Vanmorgen sta ik opnieuw om 03.30 uur buiten mijn bed. Nu om te checken of de weersomstandigheden van dien aard zijn om onze geplande bushwalk door te laten gaan. Het is droog.
Om 04.30 uur rijden we met Paul, de ranger/gids, en Abel, de chauffeur, de poort uit. Beiden zijn goed bewapend met een flinke voorraad munitie. Binnen het half uurtje dat we ons vertrekpunt bereiken zien we de zon gestaag boven en over de kim opklimmen.
Het is een speciaal gevoel uit de wagen te mogen stappen........wanneer we plotseling met onze beide voeten 'out in the open' op de savanne staan. In een gebied, waar we normaal gesproken alleen maar binnen de auto moeten blijven zitten. Het is een sensatie, een bevrijdende gevoel....de vrije natuur, de ongerepte wildernis! Ik voel me bevoorrecht, maar ook kwetsbaar en nietig in een overweldigende natuur, waar de wetten van de jungle gelden! Alsof we een verboden gebied, een soort 'heilige' grond gaan betreden, zetten we onze eerste stappen op een ruig geaccidenteerd terrein naast de weg. Paul en Abel zijn goed uitgerust voor de onderneming.
De wandeling begint al vroeg, terwijl het nog schemert. Het is wat kil in de vroege ochtend. Overal hangt een ongekende stilte. Enigszins onheilspellend. De natuur moet nog ontwaken. We worden geinstrueerd om tijdens de tocht stil te zijn, niet te spreken. Alle communicatie moet met gebaren, zonder woorden. Dat geeft de tocht een soort van spannende heimelijkheid. De menselijke stem is een onbekend communicatiemiddel in deze ongereptheid. Hier zijn de dieren de baas. De menselijke stem verstoort dieren in hun gedrag. Ook worden we geacht geen 'trofeeën' mee te nemen van ons avontuur. Stenen, mineralen of botten, die overal rondslingeren, dienen we te laten liggen.
Paul, de ranger, blijkt een toegewijd natuurliefhebber, die uitermate zorgvuldig met het groen en de planten omgaat en bijna teder zelfs insecten en levensgevaarlijke spinnen hanteert. Aandoenlijk, soms! Een groot kenner van de omgeving zowel in het algemeen als in detail. Hij wijst op de wilde lavendel die overal bloeit en geurt en op de wilde hybiscus, die met prachtig grote gele kelken staat te bloeien. Hij kneust een floxen-soort, die een sterke en aangename mint geur heeft, waarbij hij vertelt dat de gedroogde bloemen in veraste poedervorm een neusbloeding kunnen stelpen. Hij plukt een duizendpoot met de afmetingen van bijna een rolletje drop van de grond en laat zien dat het onschuldig ogende insect natuurlijke cyanide in zijn staart heeft. Het dodelijk gif dat zelfs met de minimale portie, die ongezien aan je vinger blijft kleven, bij aanraking van je lippen al de uitwerking van een flinke buikloop op een gezonde volwassen man kan hebben.
Paul ziet een neushoorn-baviaan-spin, dit gepantserde familielid van de tarantella graaft zijn web in de grond, waardoor er een gat ontstaat waarin hij zijn prooi opvangt. Hij peutert het beest uit zijn hol met een takje om het te laten optreden voor onze camera's.
Zowel Paul als Abel oriënteren zich onnavolgbaar efficiënt in deze natuur; zij kunnen uren ronddolen om dan moeiteloos zonder enig kompas de weg naar het startpunt terug te vinden met behulp van een ietwat ingewikkelde aan-het-lijf-gekoppelde-links-rechts oriëntatie. Zij zoeken de lucht af naar vogels, die in hun vlucht de aanwezigheid de zoogdieren verraden: buffels, neushoorns en giraffen. Vogeltjes, die zich voeden met, die deze zoogdieren in hun huid met zich meedragen. We volgen een tijdje een spoor van een witte neushoorn. Dan komen we verse sporen van buffels tegen.
Dit zijn de ONGEBAANDE PADEN, die mij voor ogen stonden, voor ons vertrek. De ruwheid van het terrein met het hoge struweel, het halfhoge gras, de modderpoelen, de sporen, de geurvlaggen en de uitwerpselen van de rondtrekkende dieren; de emotionele beroering daarbij overtreft onze stoutste verwachtingen. Het ligt hier ook nog eens bezaaid met mineralen en brokstukken van kwartsen in de meest fantastische kleuren. Er ligt letterlijk een enorme rijkdom nonchalant uitgestrooid in de bush van Zuid Afrika.
Hoefgetrappel en gesnuif van buffels is nu in onze directe omgeving waarneembaar. De spanning stijgt! We zien niets in het dichte struikgewas. Totdat we even verderop in een open plek plotseling als vanuit het niets een reusachtige buffel zien staan, die onbeweeglijk en gespannen naar ons staat te staren. Hij schiet onverwacht als door een bliksem getroffen in een verrassende ren-galop terug het bos in. Dan wijst Paul in de andere richting. Daar tussen de bomen door... staat een groep van 6 a 7 volwassen buffels in een modderpoel. Spectaculair!!! Zo dichtbij!!! De beleving van oog in oog te staan met een alerte wilde buffel in de vrije natuur is een sensatie van de eerste orde. Indrukwekkend! En zeker wel de moeite waard om zo vroeg voor uit je bed te komen, wanneer je eigenlijk 'gewoon' op vakantie bent.
