gereisd. Hij vertelt dat de trein in de middag door de Karoo trekt, een boomloze halfwoestijn die duizenden springbokken herbergt. Hier bevinden zich Het Karoo National Park en het Nationaal Park Augrabies.

Wanneer ik Victor vraag naar zijn ervaringen uit de tijd van de apartheid, raken we in een interessant gesprek verwikkeld. De rassenscheiding bestond uit 'blanken' en ' niet-blanken'. De niet-blanken werden weer onderling onderscheiden in 'zwarten', 'kleurlingen' en 'Indiërs'. Indertijd zat hij in het onderwijs en als 'kleurling' zat hij in het verzet tegen apartheid. Hij stond op de zogenaamde hit-lijst. Dat wil zeggen hij werd in de gaten gehouden, kon opgepakt worden en 'verdwijnen' zonder enige verdere informatie. Ook zijn vrouw, drie zonen en dochter liepen gevaar opgepakt en 'ondervraagd' te worden.
"Tijdens de apartheid was alles beter," zegt hij tot mijn verbazing. Onderwijs, gezondheidszorg en openbaar vervoer was probleemloos goed geregeld. Onderwijs was gratis. Ziekenhuizen hadden een heel goede reputatie. Victor herinnert me aan de wereldfaam die Het Groote Schuur-Hospitaal van Kaapstad indertijd had, waar dr. Christian Barnard in 1967 de eerste open harttransplantatie uitvoerde.
"Waarom zat je in het verzet?" "Apartheid was moreel verwerpelijk. Het was een strijd om mensenrechten. Nu zitten we in een situatie waarin de 'niet-blanken' en met name de 'zwarten' positief gediscrimineerd worden. Er worden geen 'blanken' aangenomen en soms worden 'blanken' ontslagen om 'zwarten' in dienst te nemen, niet vanwege hun vaardigheden, kennis of kunde maar vanwege hun huidskleur. Dat is weer opnieuw discriminatie. Overheidsinstellingen missen efficiëntie en het ontbreekt aan kwalitatieve dienstverlening. De trein waarin we nu zitten heeft tijdens de apartheid nooit van die urenlange vertragingen gekend. Nu gebeurt dat om de haverklap."
"Ik vind dat ik als toerist eenvoudig in dit land kan reizen, veilig en zonder problemen"
, zeg ik. "Economisch gaat het momenteel niet goed in Zuid-Afrika. Corruptie en criminaliteit worden niet of onvoldoende aangepakt. De politie moet in Johannesburg met 5 man tegelijk patrouilleren, waar voorheen 2 man voldoende was. Omdat op klaarlichte dag politiebureaus worden overvallen en wapens uit de burelen gestolen worden, moeten particuliere security-bedrijven worden ingehuurd." "Het valt mij niet op," reageer ik. "Jij komt uitsluitend op 'veilig terrein', waar veel veiligheidsbeamten worden ingezet, maar loop niet alleen 1 of 2 km. buiten het centrale treinstation van Johannesburg want dan je wordt beroofd."
"Uiteindelijk is de overgang van apartheid naar democratie toch geweldloos verlopen," probeer ik nog positief.
"Toen de apartheid werd opgeheven, heb ik mijn baan in het onderwijs opgezegd. Er was geen waarborg meer voor kwalitatief onderwijs. En die geweldloosheid is te danken aan de laatste blanke regering, die afstand gedaan heeft van de apartheidspolitiek. Het ANC kwam aan de macht in de politiek met Nelson Mandela als eerste zwarte president. Hij had na 27 jaar gevangenschap het contact met de politiek verloren en niet de bekwaamheid om het land te leiden."

Op het 8ste tussenstation - Beaufort-Wes - blijft de trein rond 19.00 uur in de avond onverwacht lang staan. Een vertraging op dit traject is niet ongewoon, maar langzaam wordt het duidelijk dat het deze keer ernst is. Verderop blijkt er een trein ontspoord te zijn, die het baanvak in twee richtingen blokkeert. Dit kan uren duren. Men praat over 8 uur en over 12 uur oponthoud. Niemand is ervan ondersteboven.
"Dit bedoel ik nou," zegt Victor "er is gewoon geen vakmanschap meer om dit doeltreffend en snel op te lossen." Ik denk aan blaadjes op de rails bij de Nederlandse Spoorwegen en aan ProRail, maar bij deze omstandigheden houd ik wijselijk mijn mond.

