woensdag 24 juni 2015

Op weg naar de poolcirkel

De volgende dag wordt aangemeerd bij Ålesund. Deze stad ligt aan zee en leeft zoals veel plaatsen aan de Noorse kust van de zee. Het is de hoofdstad van Sunnmøre, de regio waar de meest ondernemende inwoners van Noorwegen gevestigd zijn. In iedere fjord-arm staan ( meestal visverwerkende ) fabrieken en machinewerkplaatsen. De stad Ålesund is bekend om haar architectuur in Art Nouveau-stijl, de omliggende fjorden en de Alpen van Sunnmøre, die met hun hoge toppen recht vanuit de fjord oprijzen. Sportvissen is hier een activiteit voor iedereen, simpelweg omdat je gegarandeerd vis zult vangen!

Op dag drie wordt Trondheim aangedaan. Tijd voor een korte wandeling om de zee-benen te strekken. Soms liggen de aanlegsteigers midden in de stad en wandel je vanaf het schip direct het centrum binnen. De haven van Trondheim ligt echter ongeveer 20 minuten lopen van de stad af. Trondheim (spreek uit als tronheim) is de hoofdstad van de provincie Sør-Trøndelag en met 173.486 inwoners ( in 2011 ) de derde stad van Noorwegen. Uit de in deze streek gevonden rotstekeningen blijkt dat er al duizenden jaren sprake is van menselijke bewoning in dit gebied.

Het is bewolkt weer en een beetje druilerig wanneer we aan wal gaan om het stadje te bezoeken. Het is er opvallend rustig, weinig verkeer en nauwelijks mensen op straat. Een internationaal kleuterklasje, goed ingepakt met mutsjes en handschoentjes, dribbelt braaf achter de juffrouw aan. De keurig aangelegde perkjes en de bont gekleurde houten huizen geven de indruk dat je in de Efteling - na sluitingstijd - rondwandelt. De oude naam voor Trondheim is Nidaros.
De Nidaros-kathedraal, de begraafplaats van de heilige Olav, is een bezienswaardigheid. Van oudsher komen er pelgrims om genezing te vinden bij de St. Olav-schrijn.

Vooral op de open zee imponeren de weidsheid van de natuur, de schitterende wolkenformaties en het opvallend heldere licht. Wanneer we tussen de talloze eilanden door varen, worden we nu en dan getroffen door de geweldig ingenieuze brugconstructies, die voor de zo noodzakelijke verbindingen zorgen tussen de afgelegen eilanden en waar de Polarlys soms maar net onder door kan.


Vroeg in de volgende ochtend passeren we de Poolcirkel, die de grens vormt met het land van de Middernachtzon. Poolcirkels zijn onzichtbare cirkels rond de aardbol op 66° 33' Noorderbreedte en Zuiderbreedte. Op de poolcirkels komt de zon één dag per jaar niet op en gaat de zon één dag per jaar niet onder. Het aantal dagen per jaar dat de zon niet opkomt of niet ondergaat, wordt groter naarmate men vanaf de poolcirkels in de richting van de polen gaat. Het verschijnsel waarbij de zon 's nachts niet onder de horizon komt wordt de middernachtzon of pooldag genoemd.

Het passeren van de poolcirkel gaat bepaald niet geruisloos voorbij. Er wordt een uitgebreide ceremonie aan gewijd. Een heuse rituele overgangshandeling, waar de zeekoning Neptunus aan te pas komt om zijn onderdanen te beschermen tegen de barre arctische omstandigheden. 'Jullie komen in mijn koninkrijk van ijsberen, orca's, walrussen, poolvossen, rendieren, husky's en slede honden. Er moet goed gegeten en gedronken worden, aan zwakkelingen hebben we niets', aldus de verwelkomt Neptunus, ons om vervolgens, bij maar net 8 graden Celsius, met een zichtbaar genoegen een lading ijsklontjes in je nek te kieperen.

Na de 'pooldoop' krijgen alle brave onderdanen van koning Neptunus nog een warme Noorse grog ingeschonken door enkele lieftallige poolnimfen en 's avonds vinden we een oorkonde van de memorabele gebeurtenis in onze hut.

