vrijdag 30 januari 2015

Geschiedenis van het Krugerpark

In januari 2011 ging ik voor het eerst met Marjo naar het Krugerpark. Wij logeerden de eerste nacht in Het Protea Hotel vlak voor de poort van het Krugerpark die naar kamp Skukuza leidde. We kwamen daar in de namiddag aan en de volgende dag zouden we het park in gaan. Die volgende dag rijdt Marjo naar de ingang om voor de hele maand januari in te checken. De ingang ligt op loopafstand van het hotel en ik ga te voet.
Het eerste wat ik zie - nog voordat we het park in rijden - is een olifant die in een slootje langs de kant in de berm zijn dorst staat te lessen. Ik ben op slag verkocht.

Ik ben verrukt; dit is waar ik op gehoopt had. Ik wist niet wat ik moest verwachten, maar in ieder geval géén keurig aangelegd en aangeharkt park, waar de wilde dieren zich 'correct' en gedisciplineerd achter dranghekken ophouden. Ik maakte mijn eerste wild-life foto .... buiten de poorten van het Krugerpark! Ik wist, dit is echt, want de natuur houdt zich niet aan door mensenhand aangelegde grenzen.

Ik probeer het Krugerpark nog steeds te zien als een stukje ongerepte natuur. Maar dat is een wat geromantiseerde voorstelling van zaken en eigenlijk maar gedeeltelijk waar. In vervolg op de Overpeinzingen bij het Krugerpark van de vorige blogaflevering, sta ik deze keer stil bij de Geschiedenis van het Krugerpark.

Vanwege de toenemende jacht met steeds modernere wapens, ontstond eind negentiende eeuw de behoefte aan bescherming van de natuur in het algemeen en het wild in het bijzonder. De volksraad van de Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal) verbood daarom de jacht tussen de Sabie- en de Krokodilrivier. President Paul Kruger had in 1898 de vooruitziende blik om het Sabie Wildreservaat in leven te roepen. Dat kwam er op neer dat een groot natuurgebied afgebakend werd. Er waren nederzettingen waar mensen woonden en er kwam heel veel wild voor. Van menselijk ingrijpen was verder nauwelijks sprake.

Kort daarop breekt de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) uit. Van natuurbescherming komt weinig meer terecht. In 1903 - nadat Transvaal intussen na de verloren oorlog een Britse kolonie geworden was - werd de Britse majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Hij was een gepassioneerd natuurliefhebber en zette zich in voor de uitbreiding van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1916 werd een spoorlijn aangelegd, waardoor het grote publiek het park gemakkelijker kon bereiken en het voor toeristen interessanter werd. Er mochten geen jachtsafari's meer gehouden worden. De nieuwe toeristen waren in plaats van met geweren, meer en meer uitgerust met camera's en filmtoestellen. Nieuw en populair in die tijd.

De Unie van Zuid-Afrika werd opgericht op 31 mei 1910, toen, na de Boerenoorlog, de overwonnen Zuid-Afrikaanse Republiek en de Oranje Vrijstaat werden samengevoegd met de Kaapkolonie en Natal.
Een derde mijlpaal werd bereikt in 1926, toen UZA-minister van Lande Piet Grobler besloot hier het eerste nationale park van Zuid-Afrika in te stellen. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger ( 1825 - 1904 ). Dat deze vijfde president van Transvaal geliefd was blijkt ook wel uit zijn koosnaam Oom Paul.
In 1961 werd de Unie de Republiek van Zuid-Afrika.

In de loop der jaren is er aan gewerkt om het natuurreservaat meer en meer toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor de gestaag toenemende toeristenstroom. Geasfalteerde wegen en omheinde kampen om te overnachten droegen steeds verder bij aan het comfort, dat de meestal gefortuneerde bezoekers verwachtten van hun wildlife-experience. Gelukkig heeft het Krugerpark nog heel veel van zijn oorspronkelijke natuurlijke charme weten te bewaren. Dit in tegenstelling tot verschillende particuliere, privaat-parken, die er alles aan doen om zelfs de meest verwende ( lees: verveelde ) gasten ter wille te zijn. Tegen ( grove ) betaling worden er jachtpartijen in scene gezet, waarbij er enkele zebra's of ander argeloos wild wordt losgelaten bij een groep hongerige leeuwen. Ontaarde vertoningen vergelijkbaar met de decadente voorstellingen in het Colosseum uit de tijd dat het antieke Romeinse Rijk en haar beschaving in verval raakte.

Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken gelegen in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen. Door op deze link te klikken, kunt u in sappig Zuid-Afrikaans iets te weten komen over de totstandkoming van dit grensoverschrijdend reservaat.

woensdag 28 januari 2015

Overpeinzingen bij het Krugerpark

Het gonst van leven op de savannen, hoefgetrappel alom van zebra's, impala's en gnoes op de rode aarde van het Kruger.
Over impala's gesproken, in dit jaargetijde dartelen er vrolijk duizenden jongen rond van enkele weken oud. De geboortepiek ligt rond kerstmis. Uitgelaten kleuterklasjes van gracieuze acrobatenleerlingen. Een lust voor het oog. Onvermoeibaar in het oefenen van hun behendigheid in speelse sprongen, leren ze om in tijden van nood te ontkomen aan de altijd op de loer liggende roofdieren.
Ik herinner me de ontluisterende opmerking van Marjo: zij zijn het lopende buffet voor leeuwen en panters.

Daarmee realiseerde ik me in een klap de realiteit: de natuur is onverbiddelijk wreed en heeft geen Micky Mouse in dienst als jachtopziener. De natuur heeft geen Disney-sentimenten als handelsmerk. Het Krugerpark is er weliswaar om van de natuur te genieten, maar het is geen pretpark dat uitsluitend bevolkt wordt door vertederende Bambi's.

De natuur maakt geen selfies, de natuur maalt niet om geld en de natuur vraag niet om je mening. De natuur is de natuur. Dit is een quote van National Geografic.
De mensenwereld er er een van cultuur. Waar de natuur altijd willekeurig in beweging lijkt, gebruikt de mens zijn brein om plannen en keuzes te maken. Het dier vecht, vlucht en vermenigvuldigt zich. De mens blikt terug en kijkt vooruit, waarmee hij geschiedenis 'maakt' en daarvan leert .... zou je denken. De mens stapelt inderdaad kennis op en staat wat dat betreft vooral op de schouders van zijn voorouders.
Maar anderzijds waar de dierenwereld feilloos op zijn omgeving reageert en op de hun aangeboren instincten voortleeft, kan juist het rationele brein de mensheid behoorlijk op het verkeerde been zetten, zonder rekening te houden met de omringende wereld en zonder moreel kompas degraderen tot een vechtende, vluchtende en zichzelf vernietigende massa. Frans de Waal toont aan dat de scheidslijn tussen mens en dier dunner is dan we geneigd zijn te denken. Te meer omdat hoger ontwikkelde dieren zoals olifanten ook hoger ontwikkelde sociale omgangsvormen hebben. Zij kunnen in sympathie met hun soortgenoten samenleven en hun medeleven aan soortgenoten in nood betonen. Toch zijn dieren gebonden aan hun instincten, waar mensen ondanks hun vrijheid kunnen ontsporen.

Een ongeëvenaard voorbeeld van meeleven bij dieren is en blijft de wereldberoemde opname van de Battle of Kruger. Het YouTube filmpje dat al meer dan 75 miljoen! keer bekeken is en prachtig in beeld brengt hoe een kudde buffels een jong buffeltje niet in de steek laat wanneer het aangevallen wordt door een groep leeuwinnen.



Juist omdat de natuur haar eigen gang gaat is er de mensheid alles aan gelegen om de wetten en wetmatigheden van die natuur te ontrafelen. Onze hedendaagse wetenschap is het voortdurende project van deze gezonde nieuwsgierigheid. Lange tijd hebben wetenschappers zich met de wetten van de kosmos en allerlei natuurfenomenen beziggehouden, zonder rekenschap af te leggen van hun eigen invloed op datgene wat zij bestudeerden. Sinds kort groeit het bewustzijn dat de mensheid niet alleen op de wereld leeft en deelneemt aan de natuur, maar ook dat zij zelf daar onderdeel van is. Het morele besef van rentmeesterschap is geen vrijbrief om de wereld waarvoor zij zich verantwoordelijk houdt, ongestraft te exploiteren en uit te buiten. Behoud van biodiversiteit is geen vrije tijdsbesteding meer; het is een dure levensles geworden. Duurzaamheid is een levensnoodzaak.