Rond middernacht komt er een melding dat de bus die van Kaapstad op weg is naar Johannesburg zo'n 30 mensen kan meenemen. Victor en ik krijgen de gelegenheid in te stappen. Twaalf uur later komen we in Johannesburg aan, uiteindelijk nog 2 uur eerder dan wanneer we die afstand met de trein hadden afgelegd. Zo krijgt Johan Cruijff nog gelijk met: Ieder nadeel heb z'n voordeel.

maandag 22 februari 2016

Kaapstad - Zuid-Afrika

foto vanaf de Tafelberg
Vanwege het tijdschema tussen de busreizen naar Kaapstad en de treinreis naar Johannesburg, heb ik precies  anderhalve dag om de stad te bezoeken. Dat is absoluut te weinig want er is veel te zien in de tweede grootste stad van Zuid-Afrika. Niet alleen is de stad boeiend vanwege haar ( Hollandse ) geschiedenis als Nederlandse Kaapkolonie, maar ook als smeltkroes van heel veel uiteenlopende culturen. Cape Town ligt in een prachtige natuur tussen de Tafelberg en aan de Tafelbaai met schitterend witte stranden, waar, naar verluidt, allerlei celebrity's niet lastig gevallen worden door paparazzi's. In het midden van de baai ligt Robben eiland met daarop de beruchte gevangenis waar Mandela 17 jaar van zijn vrijheid beroofd is geweest.

Na al die busreizen was het goed toeven in The Cape Colonial Guest House, een mooi opgeknapt en uitstekend onderhouden Victoriaans huis in Gardens, een groene en rustige wijk vlak bij de Tafelberg. Na een ontbijtje met koffie, bananencake en een home made muffin op het terras in de zon staat eerst de wereldberoemde Tafelberg op het programma. Het ziet er niet goed uit volgens de gastheer: 'There is a table-cloth over de mountain'. En als er een tafelkleed - een wolkendeken - over de berg ligt, dan is de kabelbaan gesloten. De mist op de top verhindert dan het uitzicht. Ook bij teveel wind is de attractie gesloten, op een hoogte van 1.085 meter is het dan te gevaarlijk voor het publiek. Hoe dan ook, die ene dag dat ik in Kaapstad was zou ik de Tafelberg wel willen bezoeken, het is tenslotte een van de zeven nieuwe natuurwonderen van de wereld. Juist op het moment dat ik aan de voet van de berg sta, verdwijnt het tafelkleed als sneeuw voor de zon. Toeval bestaat niet, zeggen we dan!
In een roterende cabine worden we de langs de bergwand omhoog gehesen. Op de top is een gigantisch rotsachtig natuurgebied van 3 kilometer breed om rond te wandelen en te genieten van een schitterend uitzicht op de baai en de stad. Het fraaie voetbalstadion van WK-voetbal 2010 komt als een afgeplatte ronde witte donut in beeld.

De snelste manier om in korte tijd een indruk van de stad te krijgen is een ritje met de sightseeing touringcar.  Onvermijdelijk is daarbij, dat je tussen fotograferende Japanners komt te zitten. Engelsen zijn er trouwens ook dol op. De rode twee-deks cabriolet-bus herinnert hen waarschijnlijk aan de dubbeldekkers van good old Londen. De bus brengt je langs alle hoogtepunten van de stad en ondertussen krijg je via een paar oordoppen alle ins en outs te horen ( in 15 verschillende talen ).

Het eerste traject gaat via Longstreet door de stad. Longstreet is een lang lint van vermaak met café's, bars, restaurants met zo ongeveer alle bekende wereldkeukens, theatertjes met tussendoor winkeltjes en handel in boeken. Veel van de kleurrijke Victoriaanse panden herbergen hier intieme hotelletjes en hostels. Ergens onderweg kun je overstappen op de Wine Bus Tour. Er zijn heel wat aanbieders van hop-on hop-of wijntours met name naar Stellenbosch. Daarna rijdt de bus langs de uitgestrekte kust met een stuk of vijf baaien, die allemaal prachtige stranden hebben en daarom helemaal volgebouwd zijn met luxe appartementen. De twaalf bergtoppen langs de kust bij Camps Bay heten de twaalf apostelen.

Victoria & Alfred Waterfront, kortweg V&A Waterfront is de oudste nog actieve haven van Zuid-Afrika en trekt jaarlijks zo'n 23 miljoen toeristen. Hier stappen de meeste buspassagiers uit. Tussen de ongeveer 450 winkelbedrijven en restaurants door, halen vissersschepen nog dagelijks hun zeeoogst binnen. De gezellige terrassen langs de haven worden opgevrolijkt door kleurrijk straattheater met dansende en zingende Afrikaanse bands van verschillende etnische achtergrond.

Ook hier weer prachtige historische panden, waaronder de befaamde clocktower uit 1882. De opvallend rode kleur is er op aangebracht nadat het schraapsel van de originele verf zorgvuldig onderzocht en nagemaakt is. De toren huisvestte oorspronkelijk het bureau van de havenkapitein. Op de begane grond is een mechanisme om het getij te controleren voor de in- en uitgaande schepen. De tweede verdieping heeft een decoratieve spiegelkamer, die in een totaalbeeld alle havenactiviteiten te overzien geeft. Sinds enige jaren staat de toren enigszins uit het lood, bijna 50 mm., deze helling is inmiddels tot staan gebracht. Vlakbij ligt het stadium dat in 2010 gebruikt werd voor het WK-voetbal. Het heeft 55.000 zitplaatsen.


