vrijdag 27 januari 2012

Week vier in het Krugerpark

Vanaf deze week zijn Fred en Dolf de reisgenoten van Marjo. Fred is daarbij voor mij - als correspondent op afstand - een overvloeiende bron van informatie. Marleen, Dominique en Chris hebben vijf dagen met Marjo gebivakkeerd en veel wild-life ervaringen met elkaar gedeeld. Ze sluiten hun safari af met een fietstocht in Zuid Afrika.

Fred communiceert dagelijks via sms., deze compacte tekstberichtjes pas ik enigszins aan bij het omzetten naar de blogversie. Fred maakt vooral melding van de grote variatie in de verschillende diersoorten. Als enthousiast vogelaar focust hij bij voorkeur zijn op zijn gevleugelde vrienden.

21 januari 2012:
Vandaag onze 1ste dag weer in Kruger. We hebben een goede vlucht gehad van Schilhol naar Pallaborwha en het weerzien met Marjo, die ons opwacht aan het vliegveld, is als vanouds prettig. Het lijkt een beetje op een soort 'thuiskomen'. Tijdens een snelle rit naar Mopani, ons eerste kamp in het noorden van het park, spotten we al weer veel dieren. Hieronder twee Goliathreigers, een krokodil midden op de weg en diverse groepen vogels. Daarbij een 30-tal ooievaars. Dat heeft mogelijk te maken met de grote regenval, er is immers nu voldoende voedsel voor deze dieren.

22 januari 2012:
Vanmorgen na het ontbijt vertrokken we naar Mooiplaas. Hier zagen we zeker 300 buffels grazen en 150 ooievaars op zoek naar voedsel. We waren nieuwsgierig of de krokodil, die we gisteren gespot hadden, nog op de weg op vis lag te wachten.

Die weg is namelijk een dammetje in de rivier, vol met vis, waar het water overheen stroomt. Met de stroom van het water zwemmen de vissen over de dam, waardoor ze een gemakkelijke prooi zijn voor de krok, die daar rustig ligt af te wachten tot een vis in zijn bek zwemt. Een soort luilekkerland voor hem dus.
Een filmpje van verleden jaar geeft daar een duidelijk beeld van. Alleen in dit filmpje vangt hij bot in plaats van zalm.



Ja, hoor we werden beloond. Er zwom een grote vis over en hap. Weg! Verder spotte ik nog een slapende nachtzwalum. Volgens Marjo erg zeldzaam. Hij had die nog nooit hier gezien. Vanmiddag waren alle ooievaars verdwenen. vast naar het noorden vertrokken. Met de diverse roofvogels, die ik nog in het vizier heb gehad is het een mooie dag geweest. Vanavond worden we vast weer getracteerd op een cicades-concert.

24 januari 2012:
Vandaag een groep van 9 giraffes en vele jonge impala's gezien. Bavianen en meerkatten ( een elegant, klein apensoort ) langs de weg. Verder een waterbok, lepelaar, wolnekooievaar en een visarend. Bij de ingang van het Mopani kamp zit als sinds jaar en dag een klein krokodil. Dit krokje zit en nu nog steeds. Verder een kroonkiviet en parende nijlpaarden.

Een foto van een visarend 'geschoten' bij Lake Panic Hide in 2011.


25 januari 2012:
Vandaag zijn we gereden naar een plek achter een dan, waar niemand komt - behalve wij weer natuurlijk! - we zagen er twee zadeldekjakhalzen, een slapende! waterbok, een ibis, een krokodil aan de waterkant, een nijlgans en een geelkopboomeend. Verder zijn we nog naar een zogenoemd privat camp gereden. Zo'n privé kamp staat logistiek en organisatorisch 'los' van het Krugerpark. Het ligt er erg mooi, midden in de bush. Ook bijzonder is het om vijf reuzetrappen bij elkaar te zien en een vlucht van 1000-den boerenzwaluwen. Voorts vele giraffen en een bul bij een waterbak, die hier daar geplaatst zijn in het park om extra drinkplaatsen te creëren voor de dieren in drogere tijden.

26 januari 2012:
Vanmorgen diverse reuze- en dwergijsvogels gespot. Een groep van 16 maraboes en een olifant op tien meter van de auto. Een breedkoparend gezien en twee krokodillen op de brug vlak bij het kamp, waar we logeren. Vanavond is het onze laatste nacht in kamp Mopani, morgen rijden we naar kamp Satara, dat is een afstand van ongeveer 120 km. We zullen daar zes nachten verblijven.

27 januari 2012:
Een steenbokje gezien, het sierlijke beestje valt altijd weer op door zijn elegante behendigheid. Op kleine hoefjes balanceert hij sierlijk en schijnbaar moeiteloos op de meest rotsachtige plaatsen. Een olifant in bad biedt altijd een fraai schouwspel. Imponerend blijft ook een volwassen olifant op vijf meter afstand van de auto. En dan eindelijk, de eerste groep met olifanten, die ik deze reis zie. Maar liefst 36 stuks staken voor ons de weg over. In het kamp zien we vier dwermangoesten.

Een dwermangoeste, foto van 2011.


Hoog boven ons zweven 10-tallen maraboes op de warme lucht - op thermiek - omhoog. We hebben een panter gefilmd! En zien 100-den impala's en diverse gieren.
We worden ondertussen volledig in beslag genomen door alles om ons heen. Zozeer zelfs dat we ons gevoel voor tijd zijn kwijtgeraakt. We vertrekken een dag te vroeg uit kamp Mopani en komen bijgevolg een dag te vroeg in kamp Satara aan. Chips! Die verkassing is altijd een kleine verhuizing, maar we hoeven gelukkig niet terug. Er wordt iets geregeld voor ons en we slapen in Satara.


Van Marjo krijg ik nog per mobiele telefoon te horen dat zij de big 5 - buffel, olifant, neushoorn, leeuw en panter - in één keer gezien hebben!
Zij hebben een luipaard ( panter ) 20 minuten lang met de auto kunnen volgen. Dat is dan, vermoed ik, de panter die Fred gefilmd heeft. Ik hoop dat filmpje ter zijner tijd - wanneer Fred thuis is - via de blog te kunnen laten zien.
Verder is het weer in het Krugerpark qua droogte en regenbuien alweer behoorlijk genormaliseerd. Het valt hem op dat de natuur zich, zelfs na de extreme situaties van de afgelopen tijd, zo snel herstelt.
We hebben het nog even over onze gemeenschappelijke interesse in Afrika en de fantastische mogelijkheden om met elkaar in contact te kunnen blijven op verschillende locaties van dat boeiende werelddeel. We spreken af elkaar volgende week weer te bellen.


....................................................wordt vervolgd.....................................................................

Egypte, woestijnsafari Cairo - Luxor, januari 2012

14 januari landden Thomas en ik op de International Airport van Cairo voor een 14-daagse woestijnreis door Egypte. Juist in de periode dat Marjo met zijn reisgenoten voor 6 weken in het Krugerpark van Zuid Afrika zit. We reizen dus tegelijkertijd op hetzelfde continent. Agnes, Cees en Claudia vertrekken op de 15e januari terug naar Holland na de eerste 2 weken van het parkbezoek met Marjo te hebben doorgebracht. De dag daarop arriveren Marleen, Dominique en Chris vanuit België om zich voor 5 dagen bij Marjo te voegen. Hierna tenslotte zijn Fred en Dolf van de wild-life partij.

Tijdens onze Egypte reis zou ik de Kruger-blog bij gaan houden. Dat lukt redelijk tot nu, maar dat is afhankelijk van de informatie die ik door krijg en van de tussentijdse communicatie mogelijkheden. Week 2 heb ik inmiddels redelijk kunnen verslaan en ik heb ook voldoende informatie over de 3e week, mede dank zij Marleen. De volgende blogpublicatie zal dan ook weer uitsluitend Kruger-belevenissen bevatten.

Deze blogaflevering - juist ook omdat we ons bevinden in hetzelfde werelddeel als waar Marjo zich nu bevindt - zal gaan over de Egyptereis van Thomas en mij. Zo kan ook het thuisfront enigszins meeleven. Om een indruk te geven van de couleur locale begin ik met met een filmpje over waterbuffels in hun natuurlijke omgeving, wat gemaakt is tijdens een felucca-zeiltocht over de Nijl bij Luxor. Waterbuffels worden hier gamouza genoemd.


CAIRO
De eerste 4 nachten logeren Thomas en ik in het Mena House Hotel, een oud buitenverblijf uit de Engelse koloniale periode, wat op loopafstand ligt van de piramiden.

De eerste dag steken we na een vorstelijk ontbijt de weg over en stappen we, alsof we een teletijd-machine betreden, 45 eeuwen terug in de tijd. Even later staan op de rand van de woestijn, de vlakte van de grote piramiden van Gizeh, waar de legendarische en imposante sfinx over lijkt te waken over de legendarische piramiden om vijanden vrees en schrik aan te jagen.
De Arabische naam van het immense leeuwenlichaam met mensenhoofd is 'Abu El-Hol' dat betekent Vader de Verschrikkelijke. Ooit was het in oude tijden een mythische 'Wachter van de Zon' en werd hij op één lijn gezien met de hemelgod Horus, de godfarao en de hemelzon zelf.


Thomas heeft met de nodige digitale hocus-pocus onze wandeling rond de piramides in kaart gebracht.

