woensdag 24 oktober 2012

Cairo International Airport

Gisteren hadden we de hele dag de tijd genomen om van restcamp Skukuza naar Jo-burg ( zoals Johannesburg in het internationale reizigers jargon genoemd wordt ) te rijden. Een kleine 600 kilometer.

We zijn goed en wel op weg of we spotten links van de weg een groep van wel 15 witruggieren, die elkaar verdringen op een laaghangende boomtak. Een wat ongewoon tafereel, dat zich lastig laat te plaatsen, totdat we 10 meter verderop ontdekken dat zij in de wacht zitten voor een bruut banket in het struweel. Het het kadaver van een impala vormt het hoofdgerecht. In het bosje naast de boom met de afwachtende witruggieren bevechten ruim een dozijn collega aasgieren elkaar om een stukje impala. Het dier is naar alle waarschijnlijkheid slachtoffer geworden van een roekeloze en buitensporig hard rijdende Krugerbezoeker.



Ondanks dat we sympathiseren met de impala, zijn we er ons tegelijk van bewust hoe natuur-getrouw de troep aasgieren zich meedogenloos uitleeft op de weerloze prooi.

De rit door het Zuid Afrikaanse landschap is schitterend. Het valt op hoe rijk Zuid Afrika is aan natuurschoon, ook in het zogenaamde 'gecultiveerde' gedeelte. We rijden honderden kilometers door een licht glooiend en nagenoeg onbewoond 'niemandsland', omzoomd door uitgestrekte en indrukwekkende bergketens.
Onder weg passeren ook de andere, minder florissante kant van Zuid Afrika. Enorme townships, waar honderden mensen onderdak moeten vinden in schamele hutjes van hooguit 3 bij 5 meter,  opgetrokken uit golfplaten. Ze leven er samengepakt op een oppervlakte van amper enkele kilometers, met nauwelijks schoon stromend water en electriciteit.

Op de vlieghaven van Cairo bezinnen we ons op ons consumptieve bestedingspatroon van de laatste drie weken en denken daarbij aan onze bankrekening. De impact, die onze Krugerreis op het saldo ervan heeft, is begrijpelijk en alleszins verantwoord, voor wat ons betreft. Het staat echter in schril contrast met de bestedingspatronen van de township bewoners.

Opeens - denkend aan de malaise, waarin de bankwereld momenteel verkeert - valt ons een gelijkenis op tussen het aasgieren-banket in de berm van het Krugerpark en de gangbare handelswijze in de huidige bancaire kringen.
Het zal toch niet zo zijn, dat deze politiek-van-pak-wat-je-pakken-kan opgepikt is tijdens een personeelsuitje van de directie van een aantal banken uit de Lage Landen, georganiseerd naar het befaamde wildpark vanwege de uitstekende financiële resultaten van het laatste kwartaal? En het kant toch niet waar zijn hierbij de ideeën zijn opgedaan voor een nieuwe trend in klantvriendelijke benadering van de ABM-AMRO of de ING?
Nee, vast niet! Maar..............je weet nooit!
Wij overwegen nu serieus - vanwege de treffende gelijkenis - bijgaande afbeelding aan te bieden aan de verschillende banken als alternatief - en eerlijk - promotiemateriaal. Met de suggestie deze foto als kerstkaart aan de geachte clientèle toe te sturen met de tekst:
Smakelijk Kerstfeest, wij prikken graag een vorkje mee en laten u weer met rust als er niets meer te halen valt.

Cultuur versus natuur, beschaving en ontwikkeling tegenover afhankelijkheid en uitbuiting, extremen in armoede en rijkdom, allemaal onderwerpen, die in Zuid-Afrika - zeer terecht - hoog op de agenda staan en feitelijk ook voor Nederland géén ver-van-ons-bed-show kan zijn.
Zuid Afrika en Nederland liggen immers niet meer dan een nacht vliegen van elkaar.

Tot in Nederland.......

maandag 22 oktober 2012

Mlondozi Dam

Vanwege een stroomstoring in Bergen en Dal verblijven we ons laatste nacht voor de derde keer in kamp Skukuza. We dienden te verhuizen naar huisje 79, maar dat ongemak wordt volledig gecompenseerd; we slapen nu vlak aan de oevers van de Sabierivier.

Omdat we niet - 50 kilometer verderop - hoeven te verkassen hebben we vandaag een extra rustige dagje. Het is een picknick-lunch bij Mlondozi dam geworden; een enorm stuwmeer in Mlondozi River. Deze hooggelegen uitkijkpost is een van de mooiste plekken van Kugerpark.
Vlak voor ogen ritselen hagegissen van allerlei formaat tussen de rotsen en tortelen twee duifjes.

Ver in de diepte beneden ons baden en knorren de nijlpaarden in de rivier.

Vanuit de hoogte volgen we het spoor van een grazende neushoorn met jong over de breed uitgestrekte groene oever.
Een fantastisch uitzicht met hoge bergruggen op de achtergrond.
Voor we het weten zitten we daar ruim anderhalf uur te genieten, te filmen en te fotograferen.




Langs het gravelpad op de terugweg zien we grote aantallen olifanten verspreid over de savanne, dat nu weer vol begroeiing staat en hoog mals gras.

 Nauwelijks vijf kilometer verderop rijden we op de asfaltweg dwars door een kudde van wel honderden buffels, die links en rechts van de weg lopen te grazen of staan te herkauwen.
Buffels lijken je echt in de gaten te hebben en lijken stil te staan om je aan te kijken. In feite houden zij je in de gaten ter bescherming van de jonge kalveren in de kudde.
De dieren lijken ook ieder een eigen, ietwat melancholische, gezichts uitdrukking te hebben.  Een oudere buffel, midden op weg, knipoogt, herkauwend, een blik van verstandhouding.

Iets later poseren twee giraffen parmantig voor een typisch 'Krugershot'.


 
 
 
En tot slot en voorlopig ook als afscheid van onze - drie weken durende - dagelijkse blog een toepasselijke afsluiter...............
de zon gaat onder vlak voor Skukuza Gate.

Morgen stappen we in Johannesburg om negen uur 's avonds op het vliegtuig naar Schiphol.
Misschien komt er nog een blogaflevering van O. R. Tambo International Airport, anders tot een volgende keer........????



En baaie dankie voor al jullie aardige, spontane en enthousiaste reacties.
 
 

zondag 21 oktober 2012

bezoek aan Merloth Park

Het is zondag vandaag en dat is, naar goed Hollandse gebruik, bij uitstek een dag om bij familie, vrienden of bekenden op bezoek te gaan.

Op de heenweg staan, net buiten het Skukuza kamp, verschillende auto's in de berm. De camera's blijken gericht op Zijne Koninklijke Hoogheid zelf, die overstoord het vestrooiing zoekende publiek op zondagmiddag aan zich voorbij laat trekken.


Even buiten het Krugerpark, bij Crocodile Bridge, ligt de township Merloth Park. Sinds juli van dit jaar verblijven Truus en Arend Suurland daar permanent in hun prachtige zelf ontworpen huis.
Truus en Arend zijn vrienden van Marjo uit Amersfoort.
Zij hebben "denkend aan Holland, waar zij brede rivieren traag door eindeloos laagland hebben zien gaan" hun koffers gepakt en Holland verruild voor "Zuid Afrika, waar zij elegant gevlekte en gestreepte hoefdieren door hun rijk beboste voortuin zien galopperen".

Aan het begin van de middag hebben we afgesproken aan de Erdvark Road, waar we door Truus en Arend hartelijk worden verwelkomd met koffie en home- made appeltaart.
Op hun terras, waar soms onverwacht giraffen door wandelen of zebra's voorbij komen, worden we gastvrij onthaald op bobotie, een typisch Zuid Afrikaanse stoofschotel, bereid met gehakt, gebakken ei en rozijnen.
Ondertussen worden we getracteerd op spannende in-the-wild verhalen, want wandelen en eendjes voeren in stadspark Randebroek in Amersfoort - waar weliswaar een reigerkolonie huist - is toch van een andere orde, dan fietsen door Merloth Park waar je net hoort dat een wandelaar is opgeschrikt door een plaatselijke leeuwin, die op niet mis te verstane wijze duidelijk maakt dat ze haar beide pas geboren welpen met een onversneden natuurlijk beschermingsinstinct tot het uiterste zal verdedigen.
Om de verhalen van Truus vanuit de eerste hand te volgen, kijk op: www.sluurman.reismee.nl

Via Crocodile Bridge Gate rijden we terug het park binnen.
Meteen lijken we bijna omsingeld te worden door hele gropen giraffen, zebra's en kudu's. Links en rechts van de weg stappen de dieren door het struikgewas en het inmiddels hoog opgeschoten, groene savannegras.
We passeren Sunset Dam bij Lower Sabie. Op het strand ligt een gigantisch reusachige krokodil in het namiddag zonnetje te rusten. Het monster, dat hier geen natuurlijke vijanden heeft, heerst als een gevreesde, wrede dictator over het meer. Hij is vermoedelijk zijn 100-jarige leeftijd al ruim gepasseerd en ik heb het bange vermoeden dat de overige bewoners van de plas dat niet ieder jaar uitbundig vieren.