Dat is Cape Town in vogelvlucht. Graag had ik nog Robben Eiland bezocht, maar dat blijkt een populaire bestemming, alle excursies er naar toe zijn deze dag volgeboekt. Het eiland is tijden lang een verbanningsoord geweest. In de 17e eeuw werden lastige zeelieden er naar overgebracht. De Vereenigde Oostindische Compagnie bouwde er een strafkolonie, vanwaaruit het moeilijk ontsnappen was vanwege de ijskoude zeestroming. Later heeft het gediend als kolonie om ( besmettelijke ) leprapatiënten te isoleren. Sinds 1959 was het de beruchte en de zwaarbeveiligde gevangenis van het apartheidsregime. Vanwege de gevangenschap van Nelson Mandela              ( nummer 466/64 - de 466ste gevangene in 1964 - wanneer mensen een nummer worden is er iets grondig mis! ) is Robben Eiland wereldberoemd geworden. In 1999 werd het eiland door UNESCO als cultuurerfgoed op de werelderfgoedlijst geplaatst. Van iemand die de gevangenis begin jaren -90 bezocht had, hoorde ik dat de huidige situatie niet meer lijkt op de toenmalige omstandigheden. Alles is mooier gemaakt dan het in werkelijkheid was.

zaterdag 20 februari 2016

Chobe National Park - Botswana

Na de rivercruise over de Chobe wordt 's middags het Chobe National Park bezocht. Het park ligt een uurtje rijden van Livingstone en heeft een oppervlakte van meer dan 10.000 vierkante km. Het staat bekend als een van de beste natuurlijke wildlife en wildernisgebieden van Botswana. Er huizen naar schatting minstens 120.000 olifanten, waarvoor de  Chobe rivier een belangrijke drinkplaats is. In vergelijking met het Krugerpark in Zuid-Afrika heeft dit park minder asfaltwegen en is het de helft kleiner, maar dat betekent dat het nog altijd even groot is als Zeeland, Noord Brabant en Limburg bij elkaar, de grootte van heel Nederland dus onder de grote rivieren.


Het is er weelderig groen met grote open vergezichten wat gunstig is voor het spotten van wildlife. Al vrij snel krijgen we een groepje olifanten tussen het groen in het vizier.

Maar daar blijft het niet bij. Vlak langs de open jeep zitten een paar bavianen in de grond te wroeten en lijken daar van alles te vinden wat eetbaar is. Een aantal giraffen steekt onbekommerd de nek uit naar de toppen van de bomen en grote groepen impala's grazen gebroederlijk naast de koedoe's in het malse gras. Vlak langs de weg liggen een paar prachtige waterbokken. De dieren zien er allemaal weldoorvoed uit en zijn in een goede conditie. Anders dan de koedoe zijn de gracieus ogende impala's altijd wat alerter; zij lijken als prooi voor roofdieren kwetsbaarder, maar zijn in feite razend snel en zo wendbaar dat ze hun jagers vaak te slim af zijn.

waterbok

Verder zien we nog een familie wrattenzwijn, die ook wel knobbelzwijn genoemd worden. Er dribbelt een aantal kleine zwijntjes achter de moeder aan. Een heel koddig gezicht. Hun naam ontlenen ze aan de knobbels van de verdikte huid onder hun ogen en op hun lange platte snuit. Met hun gekrulde slagtanden wroeten ze naar wortelen en insecten. Ze zijn mooi in hun lelijkheid. Om aan hun roofdieren - voornamelijk leeuwen - te ontkomen slapen ze in zelfgegraven holen, maar hele families geven voor het gemak de voorkeur aan het hol van een stekelvarken of ze 'kraken' gewoon een verlaten termietenheuvel. Het zijn sociale dieren en leven in verwante familiegroepjes op een paar vierkante kilometer. Ze delen hun holen binnen dit gebied. Om te eten laten ze zich door de voorpoten zakken, zodat ze op hun knieën lopen. Een ranger vertelde dat ze erg godsdienstig zijn, omdat ze zo dankbaar en keurig op hun knietjes bidden voor het eten.




Een paar bavianen peuzelen ongestoord verder, wanneer we met de wagen langsrijden. 


Kortom Chobe National Park lijkt een lustoord voor wildlife.


Chobe river cruise - Botswana

Vandaag staat een boottochtje op de Choberivier op het programma. Dit is een 1.500 km lange rivier die in Angola ontspringt, vervolgens de natuurlijke grens vormt tussen Namibië en Botswana en tenslotte uitstroomt in de Zambezi rivier van Zambia. In ieder land heeft de rivier een andere naam. Livingstone ligt zo'n 15 á 20 km van de grens met Botswana. Na enige grensformaliteiten steken we al vroeg in de ochtend met een ferryboot de Chobe over. Even later stappen we van de landrover over in een open rivierbootje en varen we onder leiding van een lokale gids, die hier van kindsbeen af woont en de rivier als zijn broekzak kent, door een prachtig natuurgebied.