Door op het kadertje 'Satelliet'te klikken komen de piramides ook werkelijk in beeld. ( Als dat geen technisch vernuft vertegenwoordigt! )


Wat momenteel werkelijk uniek is dat we hier een van de weinige toeristen zijn. Voor de souvenir-venters, prullaria-verkopers en de kameelritten-aanbieders en zijn wij zo'n beetje de voornaamste attractie en we ontkomen dan ook niet aan een horde van belagers. Het zijn de revolutie en de wilde taferelen op het Tahrir-plein in het centrum van Caïro, die verleden jaar wereldwijd rond deze tijd op de televisie te volgen waren, die daar debet aan zijn. Hoewel het merendeel van de Egyptenaren de revolutie een warm hart toedragen, lijden grote groepen mensen aan het wegblijven van de toeristen. Op 25 januari - wij zullen op die dag in Luxor aankomen - wordt de eerste verjaardag van de revolutie gevierd. De slachtoffers van de revolutie worden martelaren genoemd. Zij zijn het 'offer'- hoe archaïsch is dat! - van de gewelddadige botsingen tussen het inmiddels gevallen Moubarak regime en de vrijheidsstrijders en worden met herdenkingen geëerd.

Later op de dag bezoeken we het centrum van Caïro en wanneer we aan het begin van de avond een thee-huis aan het Tahrir plein bezoeken wordt plotseling, terwijl wij niets vermoedend aan de mint-thee zitten, met veel geraas het ijzeren rolluik naar beneden gelaten. Er is buiten een opstootje, waarbij gevochten wordt. Lokaal is het is kennelijk geen ongewone actie, want de andere theehuis bezoekers roken onbekommerd verder hun sigaret en drinken hun thee of koffie. Wij zitten veilig opgesloten! 'Niets aan de hand', wordt ons geruststellend toevertrouwd. Wij zijn toch enigszins onder de indruk. Een half uurtje later blijkt de kust voldoende veilig om de bezoekers weer buiten te laten. We worden vriendelijk geadviseerd rechts af te gaan om het opstootje te ontlopen.
Er wordt ons in het oor gefluisterd dat deze relletjes niets met de revolutie te maken hebben. Mensen maken van de gelegenheid ge-/misbruik voor individueel en persoonlijk belang: ze willen een ijskast of een flat. Het kleine groepje Egyptenaren, die nu het Tahrir plein 'bezetten' en er in tenten de nacht doorbrengen spelen overdag kaart en drinken thee. Zij zouden zelfs daarvoor betaald worden om de 'opstand' in de spotlights te houden voor de internationale media. Het gaat hier om 'poor people' en niet om hard-core activisten, wordt ons verteld. We weten niet wie of wat we moeten geloven. Op het podium van het Egyptische politieke toneel spelen zich momenteel duistere en ondoorzichtige taferelen af.
Even later zitten we in een taxi, die zich met veel getoeter in de spaghetti-achtig, krioelende file van het helse verkeer stort op weg naar het chique Mena House, 15 km verder. Een uur en drie kwartier later valt er een deken van weldadige rust over ons in aangename tuinen van het hotel.
De volgende ochtend bewonderen we na het ontbijt de majesteitelijke Montgomery- en Churchillsuite van het Mena House Hotel, die voor zo'n 1.150 euro per nacht geboekt kan worden. Wij blijven eenvoudig en houden onze eigen kamer aan.
In één dag 'doen' we verschillende high-lights van Cairo tegelijk: Khan-el-Khalili, de eeuwen oude soukh in oud Cairo, die ook weer opvalt doordat er nauwelijks toeristen rondstruinen. De schoenpoetsers ter plekke bieden zelfs aan om Thomas' sportschoenen te poetsen. Daarna bezoeken we Islamic Caïro, een oud gedeelte van de stad, waar een groot gedeelte van de in totaal 20 miljoen inwoners van Caïro leeft.

In de buurt van Bab Zuweila, de laatst overgebleven poort van de drie belangrijkste toegangspoorten tot de stad uit de 11e eeuw, ontmoeten we - bij toeval - een gepensioneerde muezzin, oproeper tot het dagelijkse moslimgebed. Hij biedt aan om ons een rondleiding door de buurt te geven. Tijdens die uitgebreide en ter zake deskundige privé tour belanden we in een middeleeuwse moskee, die onlangs door Unesco is geadopteerd.

Vanaf het dak krijgen we een panoramisch zicht op dit oude stadsdeel met de Citadel, die dateert van de 12e eeuw en tot op heden nog steeds dienst doet als gevangenis. Beneden ons bieden de ruïne-resten woningen een trieste aanblik. Dit is het gevolg van de aardbeving, die op 12 oktober 1992 de stad trof. Daarbij kwamen honderden bewoners van deze wijk om. Hun eenvoudige 'moderne' huizen waren niet van een kwaliteit, die bestand bleek tegen het niets ontziende natuurgeweld, terwijl de antieke middeleeuwse gebouwen ongedeerd bleven.
De moderniteit heeft kennelijk niet meer het geld en de middelen om te besteden aan de hedendaagse stadsburgers.


Aan het begin van de avond laten we ons naar het nabije Azhar Park rijden. We treden een oase van rust en verbluffende tuinarchitectuur binnen. Het erin gelegen restaurant Citadel View is een fantastische locatie om te eten met uitzicht op de feeëriek verlichte citadel, boven een metropool die - alleen al vanwege de constante herrie - nooit slaapt. Tijdens de laatse dag in Cairo bezoeken we het Egyptische Museum aan Tahrir Square. De urenlange rijen met wachtende touristen zijn ook daar verdwenen. Hier liggen de schatten van de oudheid letterlijk als in een pakhuis opgestapeld, met als hoogtepunt het fabelachtige gouden masker van Tut Ankh Amun. Aan het begin van de avond wandelen langs de boulevard van de Nijl over de brug het eilandje El Gezira naar de ambassadebuurt Zamalek en drinken koffie in de luxe lounge van het Marriott Hotel, voorheen een paleis van Koning Farouk. Vlak in de buurt vindt Thomas aan de hand van zijn 'Lonely Planet' het bij de bewoners van Zamalek erg populaire restaurant Abu El Sid, waar zonder enig voorbehoud alcohol geschonken wordt en de bierpomp royaal opengezet wordt.

DE WESTELIJKE WOESTIJN VAN EGYPTE
De volgende ochtend worden we aan het hotel opgewacht door onze gids Tariq en de chauffeur Ragab met een 4-wheel drive Toyota Landcruiser. We starten onze desert safari. De eerste bestemming is de oase van Bahariya. In de hoofdstad Bawiti zijn recentelijk mummies gevonden. Bawiti is beroemd vanwege zijn dadels en olijven. Voor de zonsondergang rijden we naar de zwarte bergen voor een schitterend uitzicht over het gehele noordelijke gedeelte van de oase. We overnachten in het traditioneel met lokale materialen gebouwde Qasr El Bawiti Hotel en genieten van het woestijnlandschap. Een recente ontdekking in Bahariya is de dodenstad van de vergulde mummies, die we de volgende dag bezoeken.

We reizen de volgende dag verder door naar de Zwarte Woestijn, waar we voor de eerste keer overnachten in een tentje onder een ongelooflijke heldere sterrenhemel, die als een schitterende koepel beschermend boven ons zweeft. Wij zijn hiermee getuige van een uitzicht dat, nagenoeg onveranderd, ook door de eerste woestijnbewoners, bewonderd werd. Het kampvuur in de koude nacht is aangenaam warm. Ragab blijkt een uitstekende kok, waardoor we onze comfortabele hotels probleemloos achter ons kunnen laten.


Bij een oerdegelijk en traditioneel Egyptisch ontbijt van warme bruine bonen met ui ( officieel 'fool' genaamd, maar Ragab noemt het 'cement' omdat het bijna de hele dag het hongergevoel stilt ) en lekker warm brood worden we verrast door een wel erg frisse maar imponerende zonsopgang, die de eindeloos verlaten natuur langzaam in een ongekend helder daglicht zet. Als de tent is opgebroken gaan we op weg naar de Witte Woestijn.

Ragab stuurt de 4-wheel drive behendig van de asfaltweg af de woestijn in. Hoe hij navigeert en de weg vindt is mij volkomen een raadsel.
"Dat zit allemaal hier" en tikt daarbij veelzeggend op zijn hoofd. Aan een TomTom - wanneer dit gebied al überhaupt in kaart gebracht zou zijn - zou hij ook niet veel hebben; hij kan schrijven noch lezen. Zijn intelligentie is niet zozeer gebaseerd op een brein volgepropt met theorieën, maar veel meer op een doeltreffend zintuiglijk reageren op zijn omgeving. Iets waar hij heel goed in is en waar hij uiteindelijk ook veel meer aan heeft.

Het surrealistische landschap doet denken aan andere planeten. De door wind en zand uitgeslepen rotspartijen nemen de meest grillige en fantastische vormen aan.

Aan de rotsformatie hiernaast is het logo van het National Park van de Witte Woestijn ontleend. Met een beetje fantasie is er gemakkelijk gemak een afbeelding van een kip onder een boom te herkennen. Tientallen kilometers trekken velden met de meest bizarre vormen aan ons voorbij, zoals het 'championnen-veld' en een 'ice-cream area'. Bij Cristal Mountain, waar de woestijn bezaaid is met kristallen komen we tot grote hilariteit van Tariq vast te zitten in het losse zand.