Iets verder op spelen pa en ma baviaan, in een aandoenlijk gezinstafereeltje, met hun twee piep jonge kinderbaviaantjes. En dat die twee ongetwijfeld op zullen groeien tot echte 'bavianen' schijnt het ouderpaar niet te deren.


Vanavond slapen we voor de laatste nacht In Skukuza.
En morgen is het ( voorlopig ) onze alleslaatste nacht - in Berg en dal - in het Krugerpark.
 

zaterdag 20 oktober 2012

The leopard and his prey

Vandaag hebben we bijna het hele Krugerpark van het noorden naar het zuiden doorkruisd. Met enige weemoed laten we het bosrijke vogelparadijs achter ons, waar de bushbok en de nyala - en ondertussen ook wij - ons bijzonder huis voelen.

Onderweg verandert met het landschap de flora en de fauna.
Het heuvelachtige hoogland van de boabab, de paddaboom, de jakkalsbessie, maroela, huilboerboom, hardekool, mopanie, appelblaar en worsboom bij Punda Maria wisselt rond Mopanie met de dichte bushbegroeing, waar de olifant, de tsessebe en de buffel huizen.
Bij kamp Letaba drinken we koffie en neem ik het stuur over. Naar mate we verder naar het zuiden komen zijn er, juist ook omdat het zaterdag is en het begin van weekend, meer bezoekers in het park.
Wanneer er meerdere auto's op één plek sltilstaan is er geheit iets te zien.
We stoppen.
En niet voor niets. Op aanwijzing van een Nederlander naast ons ontwaren we in de verte een luipaard! Op een breed uitlopende zijtak viert een panter een culinair een-mans-feestje, waar een impala zwaar de dupe van is geworden.
Terwijl hij zijn prooi verschalkt, maak ik dé opname van deze vakantie .

  

Onze dag kan niet meer stuk.
Het kost wel 1/3 van de totaal ingekochte airtime, maar dit filmpje kan ik onze trouwe bloglezers niet onthouden. Het is vandaag in Skukuza ge-upload. De rest van de filmjes, waaronder enkele zeer fraaie opnames bij drinkplaatsen, wordt in Nederland op YouTube gezet en in de verschillende bijpassende blogafleveringen geplaatst.

Even later weer een file op de weg.
Het 'circus' Kruger is in volle gang en heeft vandaag een vol programma.
Een forse leeuwin ligt 3 meter van de weg aan haar middag banket: een stevige buffel.

In de omgeving van Satara komen we tussen de geurende gele bloesem van de acacia een wildebeest, een kleurrijke giraffe en enkele zebra's tegen.
Het is een afwisselende tocht door een afwisselend landschap.

Naarmate we dichter bij Skukuza komen wordt de lucht bewolkter. De langzame stand van ruitenwissers houdt, bij het gestage gemiezer van de motregen, de voorruit nét droog. Bij dit weer is het niet zo erg om lang in de auto te zitten.
We genieten van het veranderende landschap rond Skukuza - doornachtige struikgewas en zware acacia's - en zien dat de waterstand in de rivieren in 10 dagen tijd aanzienlijk is toegenomen. Het is hier het gebied van de wilde hond en de zwarte neushoorn, maar je moet niet álles willen, stellen we, met het luipaard nog op ons netvlies, tevreden vast.

Er resten ons nu nog een paar dagen.

Op de laatste dag staat Berg en Dal gepland ( en dat is niet bij Nijmegen! ). Hier in Zuid Afrika stroomt de rivier de Sabie door Berg en Dal en huisvesten er de krokodil, het nijlpaard, de bushbok, de groene meerkat en de baviaan bij voorkeur.

U kunt dus nog wat verwachten.



 

vrijdag 19 oktober 2012

under the African sky

De zon ging gisteren indrukwekkend onder. Fantastische wolkenformaties werden in een roodachtige gloed gezet.



Marjo heeft tot diep in de nacht in de hide gezeten, waar zich aan de drinkplaats onwaarschijnlijke taferelen afspeelden. Een dorstige buffel werd aan de poel verrast door een even dorstige leeuw.  Mister Buffalo, een rasechte vegetarier, dulde echter geen vleeseter naast hem bij de waterput. Met enkele niet mis te verstane uitvallen diende de koning van de jungle onverwijld het veld te ruimen. Het waren letterlijk 'niet te filmen' taferelen, want het was er ondanks de verlichting, die aangelegd is aan de poel, aarde donker. Het is net nieuwe maan geweest.

De sterrenconstellatie, het zuiderkruis, wat alleen op het zuidelijk halfrond voorkomt en waar onze voorvaderen in vervlogen tijden op zee mee navigeerden was duidelijk zichtbaar aan het van sterren schitterende inktzwarte firmament. Met behulp van het thuisfront was het zuiderkruis localiseren, de lange poot wijst naar het zuiden. ( Met dank aan Ankie Rijnen uit Breda - sterrenank -, een collega fysiotherapeut en astronome in haar vrije tijd ).

s' Nachts is - zeker in Punda Maria - de natuur vol avontuur.
In sprookjesverhalen komen rond middernacht elfjes tot leven. Ook de werkelijkheid heeft overigens in het donker haar magische kant, met vuurvliegjes en waterlelies, die na zonsondergang openbloeien.
De nacht biedt echter ook Jan Rap en zijn maat een donkere dekmantel voor duistere praktijken, die het daglicht niet kunnen verdragen. Zelfs het Krugerpark ontkomt niet aan geboefte en rapaille, dat momenteel op zoek is naar een - vrede op aarde - extra Kerstbonus. Voor goed en geld verkopen gewetenloze lieden hun ziel en zaligheid. Wanneer het daarbij zou blijven, zou dat alleen voor hun eigen rekening komen, maar in het Kruger zijn de neushoorns het slachtoffer.

Nog steeds wordt in het Kruger dagelijks een neushoorn het slachtoffer van medogenloze stropers. Een kilo neushoornpoeder brengt op de zwarte markt 65.000 euro op.  Per hoorn van 5 of 6 kilo komt dat neer op zo'n 350.000 euro. De afzetmarkt is vooral Azië. In Aziatische landen kent men aan het poeder van de neushoorn-hoorn magische krachten toe en wordt het gebruikt als potentie verhogende middelen voor zwak potente mannen en als nep-medicijn tegen kanker en aids. Zo worden op die louche markt niet alleen nietsvermoedende patiënten bedrogen en misleid, maar worden ook unieke en onvervangbare schakels in de kwetsbare natuur - onomkeerbaar - met uitsterven bedreigd.
We spreken hier met enkele leden van het rangersteam, dat zich dag en nacht inzet tegen stropers.
Onaflatend zetten zij zich in voor het behoud van deze bijzondere dieren. Juist nu treffen zij hun voorbereidingen; over 28 dagen is het volle maan en op maanverlichte nachten pleegt het gespuis toe te slaan. Om hun Kerstinkopen te financieren, schieten zij, op afstand, met verdovingsgeweren bewustzijnsverlagende middelen in de dieren, die daardoor minder alert kunnen vluchten, wanneer het geboefte bij nacht met een helicopter terug komen om ze te doden en hun de hoorn af te zagen.
Kennelijk ontvangen niet alleen mensen van goede wil een Kerstbonus.


Ook overdag spelen zich - op een heel wat onschuldiger nivo - ook onrustbarende taferen af. Omdat ik niet meer tot diep in de nacht wil zitten blokken - in verband met vleermuizen en honingdassen - zit ik nu overdag, wanneer het kamp stil en verlaten is, rustig in de gemeenschappelijke keuken ( een fantastisch open lucht kantoor ) aan de blog te werken. Dat is recht tegenover ons huisje nummer 8. Nietsvermoedend laat ik de deur van het huisje openstaan en op het terrastafeltje staat een enorme doos met gemberkoeken van Marjo, waarmee met gemak een paar klasjes van de basischool zoet gehouden kunnen worden.
A fin, die waren snel verdeeld onder een bende brutale meerkatten. Nu bleef mijn pakje met met droge kaakjes onaangeroerd, dus ik ben benieuwd hoe onze dierenvriend zal reageren, bij thuiskomst.
Morgen vertrekken we we naar Skukuza. Om daar vóór zes aan te komen, willen we het kamphek niet gesloten aantreffen, moeten we om acht uur achter het stuur zitten.