Hierbij een aantal foto's en een filmpje omdat beelden soms meer zeggen dan woorden.

papyrus planten


visserswoning aan de oever

Jacana wandelt over de waterlelies


gespiegeld natuurschoon

Bruinkopzwaluw/draadstertwael ( Hirundo smithii )

Chobe rivier cruise

weldoorvoed nijlpaard op de malse oever van de Chobe rivier



tijdens het boottochtje wordt duidelijk waarom je beter niet aan de waterkant kunt gaan wandelen 


zaterdag 13 februari 2016

De Victoria watervallen

De bus vanuit Johannesburg komt aan het begin van de middag aan in Zambia. De bushalte is 'onder de grote boom' in het centrum van Livingstone, ook wel Maramba genoemd, Een jonge gast, die hier woont en naast me in de bus zit, regelt een taxi voor me. "Toeristen betalen altijd teveel," zegt hij. Voor 2 euro wordt ik naar Olga's Italian Corner gereden, een project met 9 ruime gastenverblijven en een uitstekende Italiaanse keuken. Het is opgezet door een religieuze zuster uit Italië om kwetsbare jeugd uit Livingstone, een stad van 100.000 inwoners, een kans op een betere toekomst te geven. Jongens en meisjes vanaf zo'n 14 jaar  krijgen de gelegenheid een vak te leren in de keuken, het restaurant of in de huishouding. Een perfecte uitvalbasis om de Victoria watervallen te ontdekken.

De watervallen werden in 1989 door UNESCO tot werelderfgoed verklaard en dit is nu een Nationaal Park, waarvoor aan de kant van Zambia 220 kwatcha betaald moet worden ( ruim 15 euro ). De ontdekking ervan door de Schotse zendeling en ontdekkingsreiziger dr. Livingstone op 17 november 1855 ontlokte hem de gevleugelde woorden: Geen enkel uitzicht in Engeland kan de schoonheid hiervan overtreffen en zulke lieflijke beelden moeten de engelen tijdens hun vluchten met bewondering bekeken hebben.


De watervallen kunnen bezocht worden aan de zijde van Zimbabwe en aan de kant van Zambia. Livingstone ligt aan de Zambiaanse kant. Dan kun je de watervallen ook nog van twee kanten bekijken. Vanuit het park is er een wandelpad aan de kant van de 108 meter diepe kloof waarbij je tegen het 1.708 meter brede watergordijn aankijkt. Er is berekend dat per minuut - onder een donderend geraas - 500.000.000 liter water naar beneden stort. Over een groot gedeelte van het wandelpad hangt een constante nevel, die wanneer het erg warm is direct verdampt, maar wanneer de zon weg is of wanneer het bewolkt is, heel lokaal naar beneden regent.
In vergelijking met de watervallen van Iguacu op de grens van Argentinië en Brazilië en de Niagarawatervallen op de grens van de Verenigde Staten en Canada, is Iguacu de grootste qua lengte, heeft Niagara de meest constante waterhoeveelheid en valt er bij Victoria de grootste hoeveelheid water in de diepte.

Vanaf het terras van het Royal Livingstone Hotel heb je een prachtig uitzicht op de Zambezi-rivier, die zich iets verder in wolken van waterdamp naar beneden stort. Hier wordt het duidelijk waarom de watervallen Mosi-ao-Tunya, letterlijk de rook die dondert, genoemd worden.
Vanuit dit superdeluxe hotel worden per boot uitstapjes georganiseerd naar Livingstone-island om de watermassa's van dichtbij naar beneden te zien vallen. Sportievelingen kunnen dan ook nog een sprong wagen in Devil's-pool of een duik nemen in de Angels-pool. Die sprong van 5 meter hoogte in de Engelenvijver is echter niet geheel zonder gevaar vanwege de rotsbodem. Je moet dus verdomd goed weten waar je springt. Ervaring is de beste leermeester!

Tijdens de wandeling door de tuinen van het Royal Livingstone Hotel, waar je voor 1.000 euro per nacht in de presidentiële suite kunt overnachten, vraagt een tuinman mij of ik de huisdieren al gezien heb. Geen idee waar hij het over heeft. Nog geen twee minuten later sta ik tussen een aantal levensgrote giraffen en een kleine kudde zebra's. De dieren blijken de man goed te kennen, ze komen direct op ons af. Hij voert ze 2 maal daags als attractie voor de hotelgasten. Nu ze hem zien, verwachten ze ook gevoederd te worden. Om voldoende afstand te houden, probeert hij ze met grote gebaren en een stok in de hand af te weren. Als ze ons op een drafje gaan volgen moeten wij ons uit de voeten maken.

Vanuit het hotel kom ik uit waar de brede Zambezi-rivier zich naar beneden stort. Aan de rand zitten enkele jongens onder een boom, die als bijverdienste toeristen door het stromende water naar de Devils-pool of de Angels-pool gidsen. Dat zijn grote diepe vijvers aan de rand van de watervallen. Ik word nieuwsgierig en alvorens hij me aan de hand meeneemt moet ik eerst mijn zwemvaardigheid laten zien in een ondiepe plas met behoorlijk sterk stromend water. Omdat ik daarvoor in zijn ogen kennelijk geslaagd ben, wil hij me door het woelige water tussen rotsen en over kleine eilandjes tot aan Angels-pool loodsen. Ik voel me een beetje als een bejaarde thrill-seeker wanneer ik vanaf een 5 meter hoge rots in de Engelenvijver spring. Once in a lifetime, denk ik en ik ben er nu toch. Op de terugweg vertelt de gids me dat hij ooit met een 80-jarige dezelfde tocht - in een langzamere versie - gemaakt heeft, dus blijk ik niet eens de oudste te zijn.