Tariq komt uit Caïro en Ragab uit Luxor, wat Upper Egypt genoemd wordt. Tariq is met zijn 32 jaar naar Egyptische maatstaven al erg oud om nog ongetrouwd te zijn. Taraq vertegenwoordigt de oudere generatie. Hij is 52 en vader van vijf kinderen. Van oudsher bestaat er een soort van onderlinge rivaliteit tussen de 'wijsneuzen' van het 'moderne' Caïro en de eenvoudige boerenbevolking van Upper Egypte in het zuiden. De zuiderlingen worden dom genoemd omdat ze traditioneel willen blijven, terwijl de noorderlingen als modieus bestempeld worden, die met alle winden meewaaien. Het levert een eindeloos aantal moppen op, die lijken op de Nederlandse Belgenmoppen. Zes dagen lang hebben Thomas en ik ons vermaakt met het gekrakeel tussen die twee. Toch wordt er ook weer broederlijk samengewerkt wanneer de omstandigheden daarom vragen, zoals dit YouTube filmpje laat zien.



Ook de tweede nacht is weer een koud avontuur. Met een extra deken blijft het ook binnen in de slaapzak gelukkig net boven nul. We zetten de reis na het bonenontbijt voort naar Farafra, de volgende oase. Weldadig zijn de verschillende warm water bronnen of de 'bir', die genummerd van 1 tot 8 verspreid langs de oase-route van Cairo naar het zuiden ontspringen. Het is vloeibaar goud voor deze gortdroge gebieden, die zonder water nauwelijks te bereizen en zeker niet te bewonen zijn. Ook voor ons zijn ze een ware weldaad. We maken in Bir Sitta ( 6e bron ) en Bir Sabah ( 7e bron ) dankbaar gebruik van een warm bad in de open natuur om het woestijnstof van ons af te wassen. Op onze chauffeur Ragab hebben de baden een transformerende invloed; hij maakt een komisch Arabisch dansje in het zand en plonst met een bommetje in de heilzame water. Tijd voor ontspanning na een uren lange woestijnrit, waarbij hij onafgebroken geconcentreerd, vaak als enige weggebruiker, ons met zijn Toyota Land Cruiser zonder TomTom of enig ander navigatiemiddel door dit 'niemandsland stuurt.
Via de eindeloos lange, stille, geasfalteerde woestijnweg gaan we op weg van Farafra naar Dakhla, waar een lokaal hotel geboekt si voor de twee volgende nachten. Over ongebaande paden - off the beaten track - door zandduin velden bereiken we het oude plaatsje El Qasn in de oase van Dakhla. In het bijzondere en kleinschalige resort Badawiya Dakhla, wat in de onmiddellijke omgeving van oude gedeelte van de oase ligt, zijn wij de enige twee gasten. We betrekken er voor die twee nachten een ruime kamer met een comfortabele badkamer. De airco blijft de de hele nacht doordraaien en houdt de vertrekken behaaglijk warm. In de zachte kussens van de loungestoelen op het buitenterras genieten we van de ondergaande zon.

De volgende dag gaan gaan Thomas en ik onder het (kappers) mes. 
Een bezoek aan de kapper is vaak een sociale gebeurtenis met veel grappen en grollen, waarbij mannen graag met elkaar de draak steken.
Ragab en ook Tariq nemen dan ook de gelegenheid te baat om Thomas te grazen te nemen. Zij helpen de plaatselijke kapper graag een handje om Thomas' schedel te scheren.

Met een dun opgerold draadje katoengaren dat de kapper in zijn mond vasthoudt rolt hij behendig behendig op en neer om de gezichtsharen eruit te trekken.
Een typisch Egyptische en behoorlijk pijnlijke schoonheidsbehandeling. Maar Egyptenaren zijn behoorlijk ijdel en ook hier geldt: Wie mooi wil zijn moet pijn lijden. En een 'beetje macho' kan wel wat pijn verdragen; ze hebben dat er graag voor over om er mooi en gladgeschoren uit te zien.


Na Farafra en Dakhla wordt de reis voortgezet naar de oase van Kharga. Onderweg stoppen we bij een vallei met natuurlijk gevormde piramiden en de dorpjes Basjandi en Balat, twee dorpen met stro overdekte straten, dat bescherming biedt tegen de brandende zomerzon.

In de middag bezoeken we een christelijke necropool van Bagawat.


Bagawat is een begraafplaats, die van de 2e tot de 7e eeuw gebruikt werd en is bekend om zijn honderden christelijke grafhuizen gebouwd met tichelstenen ( mudbricks, zongebakken kleistenen ) en goed bewaard gebleven muurschilderingen met bijbelse taferelen.


In tegenstelling tot onze regio in de delta van de Lage Landen, waar alles groeit en bloeit, maar ook vergaat en verrot door het water, blijft in de woestijn alles langer bewaard door de uitdrogende en steriliserende werking van een altijd verzengende zon.
Voor de laatste overnachting in de woestijn rijden we naar de oase van Kharga. Hier ontmoeten we een familie die Ragab al enige jaren kent. De vrouw is weduwe en moet op het randje van de woestijn overleven met haar 7 opgroeiende kinderen. Drie volwassen zonen, waarvan er twee nagenoeg volwassen zijn en vier dochters waarvan de jongste eenvoudig weg Sabah heet: de Zevende! Naast het huis ontspringt Bir Tamania, bron nummer 8 die zorgt voor warm stromend water om het land te bevloeien. In haar tuin kookt Ragab ons avondeten. Daarna wordt er in de open lucht een houtvuur aangestoken, waaromheen wij ons in het gezelschap van het gezin scharen om ons warm te houden. Ik ontkom er niet aan om met de jongste drie meisjes te voetballen. De bal is weliswaar lek, maar dat mag de pret niet drukken.

Voordat het echt koud en laat wordt rijden we met de jeep de zandduinen in, een kilometer of vijf achter het huis en het land van het gezin onze tent op te slaan.
Het is er echt bar koud en tot overmaat van ramp loopt de jeep weer vast in het rulle zand.
Maar...........we raken gehard en genieten de volgende ochtend, als ware woestijnbewoners, van een overweldigende stilte en de wijdse leegte




Vroeg in de ochtend klimt de zon verassend snel en krachtig op aan een glasheldere hemel, waardoor de temperatuur op hetzelfde moment aangenaam is en het vlug weer warm wordt. Tijd voor Ragab om even te dollen met de jeep in het woestijnzand en voor ons om als onschuldige kinderen in de grootste zandbak, die je je kunt voorstellen, te gaan spelen.




We nemen, na wederom een stevig bonenontbijt, hartelijk afscheid van de woestijnfamilie, die ons nog lang uitzwaaien.
De eenvoud van hun leven en de hardheid van hun - in onze ogen - geïsoleerde bestaan op de rand van de woestijn laten een diepe indruk op ons achter.



Een ervaring, die we niet snel zullen vergeten. We zijn er stil van geworden.



Hiermee sluiten we een week - met drie nachten in een zee van zand onder duizenden sterren - in de westelijke woestijn van Egypte een bijzondere tocht af. Een woestijn ervaring is vooral een ongeëvenaarde, bijna kosmische, stilte-ervaring, die waarschijnlijk alleen in de dramatische verlatenheid van een onmetelijke woestijn - op een heel natuurlijke manier - beleefbaar is. We hebben daarbij zo'n 1.500 km. afgelegd zoals Thomas' digitale registratie laat zien. Klik voor een situatie plaatje op 'Satelliet'.



Via Baris ( Egyptisch voor Parijs ) en Bagdad - deze officiële namen zijn een grap van de locale bevolking - aanvaarden we de tocht naar Luxor, waarbij wij ons lui laten vervoeren.

Rond twee uur in de middag komen we er aan om voor drie nachten in te checken in het chique Old Winter Palace. Het contrast met de woestijn kan niet groter zijn. We worden door de receptioniste als een 'beetje vreemd' beschouwd, wanneer ze hoort dat we een aantal nachten in de woestijn hebben doorgebracht. Wat valt daar nou te beleven, het is er 's nachts te koud en overdag te heet!!!


LUXOR

Luxor is het illustere oord, dat al sinds onheuglijke tijden een heel aangenaam verblijf in de wintermaanden garandeert met gemiddelde temperaturen van tussen de 20 en 25 graden.Tijdens de hete zomers waait er hier aan de Nijl een zachte verkoelende bries. Karnak getuigt dat de farao's dat al wisten; zij zetten hier het grootste antieke tempelcomplex ter wereld neer. Op de westelijke Nijloever, waar in 1922 het ongeschonden graf van Tut Ankh Amun door Howard Carter werd gevonden, bevinden zich het Dal van de Koningen, de Koninginnen en de Edelen.

Tussen de nog steeds bewoonde modderstenen dorpjes liggen talloze graven van de hofhouding van de farao's. Een toeristische attractie van de wereldformaat.