Als afscheid nog een mooi plaatje van de drinkplaats bij de hide van Punda Maria, die wordt met 40 graden in de schaduw, momenteel druk bezocht door grote groepen buffels, verschillende soorten antilopen, vogels, een wrattenzwijn en een enkele olifant.


 

donderdag 18 oktober 2012

Mahonie loop

Er waait een droge warme wind, vol met zware bloesemgeuren, door Punda Maria kamp. Een strak stralende zon houdt de temperatuur constant boven de 30 graden. Tot laat in de avond zitten we op eenvoudige stoeltjes voor ons huisje, zoals als dat vroeger in dorpjes op het platteland ook in Nederland gebruikelijk was. Tijd om niets te doen, om te praten of tevreden te zwijgen.

De overnachting in Satara is overgeboekt naar een extra nacht in dit kamp. Dat houdt voor overmorgen wel een lange rit door het Krugerpark in. Van Punda Maria naar Skukuza is 333 kilometer. We gaan dan afwisselend chaufferen.

Vandaag staat een korte ronde van 25 kilometer op het programma, de Mahonie loop. Een fraai rood aarden zandpad slingert door de heuvels rond het kamp. Steeds nieuwe vergezichten en allerlei soorten prachtige, vol uitgegroeide, bomen maken de tocht verrassend en gevarieerd. We komen nauwelijks auto's tegen op ons pad.
Wel zien we veel termietenheuvels, soms wel ruim 3 meter hoge exemplaren.

De termietenheuvel bestaat uit aarde (vaak modder) en droog gras als bindmiddel.
Binnenin bevindt zich een doolhof van gangen en kamers.
Meestal bouwen termieten rond een omgevallen boom of een boomstronk en worden deze heuvels niet hoger dan 2 à 3 meter.
Andere heuvels worden rond een rots gebouwd en kunnen hoger zijn.
Een termietenheuvel kan zowel onder als boven de grond gebouwd zijn, soms zelfs allebei.


In zo'n termietenheuvel bevindt zich een doolhof van gangen en kamers, met als voornaamste onderdelen: de ingang, de broedkamers met eieren, de kamers van de soldaten en werksters en de kamer van de koningin.
Via verluchtingsgangen voor luchttoevoer en circulatiestroming wordt de temperatuur permanent op 35 graden gehouden.
Van een verlaten termietenheuvel maken andere kleine dieren, als muizen en eekhoorntjes dankbaar gebruik, een soort woningruil dus.
 
Het voorjaar is momenteel erg heet en veel regen is er nog niet gevallen. De bedding van een zijriviertje van de Luvuvhu rivier staat droog.

Een kudde gazelle, waarvan een groot aantal wijfjes zwaar drachtig is, zoekt als bescherming tegen de middag hitte, de schaduw van een boom op om herkauwend te rusten.
Zolang er geen panter of ander roofdier in de buurt is, hebben ze niets te vrezen, maar ze blijven altijd op hun hoede.
We zijn vroeg terug in het kamp.
Nu blijkt er op het kamp, naast de camping, ook een bird hide met een grote waterpoel te zijn. De waterstand in deze poel wordt constant door de rangers op nivo gehouden. Dat trekt in een droge periode, zoals nu, altijd dorstige dieren aan. En dat levert dan weer schitterende plaatjes op.
We hoeven dus eigenlijk niet eens het kamp af om wildlife te spotten. Het is een wereldplek.

woensdag 17 oktober 2012

Punda Maria

Het 'circus' uit het zuiden en de 'zoo' in het midden van het Krugerpark hebben we kilometers ver achter ons gelaten. De toegangspoort van Punda Maria geeft al aan, dat het kamp als het ware opgenomen is in het park. Niks meters hoge hekken, niks wildroosters, slechts met een soort veredeld tuinhekje wordt het kamp 's nachts afgesloten voor de rondsluipende panters, neushoorns, buffels en olifanten.


De eenvoudige huisjes zijn gebouwd als rijtjeswoningen van 3 onder één ( rieten )kap en bieden een basic comfort. Alles is aanwezig voor de dagelijkse behoeften. Er is een gemeenschappelijke keuken, een wasgelegenheid en er staan, op een centrale plaats, enkele braai's, waarvan er eentje ook voor gezamenlijk gebruik is.
Omdat het zo kleinschalig is worden onderlinge contacten vlot gemaakt. Het kamp heeft iets van een klein gemoedelijk dorpje, waar mensen met een zelfde belangstelling elkaar ontmoeten.

's Avonds stelt een loslopende genet-kat zich tactisch op, vlak bij de braai, in afwachting of er iets overblijft van het geurige gebraad van de kampgasten.

Voorlopig is dit mijn favouriete kamp.






Het gebied buiten het kamp is qua natuur gevarieerder dan elders, de vegetatie is niet meer hetzelfde als die van de savanne in het zuiden. Het is hier bosrijker. De aarde is rood en klei-achtig, waardoor zij meer water vasthoudt en de begroeïng malser en groener is. De wegen slingeren zich smal door een glooiend landschap met in de nabije omgeving veel bergen, waarvan de meesten rond de vijfhonderd meter hoog zijn. De hellingen zijn getooid in eindeloze variaties groentinten en er staan opvallend meer baobabs tussen. We passeren onderweg naar Pafuri Baobab Hill, waar een flink aantal van die woudreuzen hoog boven alles uit torenen.

Door het struikgewas ritselt een koppeltje nyala antilopen, een elegant bewegend lichtbruin gestreept vrouwtje met in haar kielzog een grijsbruin harig mannetje met een bokkige motoriek.

Een kudde buffels wil naar de andere kant het bos in. Enkele forse exemplaren stellen zich frontaal tegenover ons op, als wachters, terwijl de rest van de groep met een paar kalfjes achter hen door de weg oversteekt. Het valt me steeds op hoe sociaal buffels zijn.

We naderen het drie-landen punt, waar Zuid Afrika, Mozambique en Zimbabwe samenkomen. We zien voor het eerst politiewagens patrouilleren. Het is hier, zoals op veel vergelijkbare grensgebieden in de wereld, altijd een beetje 'rommelig'. Het wordt crook's corner genoemd, het boeven hoekje.

Pafuri is een fraaie picnic-uitstap-plaats.
Informatie borden vertellen vanalles over archeologische opgravingen bij Thulemela.
In 1993 is hier het Goldfields Thulemela project opgezet door professionele bodemonderzoekers en Krugermedewerkers in samenwerking met plaatselijke gemeenschappen, die in stammenverband samenwonen.
In het gebied waar de rivieren Sashe en Limpopo samenstromen, zijn unieke vondsten gedaan. Met toestemming van de huidige bewoners van dit gebied zijn begraafplaatsen van hun voorouders opgegraven en ritueel  herbegraven. Hieruit ontstond een beeld van de toenmalige maatschappelijke en sociale structuur van een behoorlijk ontwikkelde samenleving tijdens de periode tussen 1550 en 1650 A.D.
Dit was van vóór de opkomst van Great Zimbabwe, een complexe, invloedrijke cultuur met verschillende sociale klassen en één religieuze leider, de Khosi.
Het is bekend dat er vanuit het Midden Oosten vanaf de 8ste eeuw belangrijke handelsrouten langs de de oostkust van Afrika liepen. Via de Zambezi rivier in Mozambique werd er in die dagen goud en ivoor, vooral afkomstig van Zuid Afrika, verhandeld.

Op de terugweg naar Punda Maria stormt er plotseling, met veel geraas, een enorme buffel uit het struikgewas de weg over. Hij verdwijnt even snel, als hij aan kwam rennen, weer onbesuisd de bush in. Met een noodstop wordt een frontale aanrijding vermeden.

Iets verder op viert een flinke olifantenbul op zijn gemak een privé feestje midden op de weg. Hij heeft er lol in kleinje plasjes water van het asfalt op te slurpen, terwijl zich aan beide kanten een kleine file vormt van een vijftal auto's.
Wij staan vooraan, en wanneer Marjo aanstalte maakt om door te rijden, geeft hij luid trompetterend aan dat hij nog niet van plan is op te krassen. Er komt nog een kleine after party en dan verdwijnt hij onverstoorbaar het bos in.

dinsdag 16 oktober 2012

Shipandane night hide

Gisteren reden we om half zes het kamp uit, beladen met olielampjes, zaklantaarns, proviand en extra dekens, die we niet nodig bleken te hebben.

De hide ligt ligt, hemelsbreed, hooguit vijf kilometer van het Mopani kamp.
Zoals alle hides, kijkt ook Shipandane hide uit op een waterpartij. We moeten een smal dammetje over, waar een klein stuwmeertje voor ligt. Acht of negen nijlpaarden liggen genoeglijk in het water te knorren, aan de kant paraderen watervogels.

