zaterdag 20 februari 2016

Chobe National Park - Botswana

Na de rivercruise over de Chobe wordt 's middags het Chobe National Park bezocht. Het park ligt een uurtje rijden van Livingstone en heeft een oppervlakte van meer dan 10.000 vierkante km. Het staat bekend als een van de beste natuurlijke wildlife en wildernisgebieden van Botswana. Er huizen naar schatting minstens 120.000 olifanten, waarvoor de  Chobe rivier een belangrijke drinkplaats is. In vergelijking met het Krugerpark in Zuid-Afrika heeft dit park minder asfaltwegen en is het de helft kleiner, maar dat betekent dat het nog altijd even groot is als Zeeland, Noord Brabant en Limburg bij elkaar, de grootte van heel Nederland dus onder de grote rivieren.


Het is er weelderig groen met grote open vergezichten wat gunstig is voor het spotten van wildlife. Al vrij snel krijgen we een groepje olifanten tussen het groen in het vizier.

Maar daar blijft het niet bij. Vlak langs de open jeep zitten een paar bavianen in de grond te wroeten en lijken daar van alles te vinden wat eetbaar is. Een aantal giraffen steekt onbekommerd de nek uit naar de toppen van de bomen en grote groepen impala's grazen gebroederlijk naast de koedoe's in het malse gras. Vlak langs de weg liggen een paar prachtige waterbokken. De dieren zien er allemaal weldoorvoed uit en zijn in een goede conditie. Anders dan de koedoe zijn de gracieus ogende impala's altijd wat alerter; zij lijken als prooi voor roofdieren kwetsbaarder, maar zijn in feite razend snel en zo wendbaar dat ze hun jagers vaak te slim af zijn.

waterbok

Verder zien we nog een familie wrattenzwijn, die ook wel knobbelzwijn genoemd worden. Er dribbelt een aantal kleine zwijntjes achter de moeder aan. Een heel koddig gezicht. Hun naam ontlenen ze aan de knobbels van de verdikte huid onder hun ogen en op hun lange platte snuit. Met hun gekrulde slagtanden wroeten ze naar wortelen en insecten. Ze zijn mooi in hun lelijkheid. Om aan hun roofdieren - voornamelijk leeuwen - te ontkomen slapen ze in zelfgegraven holen, maar hele families geven voor het gemak de voorkeur aan het hol van een stekelvarken of ze 'kraken' gewoon een verlaten termietenheuvel. Het zijn sociale dieren en leven in verwante familiegroepjes op een paar vierkante kilometer. Ze delen hun holen binnen dit gebied. Om te eten laten ze zich door de voorpoten zakken, zodat ze op hun knieën lopen. Een ranger vertelde dat ze erg godsdienstig zijn, omdat ze zo dankbaar en keurig op hun knietjes bidden voor het eten.




Een paar bavianen peuzelen ongestoord verder, wanneer we met de wagen langsrijden. 


Kortom Chobe National Park lijkt een lustoord voor wildlife.


Chobe river cruise - Botswana

Vandaag staat een boottochtje op de Choberivier op het programma. Dit is een 1.500 km lange rivier die in Angola ontspringt, vervolgens de natuurlijke grens vormt tussen Namibië en Botswana en tenslotte uitstroomt in de Zambezi rivier van Zambia. In ieder land heeft de rivier een andere naam. Livingstone ligt zo'n 15 á 20 km van de grens met Botswana. Na enige grensformaliteiten steken we al vroeg in de ochtend met een ferryboot de Chobe over. Even later stappen we van de landrover over in een open rivierbootje en varen we onder leiding van een lokale gids, die hier van kindsbeen af woont en de rivier als zijn broekzak kent, door een prachtig natuurgebied.


Hierbij een aantal foto's en een filmpje omdat beelden soms meer zeggen dan woorden.

papyrus planten


visserswoning aan de oever

Jacana wandelt over de waterlelies


gespiegeld natuurschoon

Bruinkopzwaluw/draadstertwael ( Hirundo smithii )

Chobe rivier cruise

weldoorvoed nijlpaard op de malse oever van de Chobe rivier



tijdens het boottochtje wordt duidelijk waarom je beter niet aan de waterkant kunt gaan wandelen 


zaterdag 13 februari 2016

De Victoria watervallen

De bus vanuit Johannesburg komt aan het begin van de middag aan in Zambia. De bushalte is 'onder de grote boom' in het centrum van Livingstone, ook wel Maramba genoemd, Een jonge gast, die hier woont en naast me in de bus zit, regelt een taxi voor me. "Toeristen betalen altijd teveel," zegt hij. Voor 2 euro wordt ik naar Olga's Italian Corner gereden, een project met 9 ruime gastenverblijven en een uitstekende Italiaanse keuken. Het is opgezet door een religieuze zuster uit Italië om kwetsbare jeugd uit Livingstone, een stad van 100.000 inwoners, een kans op een betere toekomst te geven. Jongens en meisjes vanaf zo'n 14 jaar  krijgen de gelegenheid een vak te leren in de keuken, het restaurant of in de huishouding. Een perfecte uitvalbasis om de Victoria watervallen te ontdekken.