Terug aan de andere kant van de watervallen - ik kan er geen genoeg van krijgen - ontmoet ik aan de voet van het standbeeld van Livingstone twee Angolezen. We kletsen wat over de majestueuze waterval. Ik vraag of er ook zoiets in Angola is. Dat blijkt niet het geval, maar ze hebben er wel diamanten. Ook bijzonder, zeg ik, wat de indruk wekt dat ik daarin geïnteresseerd zou zijn. Een van de heren gaat terug naar de parkeerplaats en laat me een handjevol geslepen diamanten zien. Als ik toch in Holland woon, kan ik ze zeker wel slijten in Amsterdam of Antwerpen? Ik maak er een foto van om er vanaf te zijn. Zijn mobiele telefoonnummer heb ik niet meer, dus elke interesse in deze bloeddiamanten eindigt voorlopig op dood spoor.

zaterdag 23 januari 2016

Met Intercape door het zuiden van Afrika

De bedoeling van deze reis door het zuiden van Afrika was uiteindelijk Marjo en Liesbeth op te gaan zoeken in het Krugerpark, om vervolgens met hen terug naar Nederland te reizen. Maar deze keer wilde ik graag iets meer zien van Zuid-Afrika. Al enige jaren staan de Victoria watervallen hoog op mijn bucket-lijst. Uiteindelijk gepensioneerd, moest het er nu maar eens van komen. Het bleek een heel gepuzzel vooraf, om alle bus- en treinreizen op elkaar af te stemmen. Ik wilde namelijk uitsluitend met openbaar en lokaal vervoer reizen om zo veel mogelijk van het land te zien en om mee te maken hoe de plaatselijke bevolking leeft. Het is een reis met verrassingen geworden.


Busreizen door Afrika blijken ondernemingen over flinke afstanden te zijn, vaak letterlijk grensoverschrijdend. Naast Victoria Falls staat Kaapstad op het programma. Daarvoor zijn in totaal 15 dagen gepland binnen het vaststaande schema van de vliegreizen naar Johannesburg en Phalaborwa, waar Marjo me op 5 februari opwacht. Vooraf in Nederland google-end, kwam ik er achter dat de lange-afstand-reizen per bus gemiddeld zo'n 24 uur - overnachting inbegrepen - duren en dat ze op gezette tijden 2 of 3 keer per week rijden. Intercape is een van de aanbieders van dergelijke busreizen door het zuiden van Afrika. Zij hebben een christelijke signatuur; er wordt onderweg telkens eenzelfde EO-achtige promotie film gedraaid. Tot mijn grote verrassing liggen de Victoria watervallen zo ongeveer op een 4-landen punt; waar Zimbabwe, Zambia, Botswana en Namibië samenkomen. Zodoende even zo vele grensovergangen. De bussen zijn comfortabel en rijden keurig op het aangegeven tijdschema. Het enige oponthoud zouden de grensovergangen kunnen zijn, krijg ik te horen. Drie uur per douanecontrole is normaal, maar het kan uitlopen. Van Zuid-Afrika naar Zimbabwe kostte het, omdat we tot 06.00 moesten wachten voordat het grenskantoor openging, iets langer dan 3 uur. Eerst de administratie van Zuid-Afrika om het land uit te komen - vervolgens te voet verder naar de iets verderop gelegen administratie om Zimbabwe binnen te komen. Mijn aanvankelijke verbazing over het geduld dat de Afrikanen op kunnen brengen voor zoveel bureaucratie maakt al snel plaats voor bewondering.

er zijn twee wachten voor u bij de grensovergang
van Zambia
Om aan de grens een visum voor Zambia te kunnen kopen, dien je vooraf toestemming aan te vragen bij de ambassade in België. Je krijgt dan een gepersonaliseerd document opgestuurd dat je aan het grenskantoor moet overleggen. Voor 50 $ mag je voor 30 dagen het land in. Aangezien de wisselkoers voor euro's ter plekke niet bekend is, mag het na enig overleg ook voor 50 euro. Voor Nederlanders heeft Zambia een uitgebreid menu met visa in petto, namelijk een enkel visum, een dubbel visum, een dagtochtje en een langdurig verblijf. Ik gok op een enkel visum voor 30 dagen à raison van 50 euro. Op de koop toe snuffelen de apen - die zonder veel succes met een katapult geweerd worden - door de bagage voordat de officiële douane daar de kans toe krijgt. Dat is allemaal bij de prijs inbegrepen!