De dag waarop wij hier aankomen, 25 januari 2012, is een bijzondere dag voor Egypte. Op die dag startte verleden jaar de revolutie op het Tahrir-plein, die op de 28ste januari uitliep op veel geweld, waarbij er vooral jonge mensen sneuvelden. Zij worden martelaren van de revolutie genoemd en om hen te eren wordt vandaag op 25 januari het begin van de revolutie gevierd met een herdenking aan hen. De mensen, die wij daarover spreken zijn blij met de revolutie en opgelucht met het de val van dictator Moubarak, maar lijden er financieel onder dat er al een jaar geen touristen meer komen.
Er wordt nu gesproken over een bijeenkomst van wel een 1.000.000 mensen op het Tahrir-plein in Caïro. Het mooie en indrukwekkende ervan is dat er geen sprake is van enig geweld.

De krantenfoto van de vreedzame demonstratie/herdenking op Tahrir-square kreeg ik van mijn broer, Wiet.

Wij volgen de gebeurtenissen nauwlettend - vanuit een luxe positie - in onze gigantische kamer van het Winter Palace op een 120 cm flatscreen van Samsung. De afmetingen van het beeldscherm zijn aangepast aan de afmetingen van de kamer.
De volgende ochtend trekken we de zware draperieën open en kijken vanaf ons terrasje uit over een enorme tuin met met fruit-, palmbomen en fonteinen. Zo zon schijnt royaal en aangenaam. We komen erachter dat we op dezelfde gang als Sarkozy geslapen hebben. Tijdens een uitgebreid ontbijt buffet worden we door vier verschillende rangen personeel bediend, die ons voorzien van allerlei culinaire verassingen. Geen bonenontbijt deze keer.

Van Tariq hebben we de vorige namiddag al afscheid genomen. Hij is nu met de trein op weg naar Caïro, een rit van 12 uur. We hebben foto's laten ontwikkelen voor Ragab. Hij woont op de west oever van de Nijl, om hem te bezoeken steken we met de ferry de rivier over. Dat is nog een hele klus, want de eigenaren van motorbootjes proberen ons wijs te maken dat de ferry voor de lokale bevolking is en toeristen zouden zich met hun privé bootjes moeten laten overzetten. We vinden Ragab al snel aan de overkant van de Nijl. Hij is blij met de foto's. Een vriend wil het memory kaartje ervan om de fofo's van onze woestijn safari op zijn website te laten zetten. Dezelfde ochtend zijn ze al te zien op www.villabahriluxor.co.uk. klik daarvoor op 'A Desert Adventure' aan de linker zijde.
Via Ragab wordt een zeiltochtje naar het bananeneiland in de Nijl met een traditionele felucca georganiseerd. Hoewel het geen bananenseizoen is worden we toch gastvrij onthaald en op een tros met typische kleine banaantjes getrakteerd. We laten ze ons goed smaken. Onderweg zien we een aantal waterbuffels - ze heten hier gamouza - zwemmen en aan de wal klimmen.


Voor het avondeten worden we bij Ragab thuis uitgenodigd. Zijn vrouw heeft uitgebreid met veel vlees gekookt. Dat wordt vooral gedaan om hun royale gastvrijheid te beteonen en om de gasten een plezier te doen. We zitten daarbij traditioneel op de grond. Zijn vrouw, moeder of dochters krijgen we niet te zien. Zijn zoon van 15 jaar mag er kennelijk wel bij zijn. Daarna laat hij het huis zien, wat hij aan het bouwen is. Dat ligt pal naast zijn eigen woning. De ruwbouw wordt afgewerkt en ingericht wanneer hij het geld ervoor heeft. Daar heeft hij omgerekend nog zo'n 3.000 euro voor nodig. Hij spaart ervoor en verwacht binnen twee jaar het geld als free-lance chauffeur verdient te hebben, maar dan moet de touristestroom wel weer op gang komen. Wanneer hij over een jaar of wat de nieuwbouw betrekt, dan gaat zijn broer met zijn eigen gezin het ouderlijk huis bewonen. Ragab is terecht trots op de nieuwbouw, die voor Egyptische begrippen erg degelijk wordt uitgevoerd. Het wordt een riante woning met balkons en een groot terras. De beneden verdieping is min of meer publiek, terwijl er voor de vrouwen, naar 's lands wijs en 's lands eer, een aparte toegang naar de eerste etage beschikbaar komt. Bij het afscheid van Ragab en zijn zoon spreken we wens uit hen nog eens te onmoeten.
Op de terugweg naar de oost oever van de Nijl nemen we samen met enkele locals een klein motorbootje in plaats van de ferry, die later in de avond avond minder frequent vaart.
Je dient immers iedereen de penning te gunnen, nietwaar?

De laatste dag is aangebroken. We hebben een afspraak om 2 uur met Ali om naar Ma-anna, bij Qena, te gaan. Direct na het onbijt hebben we de ochtend vrijgehouden om in de comfortabele ligbanken aan het weldadig verwarmde ( 25 graden ) mega-zwembad ongegeneerd in de zon te gaan liggen. We genieten ervan zolang het nog kan, denkend aan hoe Holland zich meestentijds in de maand januari presenteert.

Stipt op 14.00 uur wacht Ali ons op onder aan de trappen van het Winter Palace. Ali is taxichauffeur die voor het Sofitel van Karnak gestationeerd is en waarmee ik al enkele keren eerder, bij vorige bezoeken aan Luxor, naar Qena gereden ben. Qena ligt 60 km ten noorden van Luxor, ook aan de Nijl. Het is een plaats met zo'n 60.000 inwoners. Tussen Qena en de oostelijke woestijn ingeklemd ligt Ma-anna. In de tijd dat ik daar in een revalidatie centrum voor twee jaar meegewerkt heb aan het opstarten daarvan vormde het nog een zeer sociaal samenhangende gemeenschap van enkele duizenden inwoners, met kraan voor schoon water op een zandpleintje te midden van de voornamelijk in mud-stenen opgetrokken woningen, waartussen vastgereden zandwegen slingerden.

In Luxor gaan we eerst snel even eten in een 'kusheri', dat is een traditioneel 'snelrestaurant', waar slechts één gerecht wordt opgediend voor een, in onze ogen, onmogelijk lage prijs. Je kunt er kiezen tussen de hoeveelheden: weinig, middelmatig en veel. We eten er samen voor nog geen 5 euro inclusief een frisdrankje. Ali heeft geen honger en raadt ons aan niet te veel te eten omdat Fathi ongetwijfeld voor een copieuze maaltijd met veel vlees gezorgd heeft. Hij wacht buiten op ons - ook zo'n ongekende luxe.
De rit van 60 km naar Qena roept bij mij prettige herinneringen op. Onderweg trekt het landelijke leven aan ons voorbij. Het is het seizoen, waarop suikerriet geoogst wordt, daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van kamelen. Ook zijn we getuige van het lokale kamelenvervoer.



Het plan is eerst Fathi thuis te bezoeken, die in tijd dat ik daar werkte chauffeur voor patiëntenvervoer van het revalidatie centrum was en voor wie ik een zwak had, omdat hij de jaren dat ik daar werkte zo innemend gastvrij en vriendelijk was. Ook nu weer is de ontmoeting met hem, zijn vrouw en drie, wat verlegen dochters, ongekend hartelijk en voor mij ook wel emotioneel. Het is weliswaar 23 jaar geleden en in de tussen tijd heb ik hen misschien 7 of 8 keer bezocht maar de begroetingen zijn steeds weer even warm als welgemeend. Ali heeft Fathi de vorige dag bericht dat wij er aan komen, maar de ontmoetingen zijn toch steeds weer een grote verrassing.

Voordat we bij hem binnen gaan rijden we naar het revalidatiecentrum, dat is vijf minuten verder. Daar zijn ze niet op de hoogtevan onze komst. De wegen er naar toe zijn geasfalteerd en breder geworden, de modderstenen huisje hebben plaats gemaakt voor huizen van echte bakstenen met stromend koud en warm water en elektriciteit. Ma-anna is mee opgenomen in de vaart der volkeren, waarmee het duurder, veel duurder is geworden om er te leven. De mensen kunnen nu in de huisjes - zonder tuin - waarin ze wonen zelf geen groenten meer verbouwen en geen kippen of een buffel houden, die hen van melk en eieren voorzien. Fathi heeft, zoals nagenoeg iedereen hier te eten, gaat gekleed en heeft een dak boven het hoofd. Het enige gemak wat hij heeft is een - gezien het klimaat - noodzakelijke koelkast. Het enige vermaak is van de meeste gezinnen is een televisie - ook dat is geen overbodige luxe hier. Men heeft verder geen enkele reserve; men over-leeft van de ene dag in de andere. Dat maakt hun royale gastvrijheid zo onnoemelijk innemend. Fahti deelt bij onze aankomst onmiddellijk pakjes sigaretten uit - een gewoonte waar in deze omgeving niet aan te ontkomen valt - van een merk, dat hij zichzelf van zijn levensdagen niet zal permitteren. Zijn vrouw en drie dochters zijn, zoals altijd, even hartelijk en blij met ons weerzien. Hij dient ons bij de maaltijd meer vlees op dan zij zelf in de hele week eten. De maaltijd - zonder vrouwen - wordt op de grond opgediend. Ik wil het liefst na het eten komen, om hen de kosten te besparen, maar dat is met geen mogelijkheid te bespreken.