De watervallen werden in 1989 door UNESCO tot werelderfgoed verklaard en dit is nu een Nationaal Park, waarvoor aan de kant van Zambia 220 kwatcha betaald moet worden ( ruim 15 euro ). De ontdekking ervan door de Schotse zendeling en ontdekkingsreiziger dr. Livingstone op 17 november 1855 ontlokte hem de gevleugelde woorden: Geen enkel uitzicht in Engeland kan de schoonheid hiervan overtreffen en zulke lieflijke beelden moeten de engelen tijdens hun vluchten met bewondering bekeken hebben.


De watervallen kunnen bezocht worden aan de zijde van Zimbabwe en aan de kant van Zambia. Livingstone ligt aan de Zambiaanse kant. Dan kun je de watervallen ook nog van twee kanten bekijken. Vanuit het park is er een wandelpad aan de kant van de 108 meter diepe kloof waarbij je tegen het 1.708 meter brede watergordijn aankijkt. Er is berekend dat per minuut - onder een donderend geraas - 500.000.000 liter water naar beneden stort. Over een groot gedeelte van het wandelpad hangt een constante nevel, die wanneer het erg warm is direct verdampt, maar wanneer de zon weg is of wanneer het bewolkt is, heel lokaal naar beneden regent.
In vergelijking met de watervallen van Iguacu op de grens van Argentinië en Brazilië en de Niagarawatervallen op de grens van de Verenigde Staten en Canada, is Iguacu de grootste qua lengte, heeft Niagara de meest constante waterhoeveelheid en valt er bij Victoria de grootste hoeveelheid water in de diepte.

Vanaf het terras van het Royal Livingstone Hotel heb je een prachtig uitzicht op de Zambezi-rivier, die zich iets verder in wolken van waterdamp naar beneden stort. Hier wordt het duidelijk waarom de watervallen Mosi-ao-Tunya, letterlijk de rook die dondert, genoemd worden.
Vanuit dit superdeluxe hotel worden per boot uitstapjes georganiseerd naar Livingstone-island om de watermassa's van dichtbij naar beneden te zien vallen. Sportievelingen kunnen dan ook nog een sprong wagen in Devil's-pool of een duik nemen in de Angels-pool. Die sprong van 5 meter hoogte in de Engelenvijver is echter niet geheel zonder gevaar vanwege de rotsbodem. Je moet dus verdomd goed weten waar je springt. Ervaring is de beste leermeester!

Tijdens de wandeling door de tuinen van het Royal Livingstone Hotel, waar je voor 1.000 euro per nacht in de presidentiële suite kunt overnachten, vraagt een tuinman mij of ik de huisdieren al gezien heb. Geen idee waar hij het over heeft. Nog geen twee minuten later sta ik tussen een aantal levensgrote giraffen en een kleine kudde zebra's. De dieren blijken de man goed te kennen, ze komen direct op ons af. Hij voert ze 2 maal daags als attractie voor de hotelgasten. Nu ze hem zien, verwachten ze ook gevoederd te worden. Om voldoende afstand te houden, probeert hij ze met grote gebaren en een stok in de hand af te weren. Als ze ons op een drafje gaan volgen moeten wij ons uit de voeten maken.

Vanuit het hotel kom ik uit waar de brede Zambezi-rivier zich naar beneden stort. Aan de rand zitten enkele jongens onder een boom, die als bijverdienste toeristen door het stromende water naar de Devils-pool of de Angels-pool gidsen. Dat zijn grote diepe vijvers aan de rand van de watervallen. Ik word nieuwsgierig en alvorens hij me aan de hand meeneemt moet ik eerst mijn zwemvaardigheid laten zien in een ondiepe plas met behoorlijk sterk stromend water. Omdat ik daarvoor in zijn ogen kennelijk geslaagd ben, wil hij me door het woelige water tussen rotsen en over kleine eilandjes tot aan Angels-pool loodsen. Ik voel me een beetje als een bejaarde thrill-seeker wanneer ik vanaf een 5 meter hoge rots in de Engelenvijver spring. Once in a lifetime, denk ik en ik ben er nu toch. Op de terugweg vertelt de gids me dat hij ooit met een 80-jarige dezelfde tocht - in een langzamere versie - gemaakt heeft, dus blijk ik niet eens de oudste te zijn.

Terug aan de andere kant van de watervallen - ik kan er geen genoeg van krijgen - ontmoet ik aan de voet van het standbeeld van Livingstone twee Angolezen. We kletsen wat over de majestueuze waterval. Ik vraag of er ook zoiets in Angola is. Dat blijkt niet het geval, maar ze hebben er wel diamanten. Ook bijzonder, zeg ik, wat de indruk wekt dat ik daarin geïnteresseerd zou zijn. Een van de heren gaat terug naar de parkeerplaats en laat me een handjevol geslepen diamanten zien. Als ik toch in Holland woon, kan ik ze zeker wel slijten in Amsterdam of Antwerpen? Ik maak er een foto van om er vanaf te zijn. Zijn mobiele telefoonnummer heb ik niet meer, dus elke interesse in deze bloeddiamanten eindigt voorlopig op dood spoor.