Het bustochtje Johannesburg - Livingstone in Zambia, over een afstand van bijna 1.300 km., doet er precies 25 uur over. Bestemming bereikt. Opgelucht stap ik uit en na een hartelijk afscheid van verschillende medereizigers gaat ieder zijns weegs. Je hebt toch een etmaal met z'n allen onder een dak geleefd en iedereen staat onderweg elkaar met raad en daad bij. Een echtpaar moet nog naar Lumumbashi, de hoofdstad van Katanga in het zuiden van Congo. Zij stappen vol goede moed over in de volgende bus, die hen binnen ongeveer 24 uur thuis brengt. Als alles meezit tenminste.

Er volgen vier dagen van ontspanning in Livingstone met bezoeken aan beide zijden van de Victoria watervallen, een boottocht over de Chobe rivier en een landrover-safari in het Chobe Nationaal Park van Botswana. Botswana in en uit gaat soepel en zonder visum. Wel is er een ebola-check. Zambia exit geeft ook geen problemen, maar om dezelfde dag het land weer binnen te komen dien ik 20 euro neer te tellen. Mijn visum voor 30 dagen betreft slechts één entree. Voor het Ierse stel dat hetzelfde dagtripje maakt, is elke toegang tot Zambia opnieuw graties. De katholieke Ieren dragen veel bij aan de ontwikkeling van Zambia. Nederland heeft kennelijk niet zo'n goede reputatie in Zambia als Ierland ... en daar betaal je dus voor!

Over de watervallen van Victoria volgt nog een aparte blogaflevering, evenals over het uitstapje naar Botswana.

onder de Grote Boom
Het busstation in Livingstone is 'onder de Grote Boom'. Er heerst een gezellige Afrikaanse bedrijvigheid op die plek waar inderdaad een grote boom staat. Bussen, taxi's, spelende kinderen en rondhangende jeugd, die tegen een kleine vergoeding de laatste boodschappen voor de passagiers doet. Met een literfles water en een tros bananen stap ik welgemoed de bus in. Nu met bestemming Windhoek, Namibië, een afstand van ruim 1.000 km. met een geplande reistijd van 20 uur. Na vier actieve dagen in Zambia met als hoogtepunt de watervallen, trekt de bus over een simpele asfaltweg door een onmetelijk groot en groen landschap. We passeren onderweg kleine dorpjes zonder elektriciteit, met een brand vuurtje op de rode aarde midden tussen de rondom gelegen rieten hutjes.

We komen de volgende ochtend in Windhoek aan. Het is er opvallend rustig. De plaats doet zijn naam eer aan.  Er waait een verkoelende bries in de 35 graden hete en droge woestijnlucht. Tripadvisor wijst me voor de avond de weg naar een restaurant met een schitterend uitzicht over de stad en de erachter gelegen bergen: The Olive. Het blijkt een bijzonder restaurant met een schitterend interieur, geïnspireerd op de fascinerende Himba-stam en fantastisch buitenterras. In de avond en tijdens de nacht daalt de temperatuur nauwelijks.

De volgende dag is het zondag en dan valt de stad helemaal stil. Alleen de wind brengt nog wat beweging in de stilte. Bij een late ochtend wandeling door de stad blijkt iedereen in de kerk te hebben gezeten. Ik hoor op straat swingende gospelmuziek klinken. Even later bij het uitgaan van de kerk, komt het koor - mannen en vrouwen in donker blauwe gewaden - jubelend naar buiten, samen met honderden kerkgangers. Het was de laatste van 5! missen die ochtend. Dat was nog maar één van de vele christelijke kerken, van verschillende denominaties o.a. Luthers, Katholiek, Anglicaans, Nederduits Gereformeerd, Baptistisch, Methodistisch, Pinkstergemeente, Mormoons, Nieuw Apostolisch en Zevendedagadventisten.  Overbodig te vermelden dus dat Namibië voor 90%, zeer actief en overtuigd, christen is.







Het treinstation van Windhoek wordt in ere gehouden, maar het is vergane glorie. Het is van Duitse origine. Sinds de normale dienstregeling bij gebrek aan belangstelling is stilgelegd, worden er - afgezien van de luxe Desert Express - wagons van Starline aan vrachttreinen gekoppeld. Voor de rest is het station een museum geworden. Een oude locomotief staat buiten onder een afdak ten toon gesteld.

Zondagmiddag om 17.00 uur vertrekt de bus naar Kaapstad. Terug naar Zuid-Afrika dus. De afstand is bijna 1.500 km. deze keer, reistijd 21 uur. Vanwege de wegwerkzaamheden wordt het 23 uur. Toch is de reistijd gemiddeld korter dan de vorige 2 busreizen. De weg is namelijk fantastisch en van tamelijk recente datum, de bus zelf is een gloednieuwe luxueuze dubbeldekker met prima lig- en slaapaccommodatie, de benedenverdieping is bestemd voor oudere passagiers en heeft 18 plaatsen. Het zonovergoten landschap waar we doorrijden is vooral wijds en oneindig met in de verte eindeloos glooiende berghellingen. Wanneer de zon langzaam ondergaat vormen er zich theatrale wolkenformaties onder de African skies.