Ik ben blij verrast te zien dat het centrum nog operationeel is. Het is er binnen schoon en de toiletten zijn behoorlijk proper. Het is aangekleed met fraaie gekleurde muurschilderingen en alles heeft een likje verf gekregen. We worden wederom uitermate hartelijk ontvangen. De onmoetingen met de mensen, die er 23 jaar geleden ook al werkten, is emotioneel. Thomas wordt vanuit de mijn vroegere verhalen door sommigen medewerkers herkend. We moeten natuurlijk meteen thee drinken en krijgen zelfs een inderhaast gekocht kadootje. Ons bezoek is onaangekondigd, omdat ik nooit weet of gemaakte afspraken nagekomen kunnen worden. Deze gebruikelijke Inch Allah of Als God het wil gedachte is gemeengoed in heel Egypte.
We krijgen een rondleiding door het hele centrum en bezoeken op de verdieping de kamer waar ik twee jaar onder een muskietennet geslapen heb. A room with a view op een onmetelijke uitgestrektheid woestijn die tot aan de De Rode Zee, met badplaatsen als Hurghadda, doorloopt. Het is een klein feestje van herkenning voor mij. Voor Thomas is het leuk te zien of de voorstellingen, die hij ervan gemaakt heeft uit mijn verhalen, overeenkomen met de werkelijkheid.


Mijn twee-jarig verblijf in dit revalidatie centrum was de aanleiding van deze reis. De reden ervoor was, dat Thomas nooit er fysiek geweest was, terwijl hij in zekere zin toch altijd deelgenoot er van is geweest. Deze middag beantwoordde volledig aan de opzet van onze in alle opzichten geslaagde reis. Wat wij, als vader-zoon, in de jaren 1989/190/1991 niet samen hebben kunnen doen is hiermee behoorlijk goedgemaakt.
Op de vlieghaven van Caïro zond Thomas naar zijn vrienden in zijn digitale media netwerk het bericht: "Flying home after an awesome city ( Caïro - Luxor ) and desert trip".

zaterdag 21 januari 2012

Cairo - Johannesburg, Afrika, the continent

Thomas en ik zitten momenteel in de westelijke woestijn van Egypte, de Sahara, een nagenoeg onbewoond gebied dat zich westwaarts uitstrekt tot diep in buurland Lybië.
Na vier reisdagen vanaf Cairo zijn we met in totaal 870 km op de teller van de 4-wheel drive in de oase van Dakhla aangekomen. Over de eindeloos lange 'lonely road' tussen Cairo en Luxor zijn we door de Zwarte Woestijn getrokken, die bezaaid ligt met zwart vulkanisch gesteente. Deze woestijn gaat na verloop van tijd over in de Witte Woestijn en weer veel verder naar het zuiden in de zand-duin-velden van Farafra. We rijden meest dwars door de woenstijnen - off the beaten track - en letterlijk over 'ONGEBAANDE PADEN'.

Onderweg hebben we twee ( steenkoude ) nachten in een tentje doorgebracht met als rijke troost een eindeloze ruimte ervaring en de weergaloze schoonheid van woestijnnachten onder een fabelachtig heldere sterrenhemel.
In de avond tovert Ragab, onze chauffeur, samen met Tariq, de gids, een fantastische maaltijd te voorschijn. De locale kip, die met de verkoop geslacht werd, kwam als culinair hoogtepunt op het houtvuur terecht. In de ochtenden aten we warme bruine bonen met ui en brood bij een kop hete thee.

Midden in de woestijn ontspringen hier en daar bronnen, waarbij ter plekke een oase ontstaat. Het lijkt een fata-morgana, wanneer je groene velden met gewassen ziet omzoomd door enorme koningpalmen met dadels. Een bron brengt de woestijn tot leven; water dat samen met zand en zon overleven en daarmee een vaste verblijfplaats maakt voor de rondtrekkende herderstammen. We hebben 2 bronnen bezocht met klinkende namen als Bir Sitta en Bir Sabah.
Feitelijk is de benaming minder exotisch dan ze klinken, want letterlijk vertaald is het Bron Zes en Bron Zeven. Baden in zo'n bron is welhaast een duizend-en-een-nacht ervaring. Zeker wanneer er uit 'als uit het niets' een lokale bewoner opduikt en vriendelijk vraagt of we mint-thee willen. De damp komt van het water en heeft een temperatuur van ongeveer 30 graden! Wat fantastisch is na een ijskoude nacht van ongeveer 2 graden in een tentje. Bovendien bevat het water talloze mineralen, dus erg gezond voor de huid enzo! Een soort natuurlijke hydro-therapie. Zo over-leven wij, als nomaden, deze week in een overweldigend indrukwekkende natuur.
Zonder overdrijven een - once in a life-time experience!

In de volgende blogaflevering zal een verslag met foto's en filpjes te zien zijn over onze Egptereis.

Ondertussen lukt het dus ook nog via digitale snelwegen te communiceren met Marjo, die in de zuidpunt van hetzelfde Afrika zijn vakantie doorbrengt. Marjo en ik overbruggen een afstand van ruim 6.000 kilometer bij onze samenspraak via de mobiele telefoon en deze communicatie mondt weer uit in een productie van een blogaflevering via internet vanaf een van de meest afgelegen locaties van de bewoonde wereld! Beslist een verworvenheid van deze eeuw! en een moment om bij stil te staan.

Even iets over het continent waarop wij ons nu bevinden.

De afmetingen van Afrika zijn, naar Europese begrippen, gigantisch. Afrika is op één na het grootste werelddeel, terwijl Europa op één na het kleinste werelddeel is. Triviale kennis wellicht, maar zij kan erg relevant zijn wanneer je net toevallig in een quiz als 2 voor 12 zit. Afrika is qua oppervlakte 3 x zo groot dan Europa. Wanneer je het als Nederlander het al ver vindt om van Rotterdam naar Leeuwarden te reizen, dan dient je, bij het rondreizen binnen Afrika, je geografisch perspectief drastisch aan te passen. De afstand van Cairo, in het noorden van Afrika, naar Johannesburg in het zuiden is verder dan van Amsterdam naar New York en meer dan 3 x de afstand Mokum - Moskou. De totale oppervlakte van Afrika beslaat geheel China + de Verenigde Staten van Amerika + India + Mexico + Peru + Frankrijk + Spanje + Papua Nieuw Guinea + Zweden + Japan + Duitsland + Noorwegen + Italië + Nieuw Zeeland + het Verenigd Koninkrijk + Nepal + Bangladesh + Griekenland.

Fred en Dolf zijn hebben onlangs in het gezelschap van Marjo plaats gemaakt voor Marleen, Dominique en Chris. In de volgende blog zal ik de verhalen van het Belgische dames-trio opnemen. Zij zetten hun reis in Zuid Afrika buiten het Krugerpark voort. Ik verwacht Marleen te kunnen Scypen vanuit Luxor.

Op dit moment zitten Marjo, Fred en Dolf in Kamp Mopani om daar een week te blijven. Na een droge periode van maanden heeft het de afgelopen week 36 uur onafgebroken geregend. Enerzijds een zegening voor de veel te lage waterstanden, maar anderzijds 'desastreus'. Nagenoeg ongekende natuurkrachten krijgen en nemen hun vrije loop. Woudreuzen van bomen spoelen weg - alsof het afgeknapte takken zijn - in rivieren, die in een tijdsbestek van nauwelijks een etmaal een vervalverschil 6 meter te verwerken krijgen.
Deze foto van Marleen geeft een indruk wat de kracht van water teweeg kan brengen.

De met zand en modder overspoelde wegen werden moeilijk en soms helemaal niet meer begaanbaar. Ook deze brugleuning is zwaar beschadigd.
Kapot getrokken elektriciteitskabels zorgden voor logistieke problemen. Het was wel tijdelijk van aard, maar toch! Veel bezoekers kwamen door het snel wassende water onverwacht in problemen en moesten via helicopters uit hun benarde situatie gered worden. Hele eco-systemen die zich in de loop van vele jaren ontwikkeld op natuurlijke wijze hebben, worden nu plotseling in een razend tempo totaal ontwricht.

Maar de natuur is veerkrachtig. Volgens Marjo lijkt zij zich al weer na twee dagen hersteld te hebben. Marjo maakt melding van groepen olifanten met in totaal wel 500 exemplaren, die hij al weer heeft zien grazen, alsof er niets gebeurd is.

P.s.
helaas deze keer geen filmpjes vanwege de beperkte mogelijkheden midden in de desert ( waar het nu om 22.30 uur rond het nul-punt is en waar mijn vingers behoorlijk last van krijgen in een internet-cafe zonder verwarming! ). Dat hoop ik de volgende keer ruimschoots goed te maken.

vrijdag 20 januari 2012

Week drie in het Krugerpark

Waar waren we gebleven? Tijdens de reis van Thomas en mij door Egypte hebben we contact kunnen houden met de safari van Marjo en consorten. Het blijft een vreemde gedachte dat wij binnen hetzelfde continent door de woestijn trokken als zij door de jungle. Ik kon Marjo bellen, maar e-mail communicatie bleek tijdens de eerste twee weken niet zo voorspoedig te verlopen als ik wel dacht. Met Marleen had ik stoere afspraken gemaakt om te Skypen. Dat heeft uiteindelijk niet mogen vinden. Wel is er informatie binnen gedruppeld via Josien, die zorg draagt voor de columns van Marjo, die in het Algemeen Dagblad en op de site van het Dierenpark Amersfoort gepubliceerd worden. Ook Marleen heeft zich ingespannen om zo veel mogelijk van haar ervaringen te noteren.