Wanneer de matrassen voor de nacht zijn afgeleverd, blijven we alleen achter. Alleen, met knorrende nijlpaarden, watervogels en - ongetijfeld - krokodillen, die we nog niet hebben kunnen bespeuren.
Het is een vreemde gewaarwording: na sluitingstijd buiten het kamp - op onszelf aangewezen -midden in de wildernis.
De hide is geschikt voor 8 personen. Er is een kleine, omheinde binnenplaats met een braai en een toilet. Geen electriciteit.
Wanneer we binnen de bedden voor de nacht opmaken, wacht ons een eerste verrassing. Ietwat schichtig wandelt een bushbaby over een balk van het lage plafond. Een bushbaby is het kleintste apensoort dat er bestaat. Niet groter dan een muisje. Kleine kraaloogjes kijken ons verschrikt en nieuwsgierig aan. Vlug duikt hij tussen de houten latten weg, met een wollig staartje, zo groot als een pink, achter zich aan.


Dan wordt het snel donker en steken we de braai in lichterlaaie, alleen al voor het vuur en het licht.
Weldra zitten we, met lange schaduwen achter ons, aan de aardappelsalade met koude braadworst.
'Veilig', achter een omheining, waar zelfs een tam konijn met gemak door heen breekt, bevinden we ons midden in de bush.
Heel ver weg klinkt leeuwen gebrul. We kijken elkaar aan.
Dit is dus 'going wild' in het echt................. en Marjo inspecteert de omheining van bezemstelen. We stellen, heldhaftig, vast dat alle dieren bang zijn voor vuur. Dat is algemeen bekend, zelfverzekerd we poken de braai nog maar even op.

Het wordt donkerder. Naarmate het donkerder wordt, flonkeren er meer en meer sterren aan het firmament.
Na enige tijd lijkt het zwerk op een zwart fluwelen hemelmantel bezaaid met oplichtende diamanten. Langs de waterkant, waar de nijlpaarden plonzen en spetteren, lichten vuurvliegjes op. Lichtgevende libellen trekken groene en blauwe strepen door de duisternis. Pure magie!
Betoverd door de Afrikaanse nacht, genieten we in stille bewondering van de magische stilte en stellen ons wild dansende maskers voor, diep in een Afrikaans oerwoud.

Nog vóórdat onze fantasie op hol slaat worden we door de realiteit tot de orde van de dag geroepen.
Het momentum van betovering slaat om, wanneer we op gehoorsafstand geritsel en gekraak menen te signaleren.
Even later is het weer stil. Dood stil.
Vast de wind of een opvliegende vogel, stellen we ter wederzijdse geruststelling vast, terwijl we allebei beter weten. Want het is winstil en vogels slapen 's nachts.
Het gekraak keert terug. Is het dichterbij? Nee, hoor, sussen we onze wilde fantasie weer, in de nacht draagt geluid altijd ver!
We turen met de zaklantaarn tussen de bezemstelen.


We zien alleen duisternis.
Maar iets horen en niets zien, is bepaald niet geruststellend in de nachtelijke bush van het Krugerpark.
Marjo hoort nu duidelijk de zware, langzame tred van een olifant. Ik kijk mee door de schutting en verwacht nu ieder moment een natte slurf in mijn nek.
Dan is het weer ( onheilspellend ) stil, alleen het vertrouwde gespetter en gesnork van de nijlpaarden is op de achtergrond hoorbaar.
Ter afleiding vertellen we elkaar spannende verhalen over de film Out of Africa, waarin Merill Streep, zonder dat ze dat weet - omdat de regisseur ( Sidney Pollack ) een realistische opname wil - te maken krijgt met een paar echte leeuwen. Die worden tijdens de opnamesessie los gelaten worden, terwijl zij met Rober Redfort zit te kletsen bij een kampvuur.

Het wordt laat. Het blijft warm en het vuur op de braai smeult.

Wanneer we de hide ingaan om ons bed op te zoeken haal ik, nietsvermoedend, het muggenrooster uit het venster weg. Wanneer ik nog even een blik wil werpen op de nijlpaarden kijk ik, onstelt, op anderhalve meter afstand tegen een levensgrote grijze olifantenhuid aan.
Muisstil staat de brave dikhuid daar, soms is wat je ( niet ) zoekt dichterbij dan je denkt!

Tevreden met ons avontuur vallen we in slaap.


Hier heeft de ochtendstond geen goud, maar puur platina in de mond.
Om half vijf strooit de zon voorzichtig haar rozerode stralen in de hide. Met vogelgeluiden brengt de dageraad de natuur tot nieuw leven, en al snel baadt de bush in een zee van warm, helder zonlicht.

Na een ontbijt in huize 94, gaan we monter op weg naar Punda Maria, waar we, na een tussenstop in Shingwedzi, vroeg in de middag aankomen.

Punda Maria is anders dan de andere kampen, klein en eenvoudig. Het heeft een sfeer, zoals ik met 'het echte Krugerpark' voorstel en is vaak te ver weg voor mensen, die 'een dagje Kruger' willen doen. Punda Maria ligt in het noordelijkste puntje van Zuid Afrika aan de grens met Zimbabwe en Mozambique. Hooggelegen, is het omringd door stevig oprijzende bergketens.
Wanneer we aankomen is het 35 graden in de schaduw. Kleine schapenwolkjes drijven door de zacht blauwe lucht. Het geurt er sterk naar droge acacia bloesem en grote kolonies witte vlinders fladderen door het kamp.

We gaan informeren of we de overnachting in Satara kunnen omboeken voor een extra nacht in dit paradijsje.






 

maandag 15 oktober 2012

de Tsendze loop

De rivier de Tsendze heeft zijn bron en bovenloop in een gebied midden in het Krugerpark westelijk gelegen tussen kamp Shingwedzi en kamp Mopani. Ter hoogte van Mopani vloeit de Tsendze samen met de Shongololo rivier. Net ten noorden van kamp Letaba stromen beide rivieren samen met de Letaba rivier en vormen ze gezamenlijk de watervoorziening van het zuidelijke deel van het park.

Vandaag volgen we 30 kilometer lang de Tsendze loop. In totaal met de route terug een rit van 60 kilometer. Het water staat nog steeds laag. We zien hier en daar, beneden ons, sporadisch wat poeltjes en plassen door de rivier achter gelaten in de diep ingeslepen bedding.
De kaalgeslagen hoge oevers met scheefhangende, ontwortelde bomen op de hellingen zijn het zichtbare resultaat van de overstromingen aan het begin van dit jaar.
In de 3e week van januari hebben de enorme stortregens flink huisgehouden in het Krugerpark en behoorlijk wat schade achter gelaten. Dit gedeelte van het park heeft vooral een zanderige bodem, waardoor de waterschade zich ernstiger laat aanzien dan waar de bodem rotsachtig is.

Veel ervan is al weer hersteld, een enkele brug railing wacht nog op reparatie.

 

De lente, met z'n milde regenbuien, zet langzaam maar zeker het park in het groen. Het gras van de savanne komt op en de bomen lopen uit. Daarmee verdwijnt ook veel wildlife uit het zicht. Ander wildlife, daarentegen, komt te voorschijn. Hagedissen van verschillend formaat, in de meest fantastische kleuren, en slangen ontwaken uit hun winterslaap en kruipen uit hun holen om zich te koesteren in het voorjaarszonnetje.
Ook de miljoenpoot - een Afrikaanse variant van de Europese duizendpoot - scharrelt weer rond. Daarvoor is het wel oppassen geblazen. Het beestje, een pink groot, heeft cyancali in zijn achterlijf.



 

Aan het eind van de gravelroad langs de Tsendze komen we op een kruising met de asfaltweg bij Malopenyana.  
Daar is een kleine poel met een plasje water en een aangelegde drinkplaats waar juist een grote groep buffels hun dorst aan het lessen is.

Ze trekken atijd in grote kuddes gezamelijk op.
Herkauwend en drinkend rusten ze hier wat uit van hun trektochten door de bush.



Terug in het huis te Mopani treffen we de keukenkastjes nog steeds hermetisch afgesloten aan. Schuimspaan, boobytrap en stoel, die allemaal in stelling zijn gebracht tegen Knabbel, blijken afdoende. Knabbel zoekt nu kennelijk zijn leeftocht weer in de bush . Hij heeft de aftocht geblazen en ons met de advocado's gelaten.
De stand is 3 tegen 3 en Marjo kan, met opgeheven hoofd, de stijdbijl begraven.

Vanavond logeren we vanaf 6 uur tot morgenvroeg 8 uur in de Shipandane-sleep-over-hide.
Mondvoorraad, olielampjes, zaklantaarn en een extra deken voor de nacht liggen klaar.
Ook wij zijn er klaar voor. We zijn benieuwd hoe en vooral ook óf we dit avontuur overleven.