De grensovergang blijkt de hele nacht open te zijn. Steekproefsgewijs worden er zo'n 15 koffers uitgepikt, die helemaal leeg moeten. Wat je mag en niet mag importeren blijft onduidelijk, maar te veel van hetzelfde is altijd verdacht. Twintig stukken zeep kan in ieder geval niet en ook vijfentwintig trainingspakken geeft een probleem.
Bij het ochtendgloren zijn we al een heel eind Zuid Afrika in gereden. Namibië met haar panoramische vergezichten van natuurlijke wildernis is verruild voor in cultuur gebrachte vruchtbare valleien. Uitgestrekte wijngaarden en citrusplantages worden omzoomd door immense bergketens, die in blauwgrijze nevels langzaam aan de horizon verdwijnen.
Het lijkt alsof Zuid Afrika zijn bloedige apartheids-strijd om de mensenrechten gestreden heeft en als een overwinnaar op zichzelf te voorschijn is gekomen. Aan het begin van de middag komt de majestueuze Tafelberg van Kaapstad in zicht.


donderdag 21 januari 2016

Jo'burg Zuid-Afrika

de opgegraven grond van de mijnen is goudkleurig 
De Bosjesmannen waren de oorspronkelijke nomadische bewoners van de streek,  die nu Johannesburg heet. In de 11e eeuw werden zij verdreven door de Bantoes. Op dezelfde plek vestigden zich 150 jaar geleden de eerste Nederlandse en Duitse kolonisten, 'de Boeren' ook wel Afrikaners genoemd.
Toen hier het goud van Witwatersrand  gevonden werd, dat voor 40% in de totale goudlevering van de wereld voorzag, veranderde alles in een sneltreinvaart. In 1886 werd Johannesburg als mijnstad gesticht. Dat maakte Johannesburg al snel tot het economisch centrum van het land en hoewel het niet de hoofdstad van Zuid-Afrika is, is Jo'burg wel het meest bruisend.

De stad is erg toegankelijk en heeft een hypermoderne infrastructuur met een zeer efficiënte metro: de Gautrain. Aan deze huidige welstand gaat echter een zeer ingewikkeld verleden vooraf. De ontwikkeling van de stad is sterk verweven met de geschiedenis van heel Zuid-Afrika. Daarin hebben Portugezen, Hollanders en Britten een niet geheel en al belangeloze rol ten aanzien van de inheemse bevolking gespeeld. De Britten en de Boeren streden tijdens twee verschillende boerenoorlogen om een eigen onafhankelijke koloniale heerschappij in grote delen van Zuid-Afrika. Zie hiervoor de eerste boerenoorlog van 1880 tot1881 en de tweede  van 1899 tot 1902. De lucratieve goudvondsten van Witwatersrand vormden ondertussen in belangrijke mate de inzet om de strijd van het gebied. Al dat goud bracht echter geen welvaart aan de hele bevolking. De - meest buitenlandse - eigenaars van de goudmijnen werden puissant rijk, terwijl de arbeiders - blank en zwart - gedwongen werden om onder de meest erbarmelijke omstandigheden in getto's te leven, de latere townships.

Sandton is onmiskenbaar het meest welvarende stadsdeel van de grootstedelijke gemeenten die samen Johannesburg vormen. Het is tevens het economisch hart van de stad. Twee 140 meter hoge wolkenkrabbers, de Michael Angelo Towers, vormden eertijds het monumentale middelpunt aan wat vroeger het Sandton-plein heette. Sinds maart 2003 domineert het 6 meter hogen en 2,5 ton wegende beeld van Nelson Mandela het imposante plein. Het plein vormt het centrum van een druk bezochte, zeer luxe shopping mall en is een toeristische attractie van de eerste orde. Het bronzen standbeeld werd onthuld bij een ceremoniële viering van 10 jaar democratie in Zuid-Afrika en is ongetwijfeld het meest gefotografeerde object van de stad. Tijdens deze gelegenheid werd het Sandton-plein ook omgedoopt tot Nelson Mandela Square.
Het stadspark botanical gardens is een andere trekpleister en voor wie dat te rustig is, is er Gold Reef City. Dit themapark is gebouwd op een verlaten goudmijn en herbergt een enorm Casino, een mega-walhalla voor hedendaagse gokkers, waarbij voor de high class golddiggers privé salons beschikbaar zijn.

Het apartheidsmuseum is nauwelijks een 'attractie' te noemen in de zin dat het amusementswaarde zou hebben. Een bezoek eraan is een aanslag op een onbezorgd vakantiegevoel; het tast onvermijdelijk je comfort-zone  aan, maar dan besef je ook iets van de heftige en zeer recente geschiedenis van het land dat je bezoekt, waardoor het zeker de moeite waard wordt.