Dient de mens zichzelf of de natuur door de natuur te dienen? Keer op keer blijkt de natuur verrassingen in petto te hebben. Niet alleen sociaal diergedrag, ook overlevingsmogelijkheden in de meest extreme omstandigheden roepen verbazing op. Steeds weer blijkt zij het aanmatigende menselijk brein te tarten met betoverende en ongelofelijke fenomenen in de dieren- en plantenwereld. Van de toppen van immense regenwouden, waar zich, tot voor kort voor onmogelijk gehouden biotopen ophouden tot op de duistere bodems van onmetelijke oceanen waar talloze nog ongekende levensvormen - met of zonder zuurstof - schier ontoegankelijke werelden vormen. De natuur herbergt in het verborgene onwaarschijnlijke schatten waar de mens nauwelijks een voorstelling van kan maken of zelfs domweg geen weet van heeft. Zo vormt de natuur met haar onuitputtelijke bron van intelligente kennis een ongekende uitdaging. Schatten, die zich in eerste instantie slechts laten onthullen vanuit een grondhouding van verwondering en bewondering. Geheimen, die zich laten ontsluieren op basis van behoedzaam ontzag.

Hoe delicaat en kwetsbaar de balans in de natuur is blijkt uit een ander verhaal dat Marjo me ooit vertelde.
In de beginjaren van het Krugerpark als natuurreservaat werd juist de aanwezigheid van een gezonde populatie olifanten erg op prijs gesteld om de nieuwe 'camera-toeristen' naar het park te trekken. Er had een omslag in het type bezoekers plaatsgevonden; safarigangers die hun moedig en avontuurlijk gedrag ten toon wilden stellen door met een trofee in de vorm van slagtanden van een olifant of een leeuwenhuid thuis te komen veranderden in fotograferende toeristen. Geweren werden vervangen door camera's.

Het park werd toentertijd, net als nu, ook regelmatig getroffen door periodes van droogte. Om te voorkomen dat de dieren het slachtoffer zouden worden van die droogte werden waterputten geslagen. Grote ronde betonbekkens, waarin grondwater met windmolens opgepompt wordt. Aanvankelijk bassins met een rand van een meter hoog. Maar omdat daar soms zebra's en andere kleinere hoefdieren in terecht kwamen en verdronken omdat ze er niet meer uit konden komen, werden de randen twee tot drie meter opgehoogd. Nu kunnen alleen nog de olifanten uit de kunstmatige waterbronnen drinken. Deze raakten er zelfs zo aan gewoon dat zij nu de natuurlijke waterplassen mijden. Zie bijgaande foto.

Wat blijkt? Jaren later is de olifantenpopulatie zo onstuimig gegroeid dat het aantal olifanten een serieus probleem vormt voor de vegetatie. Sommige delen van het natuurreservaat rond Punda Maria zijn nu afgezet met schrikdraad om olifanten te weren. Hun enorme eetlust vormt een regelrechte bedreiging voor de groenvariëteit in het landschap.

Zo stelt natuurbehoud de mens steeds voor nieuwe vragen en problemen, waar antwoorden en oplossingen voor gezocht worden. Waarbij de vraag zich aandient of de natuur haar delicate balans wel in stand kan houden, wanneer de mens - met de beste bedoeling - ingrijpt? Tijdelijke oplossingen kunnen op lange termijn voor problemen zorgen. Het gezegde 'Wie wind zaait, zal storm oogsten' komt bij me op. Ik betwijfel of het hier echt toepasbaar is, maar ik vind het wel een mooie tegeltjesspreuk. Tegeltjeswijsheden hebben een merkwaardige eigenschap: ze slaan 'nergens' op, maar zijn tegelijkertijd ook 'altijd' toepasbaar. Het is mijns inziens een verwijzing naar de feilbaarheid van het menselijke brein om problemen op te lossen. U kunt ermee doen wat u wilt. Ook gewoon in de wind slaan dus.