Voor het eerst in mijn leven zie ik die avond de zon wel dalen, maar niet ondergaan. Het fascineert me mateloos. De nacht blijft helder verlicht, het lijkt zelfs of het licht helderder is dan ooit. Die zonnige nachten maken lang vergeten magische ervaringen los, zoals wanneer de wereld wit is na een sneeuwnacht. De natuur lijkt weer opnieuw betoverend, de natuur zoals je die als kind voor het eerst ervaart... Kennelijk en gelukkig is die betovering niet leeftijdgebonden. Vijf dagen lang zal het licht 's avonds niet uitgaan. Soms blijf ik 's nachts nog urenlang aan dek, wanneer verreweg de meeste passagiers al naar hun hutten vertrokken zijn, terwijl het schip majestueus als een ongekroonde ijskoning geruisloos door de onmetelijke stilte van de kille en stalend lichte nacht glijdt.



dinsdag 16 juni 2015

Hurtigruten langs de Noorse fjordenkust

Het wordt de mooiste zeereis ter wereld genoemd. Aan boord van de Polarlys - Noors voor poollicht - heeft zich een internationaal gezelschap aangemonsterd. Naast Noren, Finnen, Denen en Zweden verschijnen er Duitsers, Zwitsers, Italianen, Fransen, Amerikanen, Argentijnen, Chinezen en Japanners aan de tafels van het restaurant, waar de eerste avond een supervers en rijk gevarieerd Noors visbanket geserveerd wordt. In 12 dagen laveert de Polarlys op en neer van Bergen naar Kirkenes tussen de Noorse fjorden door over een afstand van 2726 zeemijl, 5050 kilometer. Zij doet daarbij ondertussen 34 havens aan.

Een verbindingsdienst over zee tussen Trondheim en Hammerfest werd eind 19e eeuw nog nauwelijks voor mogelijk gehouden. Met zegge en schrijve 2 zeekaarten, nauwelijks 28 vuurtorens en onbekende zeestromingen was een dergelijke reis met name in de winter bij donker weer en zware winden vooral een hachelijk avontuur. In 1893 werden het kompas en het horloge vooralsnog door de staat als voldoende navigatiemiddelen beoordeeld om een wekelijkse lijndienst te ondersteunen tussen Trondheim en Hammerfest in de zomer en tussen Trondheim en Tromsø in de winter, met 9 aanloophavens onderweg.

De Hurtigruten-lijndienst - "hurtigruten" is "sneldienst" in het Noors - betekende indertijd  voor de kustbevolking een revolutie op communicatiegebied. Waar het in vroeger tijden 's zomers drie weken duurde om een brief te versturen van Trondheim naar Hammerfest en in de winter zelfs vijf maanden, werd deze reistijd met de "hurtigruten" teruggebracht tot enkele dagen. De dienst werd uitgebreid naar het zuidelijker gelegen Bergen en in 1914 werd al naar de meest noordelijk gelegen stad van Noorwegen, Kirkenes, gevaren. Naast transport voor post en personen, een dienst die nog steeds verleend wordt, was ook het toerisme al vroeg een basisactiviteit.

Anders dan de de term "sneldienst", die in de vorige eeuw heel toepasselijk was, doet vermoeden is een tocht met de Hurtigruten-lijn toch vooral een vorm van slow traveling. De maximum snelheid van de Polarlys is 15 knopen, dat wil dan zeggen dat hij op topsnelheid 27,78 km/uur vaart. Dat is aangenaam langzaam. De eerste dag ben ik vooral bezig de weg te vinden op het zeven dekken tellende schip en met te wennen aan de lichte zee-deining aan boord. Met 471 bedden kan het schip 619 gasten voor de nacht herbergen. In het ruim is er plaats voor 35 auto's, voor de reizigers die van de ferry-functie van het schip gebruik willen maken.
Ondanks het flinke aantal passagiers heerst er een weldadig rustige sfeer aan boord. De gemiddelde leeftijd ligt wat hoger dan die van de gebruikelijke disco-bezoeker. Anders dan op een Middellandse Zee cruise is er geen bioscoop, zwembad of casino aan boord. Wel een bibliotheek. De gemeenschappelijke interesse is met name de natuur en de liefhebber daarvan komt royaal aan zijn trekken. Er is volop gelegenheid voor fotograferen en filmen, daarnaast wordt er een kaartje gelegd, veel gelezen en - waarschijnlijk naar goed Noors gebruik - ( truien ? ) gebreid.


We vertrekken vanuit Bergen met frisse zeebries en een mooie heldere blauwe lucht, waarin zich prachtige wolkenpartijen aftekenen. We varen tussen de eilanden door naar Florø, de meest westelijk gelegen stad van Noorwegen. Terwijl het ondertussen in Nederland rond de 30 graden zou gaan worden, komt hier vandaag het kwik niet boven de 8 graden uit. Sandalen en shirts met korte mouwen komen dan ook voorlopig niet uit de koffer.