121 stroppen - één voor elke ter dood
gebrachte politieke gevangene van het
apartheidsregime
Het in november 2001 geopende museum geeft een realistisch beeld van de gruwelijke geschiedenis van de apartheid in Zuid Afrika. De route door het museum volgt stap voor stap het ontstaan van een mensonwaardige politieke 'organisatie', die - bedoeld om de 'orde' te handhaven - uitmondde in een enorme maatschappelijke desorganisatie.  Het geweld waarmee de 150 apartheidswetten werden gehandhaafd, worden hier met beeld en geluid onverbloemd in beeld gebracht. Toen vanwege de talloze schendingen van de mensenrechten de internationale betrekkingen in het slop raakten, beseften de strijdende partijen - onder grote internationale druk - zich dat een verharding van eigen standpunten het land op de rand van de afgrond zou brengen. De gevolgen zouden sociaal en economisch desastreus gaan worden voor de ontwikkeling van Zuid Afrika. Uiteindelijk kwam, mede onder druk van buitenlandse sancties en vanwege de onhoudbare binnenlandse misstanden,  de afschaffing van apartheid ter sprake. Kiesrecht voor iedereen was een belangrijk onderdeel daarbij. Op 27 april 1994 vonden voor het eerst in de geschiedenis van Zuid Afrika niet-raciale parlementsverkiezingen plaats.

De onvoorwaardelijke vrijlating van Nelson Mandela uit zijn 27-jarige gevangenschap op Robbeneiland in 1990 en het uitschrijven van democratische verkiezingen met stemrecht voor iedereen in 1994, betekende de aanzet tot de afschaffing van de Apartheid. Echter 'afschaffing' was ook niet zonder gevolgen. Hoe moest de overgang van apartheid naar een democratie plaatsvinden? Hoe moesten de talloze daders vervolgd en be- of veroordeeld worden? Hoe konden slachtoffers recht worden gedaan en verder leven na alles wat hen was aangedaan? Vervolging was onbegonnen werk en amnestie was onwenselijk. Er werd een compromis gevonden door de Waarheids- en Verzoeningscommissie, waarbij amnestie in ruil voor de waarheid de kerngedachte was. Dit idee heeft zijn wortels in de Ubuntu-filosofie.  Ubuntu is een ethisch waardesysteem uit Afrika ten zuiden van de Sahara en draait om onderlinge menselijke relaties en de wederzijdse toewijding daarbij. Letterlijk heeft het in het Zoeloe betekenissen als: Eén zijn / menselijk zijn tegenover anderen / ik ben, omdat wij zijn / menselijk worden door anderen. Dank zij dit concept is de ommekeer van apartheid naar een democratie geweldloos kunnen verlopen. Dat is - zelfs in de wereldgeschiedenis - ongekend revolutionair.

De twee grote architecten van dit radicaal-geweldloze programma waren Nelson Mandela en aartsbisschop Desmond Tutu, die de eerste zwarte aartsbisschop van de Anglicaanse kerk in Kaapstad was. Als voorzitter van de Waarheidscommissie en mensenrechtenactivist ontving hij op 16 oktober 1984 de Nobelprijs voor de Vrede. Mandela en Tutu, de beide voormannen voor de vrede waren in feite nagenoeg elkaars buren uit Soweto. Hun huizen in Vilakazi street zijn toeristentrekkers. Het is de enige straat ter wereld waar twee Nobelprijswinnaars woonden. Winnie Mandela woont nog steeds iets verder op, wat de gids 'Beverly Hills Soweto' noemde.

Een bekend citaat van Tutu is: Beter dan gerechtigheid in de vorm van vergelding, is gerechtigheid die tot verzoening leidt.

SoWeTo is de afkorting voor South Western Townships, maar staat ook voor SO WhEre TO?! In de betekenis van: ... en waar nu naar toe ?! of ... en hoe nu verder ?!
Een bezoek aan de wereldberoemde township stond wel op mijn programma, maar ik had geen idee hoe en of dat 'zo maar' mogelijk was. Met de Red City Tour and Soweto Combo bleek dat dus zo maar te kunnen. Hoewel het een voor toeristen georganiseerde trip is, blijkt het ook een ontkrachting van allerlei vermeende en negatieve vooroordelen over de township te zijn. Zo blijkt ook de chauffeur van hotel waar ik logeer er te wonen. Dit vanwege de gemeenschapszin en omdat het er goedkoop wonen is. Soweto heeft nu bijna 5.000.000 inwoners.

Braamfontein is oorspronkelijk de naam van een boerderij in Witwatersrand. Eind jaren -80 van de 19e eeuw werd het uitgeroepen tot township voor mijnwerkers. Tussen 1980 en 2000 veroorzaakte de verloedering van de wijk een uittocht van bijna alle bedrijvigheid. Momenteel is de voormalige probleemwijk een energieke mix van kantoren, scholen, studentenwoningen, restaurants, winkels, hotels en theaters. Het gonst er van grootstedelijke activiteiten, ondertussen klinkt er op de terrassen muziek van Bob Marley en andere oorspronkelijke Afrikaanse muziek. Toeristen worden nog ( al of niet terecht ) afgeraden 's avonds of in ieder geval 's nachts alleen rond te dolen.


Er valt veel over Johannesburg - ook bekend als Jo'burg, Jozi, Joeys, eGoli ( goudstad ) en afgekort JHB -  te vertellen. De stad is een bezoek in ieder geval meer dan waard.
Voor de echte reisjunks hier nog een link naar de hipste wijken van deze wereldstad.