Nu Thomas en ik weer behouden thuis zijn uit Egypte kan ik met deze gegevens een nieuwe, actuele blogaflevering publiceren. Soms zal hierbij sprake zijn van elkaar overlappende gebeurtenissen, omdat de informatie van verschillende bronnen tegelijk binnenkomt.

Deze blog brengt verslag uit van 13 tot en met 20 januari, waarbij ik voornamelijk gebruik maak van de informatie van Marleen, naast die van Marjo zelf. Het is de periode waarin Agnes, Cees en Claudia vertrokken naar Nederland met koffers vol dankbare herinneringen. Te gelijker tijd is het de week waarin Marleen, Dominique en Chris vanuit België arriveren. Het is een hartelijk en collegiaal weerzien:


Marjo maakte al eerder melding van de enorme droogte waarmee het Krugerpark te kampen heeft. Er worden beduidend meer roofdieren gespot. ( Bijkomstig voordeel voor de safari-gangers. ) Jachtluipaarden en panters moeten ten gevolge van de droogte actiever en agressiever jagen, omdat hun prooidieren geneigd zijn zich dieper in de bush verschuilen om energie te sparen. Zeven á acht maanden zonder regen heeft impact op het hele ecosysteem van de bush.

Een fraai plaatje van Marleen laat zien dat deze twee cheeta's ( jachtluipaarden ) zich op onbevangen op de 'openbare weg' begeven.


Van Marleen krijg ik op 13 januari het volgende bericht:
"Het weer is schitterend en ik heb ook iets echt prehistorisch meegemaakt; twee nijlpaard mannen hadden schijnbaar zo gevochten dat een ervan het leven liet. Nu is de natuur aan de ene kant prachtig van de andere kant ook keihard. Dit dode nijlpaard kwam stil te liggen in de bocht van de rivier bij het kamp Olifants genaamd. Op zich al mooi genoeg om te zien, maar de volgende dag was het helemaal opgezwollen en kwamen de krokodillen eraan, van echt wel vier tot vijf meter lang. Zij beten zich vast in het lichaam van het nijlpaard en draaiden dan razendsnel rond om een stuk vlees eraf te scheuren. Soms drie of vier tegelijk. Een tiental krokodillen lag op afstand te wachten tot zij ook hun deel mochten pakken. Een heel duidelijk verhaal: de oudsten en de grootsten waren het meest dominant en vraten zich het eerst vol. Bij elkaar heb ik daar zes uur doorgebracht. Dan is de werkelijkheid op 20 meter afstand toch een totaal andere belevenis dan een natuurfilm. Ook - niet te vergeten - vanwege de afschuwelijke stank.

Ander geval van opperste verbazing: we belandden aan de zijkant van een kudde kafferbuffels, die uit de bosjes te voorschijn kwam. Auto uitgezet en rustig blijven kijken. Ruim 300 buffels! We konden ze tellen. We stonden meer dan een uur te kijken volledig omringd door kafferbuffels: zware stieren, koeien met kalveren van allle leeftijden. Ook had een aantal een zogenoemde 'collar' om, een halsband met GPS om de trekroutes te volgen.

Verder ben ik erin getrapt bij de groene meerkatten, een elegant klein apensoort, die op enkele openbare openbare picknick-plaatsen rondstruinen en proberen koekjes en fruit van je tafel te pikken. Eigenwijs als ik ben, ga ik ervan uit: dat overkomt mij niet. Maar toch, plotseling een soort windvlaagje en roets.....mijn heel pakje koekjes verdwenen. Er achteraan! Maar aapje de boom in! De hele familie genoot van mijn koekjes. Ik voelde me diep schuldig. Dat ik dieren in het wilde de gelegenheid gaf om voor hen slecht voedsel te laten eten! Ik zal beter opletten in de toekomst.

Nu even iets anders. Sinds gisteren middag regent het. En HARD mag ik zeggen. Heel vaak en heel veel water. Dat duurt nu ongeveer 18 uur. Werkelijk, ik had nog nooit zo intens gezien wat waterkracht is. Een rivier waarvan we de dag ervoor nog over de betonnen brug reden, waar het water twee meter onderdoor liep, klotst nu met volle snelheid en kracht twee meter hoog over diezelfde betonnen brug heen. Alles meesleurend, rietpollen, dikke wortels, complete bomen en enorme hoeveelheden modder en zand, stort de rivier zich stroomafwaarts naar beneden. Enerzijds fascinerend, anderzijds ziet het er indrukwekkend gevaarlijk uit. Een gedeelte van het Skukuza kamp loopt al onder water en de laagst gelegen huisjes worden ontruimd, omdat het watergeweld niet vertrouwd wordt voor de nacht. Het water stijgt een halve meter per uur. Helicopters vliegen rond om mensen, die nog in het park rijden, aan te sporen naar het kamp te rijden, omdat er steeds meer verbindingsbruggen ontoegankelijk worden. Op dit moment mag niemand meer het kamp uit en van buitenaf is Kruger ook niet meer toegankelijk.
Alles bij elkaar een heel spannend avontuur, dat weer een heel ander licht op een bezoek aan Afrika werpt. Schitterend om mee te maken!


Twee foto's, die Marleen van de watersnood maakte.



Uit de berichten van Marjo lees ik dat hij weer helemaal in zijn sas is. Hij is lyrisch over een aantal van wel 500!!! olifanten, die hij op één dag gezien heeft. Dat zijn dan familiegroepen aan waterplassen, die drinken of aan modderpoelen, die hun hun schoon schuren of die gewoon de weg oversteken.
Op weg naar het toilet voor een sanitaire stop moest hij aansluiten achter een file toiletgangers met hoge nood, dacht hij. In werkelijkheid ging het op een groep mensen, die enkele olifanten op nog geen 12 meter gade sloegen. Je ontkomt niet aan de indruk van je eigen nietigheid in het bijzijn van zo'n kolos, stelt hij. Kennelijk went dat - ook voor hem - niet.
In het volgende kamp komt het weer tot een verrassende close encounter. Een olifant, die op de geur van een braai ( Afrikaans BBQ ) afkomt, respecteert daar keurig de omheinig met electrische draad - wat in feite niets voorstelt voor zo'n dikhuid. Verrassend, hoe de olifant zich gedraagt en zijn eigen kracht en mogelijkheden - natuurgetrouw en simpelweg - onderschat!

Een heuse verkeersopstopping vond op het heetst van de dag plaats vanwege een groep van elf leeuwinnen. Een uitgelezen kans voor de vaak fanatieke fotografen, die het Krugerpark juist voor dergelijke unieke gelegenheden bezoeken. Zij veroorzaakten dan ook flink oponthoud op de weg. Voor de dames was dat geen reden om zich te haasten. Sterker nog; zij lieten zich de aandacht niet ontnemen. Op hun gemak poseerden zijn gewillig flatterend voor de vele cameralenzen. Ook aan wild-life is ijdelheid kennelijk niet vreemd.

Een andere questie is: wees op tijd, voordat het kamp zijn poorten sluiten, want ander kom je er niet meer in. Dat is voor Marjo altijd net op de nipper. Deze keer had hij een goed excuus. Vlak voor de entree van het kamp was er oponthoud vanwege een groep hyenahonden. Opjagen is natuurlijk geen optie in het koninkrijk der dieren. Er werd geduldig gewacht totdat er door de hyena's plaats gemaakt werd voor de moderne heilige koeien uit een ander universum. Iedereen was te laat. Er werd door de anders zo strikte poortwachters voor deze gelegenheid een uitzondering gemaakt.


.........................................volgende keer meer.........................................................................

vrijdag 13 januari 2012

Week twee in het Krugerpark

Oude tijden lijken te herleven: gisteren werd de 'ongebaande-paden-blog' 57 maal bezocht en vandaag waren er weer bijna 50 hits. Het is leuk om te zien dat er weer zoveel belangstelling is voor de Zuid Afrikaanse avonturen in het Krugerpark.

Zojuist heb ik Marjo aan de telefoon gehad en gehoord dat het gezelschap zich uitstekend vermaakt. Momenteel wordt er gelogeerd in Kamp Mopani, waar Marjo 'oude bekenden' als Elisa, de dochter van Flora, in een aangenaam weerzien, ontmoette.
Mopani is een rustig kamp in het noorden van het Krugerpark. Dit rustkamp trekt minder bezoekers dan het populaire Skukuza in het zuiden, waar de wild-life variëteit groter zou zijn. Het kamp ligt dicht bij Airport Phalaborwa, vanwaaruit Agnes, Cees en Claudia morgen de terugtocht naar Holland aanvaarden. Time flies! Op hun laatste dag zijn ze vroeg opgestaan en zat het gezelschap al om 04.30 uur monter in de auto. De 'early birds' werden verrast door een exotische escorte. Maar liefs 7 leeuwen liepen gemoedelijk een stukje met de auto op.
Agnes was erg onder de indruk van de natuurlijkheid en de oneindige uitgestrektheid van het landschap. Ook van het vredige karakter van de natuur op de savanne was ze onder de indruk. Olifanten, zebra's, giraffen, kudu's en wrattenzwijnen grazen vreedzaam samen onder Afrikaanse, stralend blauwe luchten. 'Wilderness' suggereert inderdaad heftige en wrede taferelen met bloedorstige roofdieren, die argeloze lammetjes verslinden en van hun moeders wegrukken. In de jungle heerst immers de wet van overleven-van-de-sterkste: survival of the fittest! Grazers, die herbivoor zijn - graseters/veganisten - overleven vooral door vluchtgedrag. Zij zijn over het algemeen niet zo agressief, maar ook de 'killers' zijn geen obsessieve jagers. Roofdieren jagen 'met mate' totdat zij en hun jongen ( per dag ) van voedsel verzadigd zijn. Anders dan bij hun menselijke soortgenoten, bij wie bij hun 'kills' mateloze vraatzucht en - ook onderling - louter lust, banale hebzucht, ongegeneerd winstbejag, pure verveling en ordinaire onverschilligheid een rol kunnen spelen.