Maakt u zich tot zolang geen zorgen over de krokodillen, nijlpaarden en mogelijke leeuwen, die ons tijdens dit nachtelijke avontuur omringen, Marjo is uiteindelijk ook Knabbel, de eekhoorn, te slim af geweest.

Morgen weten we meer...,
dan reizen we - naar verwachting - naar Punda Maria, in het uiterste noorden van het Krugerpark.




 

zondag 14 oktober 2012

langs de grens van Mozambique

Vanuit Mopani nemen we vandaag de meest oostelijke route van het Krugerpark. We volgen de gravelroad naar het noorden, parallel lopend aan een bergketen, die de natuurlijke grens vormt met Mozambique.

Halverwege, na een klim van zo'n 500 meter, bereiken we het uitkijkpunt Shibavatsengele.
Voor ons strekt zich in het laagland een gebied uit wat, qua weidsheid, zijn weerga niet kent. Op deze hoogte is de langzaam glooiende kromming van de wereldbol zichtbaar.
Grootser uitzicht heb ik het nog niet gezien in het Krugerpark. Kilometers savannes strekken zich naar het westen voor ons uit. In de verte wordt de lucht zo ijl, dat het uitspansel naadloos in de aarde lijkt over te gaan. Waar de hemel de aarde raakt, waar beiden samenvloeien tot één element, daar bevindt zich - naar verluid - het paradijs. Hier is een plek, die nagenoeg volledig aan dit beeld beantwoordt, we zijn hier dus dichter bij het paradijs dan ooit........

We vervolgen onze weg naar Grootvlei Dam. Het water staat er laag. Er zijn geen dieren op dit moment, maar we bevinden ons aan het water opnieuw in een fantastisch natuur decor, met de bergketen, die Zuid Afrika van Mozambique scheidt, op de achtergrond.

We moeten over een angstvallig smal dammetje rijden om dit plaatje te maken.

Even later komen we op een even smal pad, waar de bestuurder van de auto voor ons moet uitwijken voor een lonely bul.

Olifanten bullen leiden over het algemeen een
zelfstandig bestaan, tot een of meerdere koeien
hen, door middel van hun geuren en geluiden
uitnodigen, voor een kortstondige amoureuze
ontmoeting.
Koeien vormen met hun nakomelingen altijd enorme kuddes, die gezamenlijk optrekken.
Jonge bullen van tussen de 10 en 12 blijven rond die kudde hangen, zonder er zich in te mengen. Naarmate ze ouder worden zonderen ze zich meer en meer af, aanvankelijk nog in gezelschap van een oudere, zelfstandige olifantenbul.

Vóór het tot een confrontatie komt tussen de olifant en de auto zwenkt het dier af van zijn pad. Het lijkt alsof hij de auto vrij baan wil geven. 'n Heer in het verkeer, zou je kunnen zeggen.
                                                                                          
Op de terug weg naar kamp Mopani, komen we langs Bowkerskop.
Hier staan enkele bullen te drinken aan een, door het Krugerpark aangelegde, drinkplaats.
De windmolen pompt grondwater op om de drinkbak te vullen.

Te zien aan het korte, natte uiteinde van de slurf moeten de dieren diep in de drinkbak duiken.
Ook hierin staat het waterpeil kennelijk laag.
Onze tour door het park, een rit van zo'n 60 kilometer, zit erop voor vandaag.
Daarbij hebben we weinig dieren in het vizier gehad, maar het prachtige natuurschoon weegt daar ruimschoots tegen op.

Het is nu zondag. Marjo knapt een uiltje - zelfs in zijn slaap is hij dus nog met dieren bezig - ik neem voor vandaag afscheid vanaf ons zonnige terras bij huisje 94 in het Mopani kamp,
tot morgen..............

zaterdag 13 oktober 2012

't gaat er wild aan toe in de bush...

Laag hangen vandaag het grijsblauwe luchten boven de eindeloze savanne. In de verte valt het licht tussen het openbrekende wolkendek naar beneden.

Het uitzicht is ongekend weids. Stil en leeg, als een Afrikaanse variant op de grote stille heide...
Zo moet ongeveer de 3e of 4e dag van de schepping er, volgens bijbelse beschrijvingen, uit gezien hebben. Een eenzaam avontuur voor de mens, zo zonder dieren. In feite een absoluut doemscenario, wanneer het bij die dag gebleven zou zijn.

Natuurlijk zijn alle dieren er gelukkig wel, ook al zien we ze vandaag niet. Gisteren, een regenachtige dag, waren ze ook al niet te bespeuren. Ze trekken zich dan ongetwijfeld terug, om te schuilen. Je mist ze dan.
Ik realiseer me hier op de immense uitgestrekte Afrikaanse vlakten, dat we ons terecht zorgen maken over het verdwijnen van, al is het maar één of twee, diersoorten.
Het is alsof er enkele edelstenen ontbreken uit een kostbare armband.

Daarom is het, op een bepaalde manier, toch geruststellend, dat we gisterennacht ( even ) uit onze slaap gehouden werden door leeuwengebrul en het nachtelijk getrompetter van een olifant.
Geruststellend voor ons dan; gelegen in een warm comfortabel bed, achter de veilig gesloten hekken  van het Mopani kamp. Voor een kudde zebra's, buiten ons kamp, breekt dan echter de hel los. In paniek opgeschrik, worden ze door het gebrul van de koning der jungle in een hinderlaag gejaagd, waar leeuwinnen op de loer liggen om de jacht op hen te openen.
We zien het niet. We horen het, als stille getuigen, op een afstand en weten niet wat er zich daar buiten allemaal afspeelt. Het gaat er ongetwijfeld wild aan toe, volgens de wetten van de wildernis: vechten, vluchten en verstoppen of camoufleren en doen alsof je er niet bent; alleen de sterksten, de snelsten en de slimsten overleven............


Vandaag is het weer wat opgeklaard, zoals het panorama vanaf  het Fish Eagle terras in kamp Mopani laat zien.
Een druilerige dag als gisteren leent zich uitstekend voor wat landerig in het kamp rond hangen en te bloggen over de onverbiddelijke machtsstrijd tussen Marjo en Knabbel, die nu al de 4e dag ingaat.
Marjo loopt in op de score. Het staat nu 3 - 2 voor Knabbel. Met behulp van de schuinspaan constructie, de boobytrap plus een terrasstoel voor de onderste aanrecht kastjes heeft Marjo Knabbel met succes kunnen weren. Daarmee is het tamelijk rustig aan het front. Ik reken op een Zuid Afrikaanse-lente met een goede afloop en een bestand, waarmee beide partijen zich kunnen verzoenen.

Gisteren heeft de wagen een lekke band opgelopen, die dezelfde dag in Letaba gerepareerd kon worden. Er zat een scherpe acacia doorn in de rechter voorband.

Ondertussen heb ik een overnachting in Shipandane - sleep - over - hide gereserveerd. Daar gaan we de nacht van 15 op 16 oktober doorbrengen. Midden in de bush van het Krugerpark, buiten het kamp.
Het is een eenvoudige, kleine enigszins beschutte plek met uitzicht op een dam, waar het wemelt van de krokodillen en de nijlpaarden.
Ik ben benieuwd wat die nachtelijke escapade in de wildernes aan spannende avonturen gaat opleveren.

Shipandane-sleep-over-hide
Mocht er na de 15e oktober geen nieuwe blogaflevering meer uit Zuid Afrika op uw computerscherm verschijnen, wilt u dan, alstublief, onze dappere bedoelingen blijven herinneren?

Voor nu, zonnige groeten uit Zuid Afrika
en tot morgen...

vrijdag 12 oktober 2012

De Baobab

Bij de ingang van het Mopani kamp staat een monumentale, karakteristiek Afrikaans boom. De Baobab. Met zijn gezwollen, tonvormige stam, grillige bast en takken, die in een korte kruin wispelturige uiteen lopen, heeft hij een enigszins wanstaltig voorkomen.
Hij komt vooral voor in de lager gelegen, droge bushvelden en overleeft daar met gemak de verzengende hitte van de Afrikaanse zomers.
De omvang - dit exemplaar meet ongeveer 12 meter in de omtrek - is even enorm als het praktische nut van de boom. Hij biedt bescherming aan talloze diersoorten door zijn schaduw en voorziet in hun levensonderhoud door water en voedsel.
Momenteel broedt er in deze Mopani baobab een barn-uil ( kerk-uil ).