P.s.
Graag wil ik even van de gelegenheid gebruik maken om een 'uitglijder' uit de vorige blogaflevering te corrigeren. Trouwe blogvolger Gerard Kaal wees me erop dat hyena's en wilde honden twee verschillende diersoorten zijn. Het is inmiddels rechtgezet, bedankt Gerard.
Hennie van der Pol ben ik ook dankbaarheid verschuldigd. Haar nimmer aflatende moeite om steeds de blog vóór publicatie op spellingfouten en taalgebruik te controleren behoedt me ervoor als taalbarbaar aangezien te worden.

woensdag 21 januari 2015

Kruger-berichten

Ook Marjo en Liesbeth zijn tegenwoordig erg bij de tijd; zij toeren nu gedigitaliseerd met een state-of-the-art tablet door de wildernis van het Krugerpark. Daaraan hebben we nu deze uitgebreide blogaflevering te danken.

We hebben nu in deze 14 dagen ruim 2500 km gereden door het park. Dat lijkt veel, maar is uiteindelijk niet meer dan 150 km gemiddeld per dag, wat met de verschillende koffie-stops en de 7 á 8 stops om wildlife te spotten neerkomt op zo'n 20 km per uur autorijden. Onze Limburgse reisgenote Bertie, bekend van de reizen naar Galapagos en Oeganda, heeft ons via het lokale vliegveld van Phalaborwa verlaten.


Bertie heeft ruim 2 weken met Marjo en Liesbeth door het Krugerpark gereisd. Zij maakt altijd schitterende fotoreportages getuige haar foto's van de Oeganda gorillareis. Ik zie er naar uit om een paar van de mooiste exemplaren op de blog te plaatsen.

De eerste dagen hebben we rond kamp Mopani gereden. Natuurlijk eerst de bekende route naar Mooiplaas. Onderweg daar naar toe al kruisten enkele olifantenfamilies ons pad. Bij de waterput op Mooiplaas liepen 10-tallen imposante olifantstieren. Het is bemoedigend te zien dat de lierantilopen, die 12 jaar geleden in het kader van een programma zijn uitgezet, nu in redelijke kuddetjes van 8 tot 12 dieren wat vaker in het vizier komen. Een regelrechte verrassing is de grote variëteit aan antilopen, die we in beeld krijgen. Van de kleinste, de klipspringer, tot de grootste, de eland antilope. Die laatste was een bok van wel 600 kilo. Na 8 jaar zien we ook weer een mooie groep sabelantilopen. Ongeveer 15 dieren krijgen we in beeld. Sabelantilopen zijn zeldzaam; in totaal lopen er maar 300 van in het Krugerpark. Daarbij komt dat je ze ook nog zelden te zien krijgt, want ze houden zich graag op in dicht struikgewas. Ook de rietbok is een weinig voorkomende gast. Een exemplaar liet zich op enkele meters van de weg fraai op de gevoelige plaat vastleggen. Soms moet je geluk hebben.

Het is niet de bedoeling dat je uit de de auto stapt in het wildpark. Begrijpelijk, maar nood breekt wetten. Op straffe van een fikse boete stapt Marjo gerust de wagen uit om een kameleon, die in schutkleur over de weg wandelt, op een takje te laten lopen. Die wordt dan behoedzaam langs de kant in het struweel gezet. Het is immers niet de bedoeling dat deze kleurengoochelaars worden platgereden, omdat zij zich zo gemakkelijk aanpassen aan de kleur van het asfalt. Ook kleine ( water- )schildpadjes worden op die manier van een wisse dood gered. Way to go, Marjo.

Even verder zien we de laatste paar meter van een een Afrikaanse rotspython in het struikgewas. Daar zitten nog wel een paar meters voor, maar die kun je beter niet aan zijn staart trekken. Die hebben we dan ook maar met rust gelaten, je hoeft immers niet altijd alles te zien.