Marjo vertelde dat ze in deze eerste twee weken zo'n kleine 2.500 kilometer gereden hadden. ( Ze hebben daar kennelijk minder last van hoge benzineprijzen. ) Enthousiast was hij over de ernorme olifant- en buffelpopulaties. Er graast minstens een 1000-tal buffels in de omgeving van Mopani en zeker 100-den olifanten zijn op zoek naar mals gras. Dat het droger dan gebruikelijk is, heb ik al in de vorige blog vermeld.

Nu kom ik met niet zo'n vrolijk item. Marjo had het er al over in zijn column voor het Algemeen Dagblad. In Trouw van 12 januari stond het volgende artikel:

Stropers doden acht neushoorns in Krugerpark
Zuid-Afrikaanse parkwachters hebben in het Krugerpark acht dode neushoorns gevonden. Ze waren van hun hoorn ontdaan, zei een woordvoerder van de Zuid-Afrikaanse Nationale Parken. Het is voor het eerst dat op één dag zoveel dode neushoorns zijn gevonden. In 2011 sneefde een record aantal van 448 neushoorns door stropers. De acht kadavers die dinsdag werden aangetroffen waren de eerste van dit jaar. De groeiende vraag naar exotische 'heelmiddelen', zoals neushoorn-hoorn, vanuit Azië lijkt debet te zijn aan de toegenomen stroperij

Naast deze acht waren er de laatste dagen nog drie neushoorn-kadavers gevonden, vertelde Marjo. Dat zijn dus elf gedoodde neushoorns in de eerste maand van 2012 in het Kruger alleen al!
Aanvankelijk was de hoorn van de neushoorn vooral een gewild en decadent status symbool in Jemen, waar de uitgeholde hoorn als schede voor een dolk dient. Gaandeweg is stroperij meer en meer een serieus probleem geworden, ook in het Krugerpark. Stropers laten zich 's nachts insluiten in het park en slaan dan hun slag, maar ook overdag worden de dieren belaagd. Er is weliswaar controle en er wordt uitgebreid gepatrouilleerd - ook in de verder afgelegen uithoeken - maar de enorme oppervlakte van het park laat niet toe, dat het toezicht afdoende is. Ter bescherming van de wildstand wordt door de rangers soms een noodgreep uitgevoerd, waarbij de hoorn van de neushoorns wordt afgezaagd. Het is niet fraai om de dieren zo cosmetisch te ontsieren, maar ze worden zo ( lees: financieel ) onaantrekkelijk voor de stropers gemaakt. De handel in neushoorn-hoorn is illegaal, maar wordt niet of onvoldoende bestreden; de misdaad wordt amper vervolgd en nauwelijks wettelijk bestraft. Er wordt grof geld mee verdiend en dat is het enige wat telt binnen het criminele circuit. Al in 2009 werd door Jeremy Hance op zijn site Mongabay melding gemaakt van een triest record:voor het eerst was de prijs van neushoorn-hoorn op de zwarte markt gestegen boven de goudprijs. Een kilo neushoorn-hoorn bracht toen al meer dan 60.000 Amerikaanse dollars op, terwijl de prijs voor goud ongeveer 40.600 dollars was. Zoveel geld voor een illusie! Poeder van neushoorn-hoorn wordt op de Aziatische markt verhandeld voor de verwerking in 'vitaliserende' medicijnen; het zou een potentie-verhogende werking hebben. Ik vraag me af wat de meerwaarde ervan is wanneer de kinderen, die er volgens het hardnekkige bijgeloof van hun laakbare en impotente vaders mee verwekt zouden worden, met de consequentie geconfronteerd worden: de uitgestorven neushoorn.
Het verwekkende 'wondermiddel' - de oorsprong van hun hypothetische geboorte - zou niet meer in de natuur voorkomen!
Met de komst van viagra zou je menen dat de neushoorn een minder gewild 'object' zou worden. Niets is minder waar. Dat de stroperij dit jaar nu al in januari zo uit de hand dreigt de lopen, schijnt te maken te hebben met de excessieve vraag naar neushoorn-hoorn uit Vietnam, waar het nu weer als een probaat middel tegen kanker wordt gepropageerd. Klaarblijkelijk is Evidence Based Medicine in het verre oosten nog geen gemeengoed.




De kleine Sunanda is in haar beschermde omgeving van het dierenpark goed af, zou je kunnen denken, maar het blijft ronduit verontrustend dat je deze dikhuiden alleen nog maar in de vrije natuur zou kunnen bekijken met de gedachte dat het 'bedreigde exemplaren' zijn en dat zij de laatstlevenden in hun soort op onze planeet Aarde zouden zijn.


'Aarde' ben ik geneigd te associëren met 'aardig' in de betekenis van 'vriendelijk' en 'leven-schenkende-grond'. Volledig misplaatst, vrees ik, in deze omstandigheden.

vrijdag 6 januari 2012

Week één in het Krugerpark

Het contact van de Krugergangers met het thuisfront verloopt wat moeizaam. Marjo had al meerdere keren geprobeerd om mij te sms-en en hij zou al verschillende e-mails verzonden hebben. Geen van al die digitale correspondentie heeft ons bereikt. Wie weet komen de berichten met de nodige vertraging alsnog wat later. Ondertussen heb ik Marjo al wel aan de telfoon gehad. Zondagavond heb ik met hem gesproken en hij is, zoals verwacht, weer helemaal in zijn element. De eerste week in het Skukuza kamp zit er ondertussen op. Meer met zijn hoofd bij al het loslopend wild dan bij de noodzakelijke orgisatorische beslommeringen had Marjo zijn portefeuille met paspoort in Kamp Skukuza laten liggen. Daar kwam hij achter toen ze al aangekomen waren in Kamp Satara. Over een afstand van bijna 100 km. moest hij met een 'noodgang' terug om de achtergebleven paperassen op te halen over een weg, waarop de maximaal toegestane snelheid 40 km. per uur is. Het was allemaal net op tijd gelukt om de poorten van het Satara Kamp weer te bereiken, die zich onverbiddelijk en hermetisch sluiten voordat de Afrikaanse nacht invalt.

De eerste indrukken waren weer overweldigend. Marjo sprak over groepen olifanten, leeuwen, panters en jachtluipaarden - in meervoud! - , die ze al gespot hadden. Heel bijzonder! Want met name jachtluipaarden ( of cheetah's ) en vooral ook panters laten zich niet zomaar zien. Mogelijk heeft dat iets te maken met de grote droogte, die Marjo rapporteerde. Het zou kunnen dat deze roofdieren nu actiever en agressiever op jacht moeten, omdat hun potentiële prooien zich door de droogte eerder en meer terugtrekken om hun energie te sparen.
Wildlife is voor hun leeftocht volledig afhankelijk van de omringende natuur. Water maakt daar een essentieel onderdeel van uit. Het zou al 7 of 8 maanden niet of nauwelijks geregend hebben. Het gras is laag, loofbomen hebben blad verloren en er staat veel dood hout. Een aftakking van de Sweni rivier, waar het water tot stilstand komt, was veleden jaar een grote en diepe poel vol met snorkelende nijlpaarden.

Deze foto, die vorig jaar op deze plek gemaakt is van een Jacana wandelend op de neus van een nijlpaard in bad, zou ik er nu dus niet meer kunnen maken, want de poel ligt droog!
Wat echter minstens zo vervelend is, althans voor de nodige afwisseling in de party-sfeer voor de wildlife-bevolking: er hangen geen merula's aan de bomen. Om zichzelf te beschermen tegen vocht tekorten komt het zoete fruit niet tot ontwikkeling. Merula is de vrucht van de merulaboom, een lekkernij, die voor veel dieren niet te versmaden is.
Het rijpe merulafruit zorgt vaak voor dolkomische situaties, want de gistende merula in de maag van de dieren zorgt door organisch-chemische processen voor de productie van alcohol. De dieren worden er vrolijk dronken van.

Femke Roos stuurde me, toeval-of-niet, deze week juist een filmpje met de grappige gevolgen van het merula-festijn. Klik op de onderstreepte tekst "Bekijken op YouTube" om het grappige filmpje te zien.