De volgende dag varen we door naar Ålesund en Molde, zo'n 250 km ten noorden van Bergen. Bij Ålesund worden we verrast door de pracht van de Geirangerfjord, die de parel van de westnoorse fjorden genoemd wordt. Niet voor niets staat de Geirangerfjord op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Fjorden zijn ontstaan ten gevolge van kilometers diepe uitsnijdingen door gletsjers en landijs in de aardbodem tijdens de ijstijd. Deze fjord snijdt vanaf Ålesund 100 kilometer diep het land in tot Geiranger en is daarmee een van de langste fjorden van Noorwegen. De langste heeft een lengte van 204 kilometer. Het heeft vandaag geregend, daarmee kunnen we er getuige van zijn hoe het hemelwater als de "Bruidssluier" en de "Zeven Zusters" in jeugdige blijdschap naar beneden wervelen, terwijl aan de andere kant van de fjord de mannelijke "Aanbidder" zijn kunsten vertoont.
Noren worden namelijk heel poëtisch als het op hun natuurschoon aankomt.



En met het volgende beeld wordt hier de dag dan afgesloten ........


............ nu snap ik ook meteen waarom er geen boord-aalmoezenier of predikant is ingehuurd voor de dagsluiting. Tegen zoveel imponerende stille schoonheid kan het 'troostend-woord-voor-het-slapen-gaan' niet op en trouwens iedereen staat bij het panorama-raam of op het dek naar buiten te kijken, om te mee te maken wat de Schepper Zelf in gedachten had om het einde van de dag te vieren.

dinsdag 2 juni 2015

De Galapagos revisited

Uiteindelijk zijn de Galapagos eilanden het hoofddoel van onze Wereldcontactreis . Dat is een dierenparadijs zonder weerga, uniek vanwege de grote variëteit aan typische dieren, die alleen maar hier voorkomen.
Het begint al in de haven van Baltra, waar de zeeleeuwen op bankjes aan de kust zich koesteren in het zonnetje. Zij laten zich absoluut niet storen door de bezoekers. Het stadje is als springplank naar de Galapagos eilanden helemaal gericht op de bezoekers, die van heinde en verre hier maar kort neerstrijken. Fregatvogels scheren er met vleugels van een spanwijdte tot meer dan 2 meter door de helblauwe lucht.
Kolonies van de grote fregatvogel leven onder meer op de Galapagos eilanden. Het is een zeevogel die broedt op afgelegen eilanden in de subtropische en tropische delen van de oceanen. Het dier is een van de grootste soorten uit het geslacht van fregatvogels, met een gewicht van 1 tot 1,5 kilo. De mannetjes kunnen behoorlijk hun keel opzetten. Tijdens de kunnen zij een enorme vuurrode keelzak als een ballon opblazen om het vrouwtje te imponeren. De grote fregatvogel heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. Dat is dan ook de belangrijkste reden waarom deze fregatvogel als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN staat.


In een lokaal schildpadden centrum worden jonge dieren met soortspecifieke eigenschappen opgekweekt en geselecteerd. Wanneer deze de leeftijd van 5 jaar bereikt hebben, worden zij weer uitgezet op de eilanden van de Galapagos, waarop zij thuishoren zoals Charles Darwin ze tijdens zijn expeditie heeft aangetroffen. Die groeien dan uit tot flinke knapen, die wel 250 kilo zwaar kunnen worden.

De zee- en landleguanen tref je op de eilanden bij duizenden tegelijk aan. Het is er zo dicht bevolkt mee dat je op moet passen de dieren niet op hun staart te trappen. Soms zie je ze pas op het laatste moment. Vanwege hun aangepaste schutkleuren lijken ze met het landschap samen te smelten. Ze liggen stil alsof ze bevroren zijn in het moment met een bewegingsloze blik op oneindig. Bewegingsloos als 'levende standbeelden' wijken zij ook voor de talloze bezoekers geen centimeter van hun plek. Daarmee is het een walhalla voor fotografen. Ook de blauwvoet jan-van-genten, bruine pelikanen en de waggelende albatrossen lopen er je letterlijk voor de voeten.
Dan heb je ook nog de zeeleeuwen. Tijdens een natte landing moesten wij met zwemvest vanuit een rubber bootje behoedzaam laveren tussen de zwemmende zeeleeuwpuppy's door, om vervolgens op het strand weer voorzichtig tussen papa en mama zeeleeuw door te manoevreren om de luierende ouders niet te storen tijdens hun middagdutje.
Al met al een ervaring, die zich niet makkelijk laat navertellen, maar die als onvergetelijk in het geheugen is gegrifd.