De baobab speelt zowel in het culturele als economische leven van de Afrikaan een belangrijke rol.
Van zijn vezels worden matten en andere huishoudelijke producten geweven. De bast levert medicijnen. Volgens de overlevering vrijwaart het drinken van het sap, waarin de zaden van een baobab geweekt zijn, je van een krokodillen aanval, maar wanneer je een bloem van de boom steelt wordt je door een leeuw opgegeten.
Het groene jonge blad staat als plaatsvervangende groente op het menu. Ook de zaden zijn eetbaar en kunnen vermalen worden tot surrogaat koffiepoeder. Van de bloesem wordt lijm geproduceerd.

De holle stam van levende bomen doet onder meer dienst als voorraadkamer voor de plaatselijke bevolking, soms huist men er zelfs in. Voorvluchtigen gebruiken een holle boom als schuilplaats.
Overal in Afrika is het een gewoonte om er religieuze bijeenkomsten in of bij te gehouden. Ook worden er overledenen in begraven of gevangenen in opgesloten.
In Gravelotte, een noordelijke provincie van Zuid Afrika, huist er een pub in een baobab, een café voor dorstige goudzoekers.

Baobabs behoren tot de oudst voorkomende levensvormen op aarde. Hun oorsprong gaat terug tot op 3.000 jaar geleden. De enige natuurlijke vijand ervan is de olifant. Met name in reservaten kan de olifanten populatie zo uitgroeien, dat zij een bedreiging vormen voor de vegetatie, waaronder de baobab.


Ondertussen heerst er in huize 94 al enkele dagen een hevige machtsstrijd tussen Marjo en de plaatselijke eekhoorn. Laten we hem voor het gemak Knabbel noemen.
Een paar dagen geleden troffen we in het keukenkastje onze advocado's aangevreten aan. Knabbel bleek een voorkeur te hebben voor twee van de rijpste exemplaren, die we juist voor die dag als voorgerecht wilden klaarmaken.
Vanaf dat moment bond Marjo de strijd aan met de brutale rakker. Nu bleek Knabbel niet alleen brutaal, maar ook nog super intelligent.
Marjo zette de eerste aanval in met een ingenieus gebouwde constructie, waarbij door middel van een schuimspaan het deurtje van het betreffende keukenkastje hermetisch werd afgesloten.
Hij ging met een voldaan gevoel naar bed.
Even zo goed bleken de advocado's de volgende ochtend vrolijk aangevreten. Kennelijk had Knabbel zich via een aangrenzend deurtje toegang weten te verschaffen tot zijn verboden proviand.

plaats van delict - huisje 94 - Mopani kamp - 12 oktober 2012

Er moest dus serieuzer ingegrepen worden. En Marjo bepeinzde een nieuw plan. De strijd nam nu guerrilla-achtige vormen aan. Naast de schuimspaan constructie werd er een heuse boobytrap opgesteld achter het tweede deurtje.
Wanneer Knabbel opnieuw de euvele moed zou hebben om zich wederrechtelijk ons voedsel toe te eigenen, dan zou hij onverhouds getracteerd worden op een ( verhoudingsgewijs ) enorme snijplank, die met een ( in zijn oren ) donderend geraas naar beneden zou komen.
Dat zou Knappel leren, dacht Marjo, die zonder problemen de eerste de beste Afrikaanse bul, met de stuipen op het lijf, onverschrokken terug de bush in jaagt.
A fin, we legden ons weer tevreden te ruste.
Knabbel bleek de volgende morgen dus écht slim.
Listig had Knabbel de boobytrap gemeden en had hij zich ongegeneerd te goed gedaan aan de bananen, die in het kastje onder het aanrecht lagen, en daar had Marjo, de onverschrokken olifantentemmer, in al zijn wijsheid nou net weer niet aan gedacht.

Knabbel, het meester-brein
 
Tot zo ver is de stand 3 tegen 1 in het voordeel van Knabbel.
Ik houd u op de hoogte over het verloop van de stijd.

Wordt vervolgd.

donderdag 11 oktober 2012

Custos Naturae

Het logo van het Krugerpark is gestileerd naar een afbeelding van de kop van een kudu antiloop met zijn prachtig gedraaide gewei.In de banner onder de beeltenis staat de Latijnse tekst: Custos naturae.
Het is een klassieke standaart uitdrukking voor:
bewaker, wachter of beschermer van de natuur.
Met custos naturae wordt iets gezegd over de strategie van het natuurreservaat.
Het drukt namelijk de intentie uit om het evenwicht tussen natuur en cultuur in balans te brengen.

Op nagenoeg elke toilet - hoe toepasselijk! - van het park kom je de tegeltjes met het logo tegen.

Waar in een 'gecultiveerde' wereld de mens de natuur poogt te beheersen en te overheersen - vaak te koste van de natuur - krijgt de natuur hier de kans zich, in een beschermd reservaat, in haar volle pracht en majesteit te presenteren.


En dat is indrukwekkend!

Bomen groeien uit tot hun volle wasdom, rivieren meanderen in hun eigen bedding door het landschap, treden buiten hun oevers en laten plassen en poelen achter, die dan weer als modderbad dienen voor olifanten, buffels en neushoorns.
Voorwaarde voor de ontwikkeling en in stand houding van een wildernes is dat de mens zich daar terughoudend bij opstelt, zich aanpast of invoegt en de natuur beschermt, zoals dat een goede bewaker betaamt.
Dit alles in voor en tegenspoed, zoals in een goed huwelijk tussen natuur en cultuur.

Vanmorgen nam ik op weg naar Boulders Bush Camp het stuur over. Deze bijzondere locatie is een kamp op palen in de middle of nowhere. Zes kilometer lang rijden we over gravel road steeds verder van de met asfalt gebaande paden af.

Marjo's oog valt op de enorme voetstappen van olifant op ons pad. We zitten op het spoor van een gewichtige dikhuid. En ja hoor, even later blijken we achter een reus van een olifanten bul te rijden.


En dan dien je dus de tekst van de banner in de praktijk te brengen.
Rustig blijf ik op respectabele afstand van deze keizer van de jungle. Hij kijkt af en toe meewarig om en Marjo signaleert nu en dan het geïrriteerd wapperen van zijn enorme oren ( Z.K.H. lijkt verontwaardigd ) en broederlijk corrigeert Marjo me wanneer ik zijne majesteit te dicht op zijn imposante hielen zit.
Zo hobbelen in het tempo 'olifanten-pas' met veel geduld en ontzag meer dan anderhalve kilometer achter hem aan. Het uizicht laat zich raden! ( Zie anders de bijgevoegde illustratie. )
Op een splitsing kiest hij de rechter richting en slaan wij links af naar Boulders Bush Camp.
Een once in a lifetime experience voor mij.

Bij het Bush Camp Boulders Boulders zijn een vijf-tal hutten tussen de rotsen op palen gebouwd.
Er is een gezamenlijke keuken en eetgelegenheid. Er heerst een serene rust en het lijkt me heerlijk hier te logeren met een stapeltje boeken en mijn laptop - je hoeft de deur niet meer uit, want vanaf het terras heb je zicht op het voorbijtrekkende wildlife.

Op de terugweg nemen we een kleine omweg via Confluence Look-out.
Hier toont de natuur een ander gezicht. In een poel van de Tsendze rivier ligt het kadaver van een nijlpaard. Het is een wreed en dramatisch plaatje: een maraboe eigent zich de levenloze resten toe onder het macabere natuur-motto: eten of gegeten worden...............

 
.................................................................en ook daarin krijgt of neemt de natuur haar kansen.

Vanuit wonderfull Kruger wensen wij onze trouwe lezers een smakelijke maaltijd en een gezonde nachtrust toe.

Tot morgen.

 

woensdag 10 oktober 2012

Rond Tihongonyeni plaats

Aan alles is te merken dat we hier in het hogere gedeelte van het Krugerpark zijn beland. Het is er rustiger en je voelt je hier dichter bij de natuur. Er staan maar enkele auto's bij de receptie, de kampwinkel is kleiner en heeft geen groot assortiment met souvenirs, ook heeft onze kamer geen tv. We missen het 'circus'van het zuiden niet.

Vanmorgen hebben we onze eerste tour rond het Mopani kamp gemaakt.
Omdat het nog voorjaar is en mede doordat het al een tijdje niet geregend heeft, is de savanne kaal en leeg. Het maakt soms zelfs een desolate indruk, ook omdat door gecontronteerde branden de aarde er over grote oppervlakken zwart geblakerd is.
De enkele dieren, die we over de grote droge vlakken zien grazen, maken een beetje een  troosteloze indruk. Dat is de natuur. Die past zich niet aan, omdat wij die graag wat idyllischer willen zien.
Maar als de voorjaarsregens hier straks eenmaal losbarsten breekt de aarde open en verandert de savanne in enkele dagen van een gort droge vlakte in een uitbundig bloeiende wildernistuin.