Twee keer komen we hyena's in kleine groepjes tegen. Vaak, ook nu weer, draagt er eentje van de roedel een zogenaamde 'collar', dat is een halsband met ingebouwde GPS, zodat de groep via de satelliet gevolgd kan worden. In verschillende kampen ligt bij de receptie een boek, waar de gasten opmerkingen kunnen schrijven over een bepaald gedrag wat hen opgevallen is bij de dieren. Dit allemaal om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen. De gevlekte hyena heeft sowieso mijn speciale belangstelling, mede omdat wij in Dierenpark Amersfoort het Europese stamboek voor deze dieren voeren.
Hyena's komen behoorlijk veel voor in het Krugerpark.


 
Bij een duiker, dit is een pijp onder de weg door voor waterafvoer, zagen we een 6-tal jonge hyena's. Vier van ongeveer een half jaar oud en twee puppies, hooguit enkele weken oud, nog bruin van kleur. Het stel liep te sjorren aan een buffelpoot, die ze ongetwijfeld van de prooi van een leeuwengroep gestolen hadden.

Hyena's, leeuwen en panters zitten niet gezellig bij elkaar aan tafel. Ze azen op dezelfde prooi en beconcurreren elkaar heftig over wat er op tafel komt. We zijn op een stil achteraf gelegen zandpad getuige van een scene, waarin een panter - jammer maar helaas - zijn prooi kwijt raakt aan een vijftal hyena's. De luipaard heeft een malse impala geslagen en is bezig daarmee in een boom te klimmen. Panters hebben de gewoonte om hun buit hoog en droog in de boom veilig te stellen. In de haast en onder de druk van het groepje grommende hyena's mislukt het panterplan volledig om met buit en al een veilig heenkomen te vinden: hij laat zijn prooi naar beneden vallen. Op het zelfde moment sleuren er onder een luid gegrom, gehuil en gekraak 5 hyena kaken aan het karkas. Enkele minuten later is de buit verdeeld. Tegelijkertijd komen er zo'n 20 gieren aan zetten. Kap- en witruggieren. Zij wachten geduldig af als lakeien aan een banket, totdat de heren hyena's verzadigd zijn. Zijn ze te haastig dan is de kans groot dat zij zelf ook tussen de hyena kaken verbrijzeld worden. Zo zijn de tafelmanieren in elke samenleving weer anders.

Leeuwen zijn een verhaal apart. Iedereen wil altijd leeuwen in het wild zien. Dat is en blijft ook bijzonder fascinerend. Dat leeuwen zo tot de verbeelding spreken heeft mijns inziens ook te maken met de prachtig uitgevoerde natuurfilms, zoals die onder meer door International Geografic getoond worden. Professionele natuurfilmers volgen met veel technische uitrusting en eindeloos geduld vaak een jaar lang een leeuwenfamilie. Zij maken prachtige documentaires, die in een uurtje afgedraaid worden voor het verwende publiek, dat thuis comfortabel voor de tv op de bank zit. Bezoekers van Kruger zijn dan soms veeleisend; soms verwachten zij vlak voor hun neus een familie leeuwen op jacht te zien of minstens 10 leeuwen die een buffel aan het verorberen zijn. Dat is helaas zelden het geval. Als je al leeuwen ziet, dan liggen zij vaak plat op hun zij in het hoge savannegras uit te buiken van een copieus maal. Vaak zijn het dan leeuwinnen, want die gaan op jacht. De mannen zijn er alleen maar om te imponeren met hun flinke kop met manen, om af en toe te brullen en paniek te zaaien om de prooi schrik aan te jagen. Verder zorgen ze er natuurlijk ook voor dat er welpjes op stapel gezet worden.

Van de bavianen heb ik het idee, dat er hier een bevolkingsexplosie heeft plaatsgevonden. Honderden hebben we er gezien verspreid door heel het Krugerpark. Groepen van 50 tot meer dan 80 dieren kwamen we iedere dag wel tegen, soms spelend op de weg, dan weer zich te goed doend aan een bepaalde stuik die in deze periode vruchten draagt.


Volgende keer meer ...