Verder is Marjo erg tevreden over zijn enthousiaste medereizigers: Agnes, Cees en Claudia. Ze zijn volgens hem niet de auto 'uit-te-branden'. Ze komen ogen en tijd te korten om alles te zien en te fotograferen. Agnes was onder de indruk van een een grote groep koedoe's, die langs de auto trok. Zij meldde ook een close-encounter-of-the-first-kind met een flinke mannetjes olifant. De bull kwam met wapperende oren op de auto af. Dat Marjo dit imponeergedrag maar al te goed kent moest hij - tot grote consternatie van zijn reisgenoten, die met samen geknepen tenen bij hem in de auto zaten - even demonstreren door luidruchtig gas te geven en ostentatief te blijven staan. De zichzelf respecterende olifant nam, zoals gebruikelijk, gedwee 'gas' terug en zette zijn wandeling in de bush rustig voort. Omdat het avontuur weer goed afgelopen is, wordt het natuurlijk later in een ontspannen sfeer thuis als een spannend verhaal uit de wildernis van Zuid Afrika naverteld.
Agnes maakte ook melding van letterlijk 'paradijslijke toestanden'; net terwijl zij een appel zat te eten in de auto verscheen er een levensgrote slang uit de bush. Dan is een associatie met het Bijbelse paradijsverhaal snel gemaakt. Vaak is het zo dat de geschiedenis zich herhaalt, maar of zij ook Cees van haar appeltje heeft laten happen weet ik niet en of Gods' Onzichtbare Hand daar deel aan heeft zal een mysterie blijven. Cees had zich, volgens de berichten, verder gewoon over de braai ontfermd.
Voor het overige had het kwartet safari-gangers de taken onderling goed verdeeld:
Marjo - gids, reisleider en hoofd der dieren, Cees - hoofd afdeling catering, Claudia - hoofd medische medische zaken
Agnes - hoofd animatie en penningmeester

Met zoveel 'hoofden' aan boord zou zelfs een zinkend schip te redden moeten zijn.
Gezien de knusse plaatjes van het illustere gezelschap is de samenwerking spetterend of op zijn minst sprankelend geweest.


Elders in Zuid Afrika werd vandaag het 100-jarig bestaan van het ANC, Afrikaans Nationaal Congres, gevierd. Het was groot feest in het stadion van Bloemfontein, waar 100 jaar geleden het ANC werd opgericht. In 1994 kreeg het ANC politieke macht. Nelson Mandela werd gekozen tot president van Zuid Afrika en de apartheid werd afgeschaft. Toch was er weinig reden tot optimisme want ook het ANC heeft tot op heden de corruptie en het machtsmisbruik onvoldoende kunnen bestrijden.

zondag 1 januari 2012

1 januari een jaar later...

We waren getuige van chaotische taferelen in het afgelopen jaar, die - anders dan de vluchtigheid van alle dag soms ons soms wil laten geloven - geen gebeurtenissen van 'voorbijgaande' aard waren. Ze zijn veel meer dan een vluchtig moment. De politieke oproer van Tunesië breidde zich uit naar Egypte. Onze terugvlucht vanuit Johannesburg met Egypt-Air op 31 januari 2011, die via Cairo gepland was, moest worden omgeboekt voor een rechtstreekse vlucht naar Schiphol met KLM. Onlusten, die de Arabische lente vergezelden, maakten het risico te groot om op Cairo International Airport te landen. Op de luchthaven van de Egyptische hoofdstad werd met scherp geschoten. Er vielen doden. Er woedden burgeroorlogen in Libië, later en nu nog in Syrië. Dictator Moubarak trad noodgedwongen af en Khadaffi werd vermoord. Er was een milieuramp in Moerdijk. In Duitsland werd eind mei een negende slachtoffer van de EHEC-bacterie op fenegriek gemeld. Een aardbeving en een tsunami veroorzaakten een kernramp in Japan, waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn. De revoluties in de Arabische staten zijn slechts het begin van ingrijpende politieke omwentelingen, waarvan de echo nog jaren zal blijven doorklinken. De levens van de nabestaanden van de slachtoffers in Duitsland zijn niet meer zoals voorheen. Onverbiddelijk sloeg in 2011 het laatste uur van Bin Laden. De Hoorn van Afrika werd geteisterd door de ergste hongersnood sinds 60 jaar. Een gruwelijke terreurdaad in Noorwegen schrikte de wereld op. Naast de financiële crisis met een mogelijke wereldwijde economische recessie in haar kielzog, bleken dienaren van de Rooms Katholieke Kerk het vertrouwen in een moreel-ethische voorbeeld voor veel gelovigen ernstig te hebben beschadigd en vielen religieuze leiders van hun voetstuk. Het was een veelbewogen jaar: een jaar, dat ieder van ons ongetwijfeld ook op persoonlijk nivo bewogen heeft......en hopelijk aan zal zetten tot opnieuw bewegen...... en bewogen worden............

Voor Marjo was het ook een bewogen jaar. Hij werd 65 jaar en na 50 jaar trouwe dienst in het park, vanaf dat moment, adviseur van het Dierenpark Amersfoort. Een van de mooie momenten van het afgelopen jaar voor hem was de geboorte van het neushoorntje Sunanda.



Mama Saar en haar gepanserde baby maken het uitstekend. Papa Zino, een potente knaap, komt van onze zuiderburen uit de Zoo van België, die zowel in Antwerpen als in Planckendael zetelt. Marjo is, als geestelijk vader van het neushoorntje, mede verantwoordelijk geweest voor het samenbrengen van Saar en Zino. Nu duidelijk is dat het een vruchtbare samenwerking is geworden kon Marjo opgelucht zijn koffers pakken voor een uitgebreide trip naar Zuid Afrika om onder meer de Afrikaanse tak van de familie van Sunanda te bezoeken.

Exact een jaar geleden begroette ik mijn broer, Marjo, met een koude oliebol - om in het moment te blijven - op Schiphol. Het was vlak voor aanvang van onze reis naar het Krugerpark in Zuid Afrika. Het is een fantastische reis geworden, die velen - getuige het grote aantal bezoekers van de blog - virtueel hebben meebeleefd. Exact 365 dagen later is Marjo weer vertrokken naar het warme zuiden, voor de 16e of 17e keer ondertussen. Helaas zonder mij..snif...snif...! Ik blijf achter, waarbij ik, in goed overleg met Marjo, een niet onaangename taak op me genomen heb, doe ik als een lichte last ervaar. Zo 'leef' ik een beetje 'mee' en zit ik bovenop het nieuws in het Krugerpark en deze ongetwijfeld weer enerverende reis. De bedoeling is dat wekelijks een blogaflevering zal publiceren op de inmiddels welbekende ongebaande-paden-site.
Omdat ik van 14 januari tot 28 januari met Thomas een reis naar Egypte ga maken om onder meer de plaatsen te bezoeken, waar ik ruim 20 jaar geleden gewerkt heb is het nog afwachten of ik die belofte kan waarmaken. Vanuit het Krugerpark lukte het uiteindelijk ook dankzij de dongo, daarom heb ik er alle hoop op dat het ook in de Egyptische woestijn goed gaat komen.

De constructie, die we bedacht hebben is als volgt: Marjo gaat door met het wekelijks publiceren van zijn column, die op de site van het Dierenpark-Amersfoort verschijnt. Hij 'schrijft' die column rechtstreeks vanuit het Krugerpark en geeft die teksten telefonisch door naar Nederland. Aan de hand van die column - met eventueel nog aanvullende 'inside-information' die ik rechtstreeks van hem of zijn medereizigers op mijn mail toegestuurd krijg - publiceer ik een aflevering op de site van de blog. Een beetje tweede-hands, als je het op de keeper beschouwt. Maar in deze tijden van financiële krimp door globale recessie en bezuinigingen is het naast verantwoord te produceren ook zaak verantwoord te publiceren! Ik zie het als een vorm van re-cyclen; terug-fietsen dus. Dat is ook wat ik zal doen, wanneer ik in mijn gedachten terugdenk aan januari 2011. Daar zit nog heel goede en prima bruikbare herinneringen bij.

Marjo is overigens niet zielig - dat is hij namelijk nooit met dieren in zijn omgeving - hij verkeert, tijdens de eerste twee weken, in het aangename gezelschap van zijn zusje Agnes, haar vriend Cees en haar 'baas' Claudia, met wie Agnes in de huisartsenpraktijk van Loon op Zand werkt. Dat is dus allemaal zeer medisch verantwoord, maar het zal ook wel gezellig worden. Na die eerste twee weken wordt dit gezelschap 'afgelost' door drie Belgische dames: Marleen Huyghe met vriendin Dominique, die beiden in de Zoo van Antwerpen en Dierenpark Planckendael werken - waar papa Zino vandaan komt - en fietsvriendin Chris, waarmee het gezelschap een internationaal tintje zal krijgen. Zij blijven volgens de planning vanaf 15 januari bijna een week bij hem in het Krugerpark. Hierna volgt Fred uit het Dierenpark Amersfoort, die zich nu al weer voor de 3e keer bij hem voegt. Deze keer met zijn vriend en reisgenoot Dolf. Die blijven dan weer twee weken in de Zuid Afrikaanse wildtuin en reizen samen met Marjo terug naar Nederland. Voor de oplettende en calculerende lezer zal het opgevallen zijn dat Marjo in totaal zes weken in het park zal zijn. Klopt! Sinds hij het afgelopen jaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt blijkt hij niet meer te houden.

N.B.
Klikken op de rood gemarkeerde woorden geeft toegang tot een verwijzende link.