De dieren, díe we zien, zijn wél bijzonder.
Via de Tropic of Capricorn Loop komen we Tihongoneyeni, een grote vlakte met een door Kruger aangelegde drinkplaats, waar een groepje Tsessebe antilopen rond dwaalt. Een elegant ogend, kastanje bruin antilopen soort, dat onlangs zeer succesvol in het Krugerpark is ge-her-introduceerd.

tsessebe antiloop
Marjo spot in de verte ook nog een Lichtenstein's Hartebeest, een antilopensoort dat als sinds jaar en dag niet meer in het Krugerpark voorkwam. Maar via een bescherm fokprogramma zijn er afgelopen jaar enkele tientallen dieren van uitgezet in het park, die het dus kennelijk nu al redelijk goed doen in de vrije natuur.
Naast de veel voorkomende soorten, als de kudu, de nyala, de gnoe, wildebeest, waterbok en impala is de variatie antilopen bijgevolg nu ook uitgebreid met de tsessebe en het Lichtenstein's Hartebeest.


Iets verderop krijgen we een secretarisvogel in het vizier. Een beetje excentrieke vogel, die zich niet zo vaak vertoont.

Hij heeft - zoals zijn naam al doet vermoeden - het voorkomen van een ouderwetse secretaris:
met een parmantig kuifje wandelt hij op hoge poten koket door het savannegras. Die poten fungeren overigens als geduchte klauwen,  waarmee hij met gemak een flinke slang aan de haak kan slaan.
We zijn aan het begin van de middag terug in het kamp. Marjo gaat op visitie bij Elina.
Ik blog. Nu bij helder daglicht, omdat ik anders niet aan mijn dosis nachtrust toekom en daar wordt ik heel sjachrijnig van, wat weer niet leuk is voor Marjo.

Bij het huisje scharrelen 3 malse patrijsjes in de tuin, gevaarlijk dicht bij de braai.
Maar - wees gerust - er staat voor vanavond spruitjes met braadworst op het menu.

Gegroet vanuit broeierig warm en amazing Zuid Afrika.




 
 
 

dinsdag 9 oktober 2012

Mopani restcamp

Na vier nachten in het Satara kamp, zit ons verblijf er daar op. We werden uitgeleide gedaan door door enkele glansspreeuwen, een eekhoorntje, een hop en een patrijs voor onze hut.

In kamp Letaba maken we op weg naar Letaba een tussenstop om koffie te drinken.
Er is hier een olifanten museum, dat het verhaal vertelt van de Magnificent Seven - zeven reuzeolifanten - die allemaal in het Krugerpark hebben rondgewandeld. Hun enorme slagtanden zijn hier tentoongesteld is. In de blogaflevering "Zesde dag: museum Letaba" van zaterdag, 8 januari 2011 kun je een uitgebreider verhaal erover lezen.

Er is werkelijk een fantastisch terras met een schitterend vergezicht. De bedding van de Letaba rivier is door de wateroverlast van afgelopen januari/februari flink verbreed. De stand van het water is laag.
Op het terras is het genieten geblazen.
Genieten met een hoog Rick-Felderhof-ontvangt-prins-Bernhard-op-safari gehalte.

het terras bij Letaba

Vanaf Letaba neem ik het stuur over en rijdt ik links, over des Krugers wegen, parallel aan de Tsendze rivier. Een prachtige rit langs de rivier.

Aan de overkant waggelen de moddervette nijlpaarden over de oever. Ze zien er zo onschuldig en onbeholpen uit, maar als de nood aan de man komt kunnen echt als (rivier)paarden over de savanne galopperen en vechten ze als leeuwen voor de veiligheid en het behoud van hun jongen.


nest witrug gieren

Het is voorjaar en broedseizoen.
Dit nest van een witrug gier met jong is alleen in dit jaargetijde zichtbaar, juist omdat er nu nog geen blad aan de bomen is.
Marjo is laaiend enthousiast.


Ondertussen worden we ook nog verrast door een ander natuur
verschijnsel. Rechts van de weg waait er een paar honderd meter een wervelwindje met ons mee en voor ons uit. De Afrikanen hier noemen dat een 'devils twist'.
Een 'verdraaid duivelse' escorte, dus op z'n Hollands.

Bij de Sable Dam worden we weer getroffen door geweldig natuurschoon. Een enorm meer, waar sinds kort een hide is aangelegd, van waar uit je het leven langs en op het water in alle stilte kunt gadeslaan. Twee parende visarenden haalde heel knappe en liefdevolle kunstjes uit in de toppen van een kale boom midden in het meer. Langs de oever drentelden vier olifantenbullen over de dijk. Een 'dijk' van een plaatje om te zien: vier bijna zwarte dikhuiden, waarvan de witglinsterende ivoren slagtanden schitterden in de zon.
Heel ver weg aan de overkant van het water zou door een verrekijker een panter te zien zijn geweest.
Tja, we missen ook wel eens wat, hoor.

In Phalaborwa, een behoorlijke grote stad vlak buiten het park op 79 kilometer van Mopani, doen we inkopen om onze mondvoorraad aan te vullen. Er liggen nu, onder meer, Zuid Afrikaans spruitjes, boontjes, braadworst en naast smakelijke toetjes héééééééééél veel koekjes in de koelkast. Genoeg voor een week, want we blijven nu zeven dagen en nachten in de omgeving van Mopani. Dit kamp ligt al in de noordelijker regionen van het park en is ook rustiger.

We hebben onderweg weer veel moois gezien, maar ook erg lang in de auto gezeten.
Het is heerlijk om dan de benen te kunnen strekken in een erg comfortabel huisje. Het heeft een rieten dak en een buitenkeuken met een groot terras,van waaruit je de zon kunt zien onder gaan.
Honderd meter van het zwembad. Nummer 94. Het ligt aan de buitenste rand van het kamp met veel privacy. Makkelijk te vinden. Dus wie zin heeft langs te komen voor een kopje koffie of een glaasje om vanaf ons terras de Zuid Afrikaanse zon onder te zien gaan ... van harte welkom.
We verblijven hier tot de 16e, dus niet te lang over nadenken.

In ieder geval ontmoeten we elkaar morgen virtueel on-line.




 

maandag 8 oktober 2012

Ratel Plan bird hide


In het huishouden van onze hut op het kamp hebben we - in goed onderling overleg - een broederlijke taakverdeling ontworpen.
Marjo kookt en ik blog. Wat kan het leven toch simpel zijn.

Voor iedere hut van de rondeel staat, naar Zuid Afrikaanse gewoonte, standaard een 'braai', een BBQ.
Om onze ecologische voetafdruk zo minimaal mogelijk te maken, wordt ons vlees op de braai van welwillend medewerkende buren geroosterd.
Marjo is daar heel handig in; hij maakt een praatje met de buren en even later liggen de sukadelapjes of de braadworst boven het houtskool vuurtje van de buren te sudderen - eigenlijk een soort 'braai-pooling' dus.
Hij kookt - overigens vrij verdienstelijk - een eenvoudige doch voedzame maaltijd.

Zo overleven wij, in pais en vree, op de Zuid Afrikaanse savanne en kan iedereen, naar eigen goeddunken, ons op het wereld wijde web volgen.

Vanmorgen op weg naar Ratel Pan bird hide ( een in de bush beschermde en verborgen opgestelde  plaats van waaruit je vogels en andere dieren kunt observeren en fotgraferen, zonder dat ze gestoord worden in hun natuurlijk gedrag ) schoten er twee honingdassen door het hoge gele gras. Voor mij zijn honingdassen voor eeuwig verbonden met de nachtelijke ontmoeting in onze keuken.
De natuur in deze regio toont zich tijdens onze tocht tamelijk 'leeg'  - met weinig wildlife - en sober met grote droge en schrale vlakten.



Wel valt ons een groepje fraai gekleurde parelhoenders op, in uitstekende conditie.

Voor Gerard Kaal hierbij een zichtbaar bewijs dat wij wel degelijk ook op onze gevederde vrienden letten.





 

Het is voor een bird-hide een ongeschreven wet om stil te gaan zitten kijken of fotograferen.
Over het algemeen houdt iedereen zich daar aan.
Mens zowel als dier worden dan niet verstoord c.q. gestoord.

Een hide is een ideale plek om alles wat voorbij komt rustig op je gemak te gaan zitten bekijken.



Er is daar vaak van alles te beleven.
Zeker in een droge periode, waarin regen lang op zich laat wachten, is er veel drink-activiteit. Er kan zo maar een olifant langs komen, of een hele groep van 40 tot 60 exemplaren. Waterbuffels, zebra's, giraffen, alles komt dan, meestal vlak voor zonsondergang, bij elkaar. Aan de rand van een groot meer, waar plaats genoeg is, lopen de verschillende soorten elkaar niet in de weg en verloopt  het grote drank-gelag zeer orderlijk.
Olifanten maken daarbij het nog meeste spectakel met hun bad- en spuitpartijen met hun slurven. Ook plassen en poepen ze ongegeneerd in het water, zonder dat daar bezwaar tegen gemaakt wordt door de andere dieren.
Wat zijn die 'wilde' dieren toch verdraagzaam............