Om 04.30 uur rijden we met Paul, de ranger/gids, en Abel, de chauffeur, de poort uit. Beiden zijn goed bewapend met een flinke voorraad munitie. Binnen het half uurtje dat we ons vertrekpunt bereiken zien we de zon gestaag boven en over de kim opklimmen.
Het is een speciaal gevoel uit de wagen te mogen stappen........wanneer we plotseling met onze beide voeten 'out in the open' op de savanne staan. In een gebied, waar we normaal gesproken alleen maar binnen de auto moeten blijven zitten. Het is een sensatie, een bevrijdende gevoel....de vrije natuur, de ongerepte wildernis! Ik voel me bevoorrecht, maar ook kwetsbaar en nietig in een overweldigende natuur, waar de wetten van de jungle gelden! Alsof we een verboden gebied, een soort 'heilige' grond gaan betreden, zetten we onze eerste stappen op een ruig geaccidenteerd terrein naast de weg. Paul en Abel zijn goed uitgerust voor de onderneming.
De wandeling begint al vroeg, terwijl het nog schemert. Het is wat kil in de vroege ochtend. Overal hangt een ongekende stilte. Enigszins onheilspellend. De natuur moet nog ontwaken. We worden geinstrueerd om tijdens de tocht stil te zijn, niet te spreken. Alle communicatie moet met gebaren, zonder woorden. Dat geeft de tocht een soort van spannende heimelijkheid. De menselijke stem is een onbekend communicatiemiddel in deze ongereptheid. Hier zijn de dieren de baas. De menselijke stem verstoort dieren in hun gedrag. Ook worden we geacht geen 'trofeeën' mee te nemen van ons avontuur. Stenen, mineralen of botten, die overal rondslingeren, dienen we te laten liggen.
Paul, de ranger, blijkt een toegewijd natuurliefhebber, die uitermate zorgvuldig met het groen en de planten omgaat en bijna teder zelfs insecten en levensgevaarlijke spinnen hanteert. Aandoenlijk, soms! Een groot kenner van de omgeving zowel in het algemeen als in detail. Hij wijst op de wilde lavendel die overal bloeit en geurt en op de wilde hybiscus, die met prachtig grote gele kelken staat te bloeien. Hij kneust een floxen-soort, die een sterke en aangename mint geur heeft, waarbij hij vertelt dat de gedroogde bloemen in veraste poedervorm een neusbloeding kunnen stelpen. Hij plukt een duizendpoot met de afmetingen van bijna een rolletje drop van de grond en laat zien dat het onschuldig ogende insect natuurlijke cyanide in zijn staart heeft. Het dodelijk gif dat zelfs met de minimale portie, die ongezien aan je vinger blijft kleven, bij aanraking van je lippen al de uitwerking van een flinke buikloop op een gezonde volwassen man kan hebben.
Paul ziet een neushoorn-baviaan-spin, dit gepantserde familielid van de tarantella graaft zijn web in de grond, waardoor er een gat ontstaat waarin hij zijn prooi opvangt. Hij peutert het beest uit zijn hol met een takje om het te laten optreden voor onze camera's.
Zowel Paul als Abel oriënteren zich onnavolgbaar efficiënt in deze natuur; zij kunnen uren ronddolen om dan moeiteloos zonder enig kompas de weg naar het startpunt terug te vinden met behulp van een ietwat ingewikkelde aan-het-lijf-gekoppelde-links-rechts oriëntatie. Zij zoeken de lucht af naar vogels, die in hun vlucht de aanwezigheid de zoogdieren verraden: buffels, neushoorns en giraffen. Vogeltjes, die zich voeden met, die deze zoogdieren in hun huid met zich meedragen. We volgen een tijdje een spoor van een witte neushoorn. Dan komen we verse sporen van buffels tegen.
Dit zijn de ONGEBAANDE PADEN, die mij voor ogen stonden, voor ons vertrek. De ruwheid van het terrein met het hoge struweel, het halfhoge gras, de modderpoelen, de sporen, de geurvlaggen en de uitwerpselen van de rondtrekkende dieren; de emotionele beroering daarbij overtreft onze stoutste verwachtingen. Het ligt hier ook nog eens bezaaid met mineralen en brokstukken van kwartsen in de meest fantastische kleuren. Er ligt letterlijk een enorme rijkdom nonchalant uitgestrooid in de bush van Zuid Afrika.
Hoefgetrappel en gesnuif van buffels is nu in onze directe omgeving waarneembaar. De spanning stijgt! We zien niets in het dichte struikgewas. Totdat we even verderop in een open plek plotseling als vanuit het niets een reusachtige buffel zien staan, die onbeweeglijk en gespannen naar ons staat te staren. Hij schiet onverwacht als door een bliksem getroffen in een verrassende ren-galop terug het bos in. Dan wijst Paul in de andere richting. Daar tussen de bomen door... staat een groep van 6 a 7 volwassen buffels in een modderpoel. Spectaculair!!! Zo dichtbij!!! De beleving van oog in oog te staan met een alerte wilde buffel in de vrije natuur is een sensatie van de eerste orde. Indrukwekkend! En zeker wel de moeite waard om zo vroeg voor uit je bed te komen, wanneer je eigenlijk 'gewoon' op vakantie bent.
Een wilde buffel in het struweel. Dat blijft me bij.
BeantwoordenVerwijderenFr.