Dat was het voor vandaag,
groet en tot morgen. HH



 

zondag 7 oktober 2012

N'wanetsi uitklimplaats

Vanmiddag zijn we naar N'wanetsi uitklimplaats gereden, 25 kilometer van het Satara kamp over de Satara-N'Wanetsi road.
Onderweg viel ons de aanblik van de droogte op de savanne op. Het is warm hier, om niet te zeggen bloedheet en de grond is gortdroog. Door de droogte is het savanne gras kort en is er bijgevolg niet veel voedsel voor de grazers te vinden. De weinige dieren, die we onderweg zagen, zoals enkele opvallend donker gekleurde giraffen, hielden zich schuil in de schaduw van de acacia's.
Een paar jonge wrattenzwijntjes scharrelden langs de weg hun karig kosje bij elkaar. Zij hebben de gewoonte om dat soms met gebogen enkels te doen, zodat het lijkt dat ze op hun kniëen grazen.
Kafferbuffel

Later zien we nog een groepje van 6 kafferbuffels in ganzepas achter elkaar over de dorre grond struinen, waarschijnlijk op weg naar een drinkplaats.



N'wanetsi uitklimplaats
Op de uitklimplaats zijn wij de enige uitklimmers.
In de diepte van het dal onder ons zien we in een kleine waterpoel een krokodil, die tevergeeft ligt te wachten op een malse, sappige barbeel.
Het struikgewas en de bomen staan op het punt - het is lente - uit te lopen, maar bij gebrek aan de nodige regenval blijft het blad in de knop. Alleen cactussen en vetplanten floreren.

Het is er stil. Heel stil en dat is in eerste instantie een onverwachte sensatie in zo'n weidse omgeving. Het uitzicht is prachtig. Een groots panorama, waarin we kilometers ver kunnen zien. Halverwege indrukwekkende rotsformaties en daar tussen een droge rivierbedding, maken het plaatje compleet. Exotische vogel geluiden accentueren de immense stilte. Een warme bries verwaait de verzengende hitte, die in de lucht hangt. In de warme luchtstromen hangen pikante en zoete geuren, die samen met oogstrelende vergezichten een feestje voor de zintuigen zijn.

One with nature - het is een rustgevende ervaring van tijdloosheid, waar geen therapeutische onspannings-sessie tegenop kan.
Vanochtend stiefelde de mij inmiddels goed bekende honingdas op het grasveld voor ons terras langs. Hij kwam niet binnen deze keer. Er werd door de Afrikaners in de rondeel verteld dat die trouwens behoorlijk gevaarlijk kan zijn, wanneer die zich in het nauw gedreven voelt, en dat die flinke kaken heeft. Ik ben dus goed weggekomen tijdens zijn nachtwandeling in onze buitenkeuken.

Wildlife houdt zich dus niet alleen buiten het restcamp op. Aan het begin van de avond liep er een wilde Afrikaanse kat tussen de huisjes. Ook al zo'n nachtdier dat je op onverwachte momenten de stuipen op het lijf kan jagen. Maar ja, we zijn hier niet om te biljarten.

Ondertussen loopt het weer tegen elven, terwijl ik van plan was niet meer zo laat te gaan zitten bloggen. Na Satara vertrekken we voor zeven dagen naar het noordelijker gelegen Mopani. De bedoeling is om daar vroeger op te staan en dan 's ochtend vóór dag en dauw het park in te gaan. Wanneer we dan terug komen in het kamp om te lunchen, blijf ik 's middags bij de hut om te bloggen en kan Marjo nog een keer een tour door Kruger maken.
 
Het is immers wél vakantie!!!





 

Kamp Satara

Ons reisschema binnen het Krugerpark is enigszins aangepast. In plaats van restcamp Letaba staat nu kamp Punda Maria, in het uiterste noorden op het programma.
Het zuiden  met het populaire kamp Skukuza wordt, zoals ik al eerder vermeldde, het 'circus' van het Krugerpark genoemd. Het centrale gebied tussen Satara, waar we nu zitten, en het erboven gelegen Letaba heeft de bijnaam 'zoo', het dierenpark van het Krugerreservaat. Dit in verband met de mate van de oprechte belangstelling, die bezoekers van dit deel van het park, hebben voor wildlife.

De meest noordelijk gelegen regio, vanaf kamp Mopani tot en met kamp Puna Maria is het minst 'gecultiveerd', het meest natuurlijk en het meest 'park'. Omdat dit gedeelte verder af gelegen is van onder meer Johannesburg en andere grote steden trekt het minder bezoekers. Het park grenst hier aan Zimbabwe en Mozambique. De bezoekers, die hier komen, zijn de meer gemotiveerde echte liefhebbers. Om die reden wordt dit het authentieke park genoemd.

Het 'circus' trekt, grofweg gesproken, de 'consumerende' bezoekers, die vooral het vermaak en de sensatie van de BIG-5 zoeken.
Bij de zoo-bezoekers gaat het om het op afstand observeren en bekijken van de in het wild levende fauna, waarbij - in tegenstelling tot de klassieke dierentuinen, waar de dieren beperkt zijn in hun bewegingsvrijheid - in het Krugerpark de 'gekooide' bezoekers tot hun automobielen veroordeeld zijn. Deze afstand staat de betrokkenheid met de dieren overigens niet altijd in de weg.
De park-bezoekers daarentegen zijn vaak meer geïnteresseerd in rust om in nabijheid met de dieren te kunnen sympathiseren en met de omgeving, waarin zij leven. Over het algemeen hebben de park-bezoekers ook meer belangstelling voor de plantenwereld en leven zij zich meer in in de bijzondere - hier bijna magische - wereld van dieren in de wildernis.

Overigens is dit geen wetenschappelijke analyse, maar een min of meer peroonlijke intuïtieve analyse van het bezoekersgedrag van het Krugerpark. Uiteindelijk hebben alle bezoekers, die hier komen, ongetwijfeld een oprechte belangstelling voor de natuur en de dierenwereld in het bijzonder.

Marjo, Janneke en Coen bij de hut in Satara
Vandaag zijn Janneke en Coen uit Den Bosch op bezoek geweest.
Toevalligerwijs logeren zij tijdens hun rondreis door Zuid Afrika momenteel in Skukuza. Vanmiddag hebben Janneke, Coen en Marjo rondgetourd in Timbavati, een 'uitklimplaats' 35 kilometer van Satara.
Onderweg troffen ze een een groep gieren, die bij een drinkplaats neergestreken waren. Ook hebben ze een aantal giraffen kunnen spotten. Vanwege een grote groep kafferbuffels op de weg en omdat zij aan twee kanten op een brug  door olifanten ingesloten werden waren ze om 18.08 in Sukuza.

Onze hut in kamp Satara
Marjo en ik hebben rond vier uur nog een trip gemaakt naar de Nsemani Dam, een prachtig  meer, tien kilometer op weg naar Kamp Orpen.






Met de herinnering aan de fantastische scenes bij de drinkplaats van Mazithi Dam in ons achterhoofd van de dag tevoor, hebben we de auto bij Nsemani stil gezet.
We werden niet teleurgesteld.


De neushoorn, die het veld moet ruimen voor ome olifant
Ver achterin, bij een uitloper van het plas water, zagen we een neushoorn aan het meer staan, die de hoeven moest nemen, toen er plomverloren een olifant op het toneel verscheen.

Met behulp van een verrekijker bleek achter een bosje een leeuwin in de schaduw te liggen en even later stak er ook een grote kop met manen tussen het stuikgewas op.
Het werd in onze fantasievolle voorstellingen erg spannend toen er nietsvermoedend enkele antilopen de richting van die onzalige bosjes opgingen. Wat zich zich daar echter uiteindelijk allemaal afspeelde werd door het dichte struweel aan onze sensatie beluste blikken onttrokken.



Een grote groep van wel dertig of veertig olifanten, met opvallend veel jonge en pas geboren dikhuidjes, kwam er een slurfje drinken en een (modder)bad nemen. Het gespat en gespetter was niet van de lucht.
Ondertussen kwam er iets verder op ook nog een nijlpaard met jong uit het water aan de kant, die daarna weer vrolijk terug plonsden in het water.
We hebben de hele stoet olifanten, na hun bad fris gewassen en gepoetst ook weer de jungle in kunnen zien wegtrekken.
Heel fraai allemaal, als een National Geografic film, maar dan voor onze ogen in het echt.
De filmpjes ervan komen ter gelegener tijd absuluut op YouTube en ook op de blog.

Baaie groete uit Zuid Afrika.