zaterdag 22 januari 2011

Twintigste dag: swartoogtiptol voël

Vandaag is het weer warm, 'baaie' warm. Maar daar klagen we niet over. Een nauwelijks bewolkte hemel met schitterend zonlicht is gunstig voor fotowerk en filmpjes.

We maken een trip van Skukuza over het Lower Sabiepad, langs de Sabierivier naar restcamp Lower Sabie ( Beneden Sabie ) en via gravelweg, Salitjepad, terug.
Dit kamp is van historische betekenis, omdat hier en rond dit kamp de ontwikkeling van het Krugerpark is begonnen. Paul Kruger indertijd president van de Zuid Afrikaanse Republiek ( Transvaal ), stelde in de Volksraad ( het parlement ) voor, om het wildbestand op bepaalde stukken staatsgrond te behouden. De aanleiding hiertoe lag in het feit dat in dit gebied steeds meer mensen kwamen wonen, waarbij het wild in toenemende mate geëxploiteerd werd. Dit voorstel heeft in 1898 uiteindelijk geleid tot de proklamatie van het Sabie-wildreservaat tussen de Krokodilrivier ( de huidige zuidgrens van het Krugerpark ) en de Sabierivier.

Dit gedeelte van het Krugerpark is uitermate populair en krijgt de meeste bezoekers. Niet alleen vanwege de grote variëteit en het grote aantal dieren, maar ook omdat het relatief dicht bij de internationale luchthaven van Johannesburg, OR Tambo-airport, gelegen is.
Er worden vaak dagtripjes georganiseerd naar het Krugerpark voor Zuid Afrika reizigers. Deze komen dan meestal in het Skukuzakamp. Vandaag is er een touringcar Kras-reizigers aangekomen in het kamp en neergestreken op het terras. Het is alsof er een 'blik' Hollanders is opengetrokken. Landschappelijk is deze regio fantastisch vanwege de, nu ontstuimige, Sabierivier, verschillende grote meren, ruige rotspartijen en prachtige vergezichten.

Op het moment dat we het kamp uitrijden roep Fred: 'blackcap bulbul!' Het blijkt tot mijn verassing een vogel te zijn, hetgeen veel zegt over mijn povere ornitholgische achtergrond in tegenstelling tot de rest van het gezelschap. Zij herkennen direkt de 'swartoogtiptol' in het vogeltje. De andere dieren herkende ik wel. Onder meer een flinke groep olifanten met jongen, die dicht bij elkaar met wapperende oren de koelte opzoeken onder de bomen. Verder een nijlpaard dat met jong langs de oever loopt te grazen en een olifant, die in de rivier een bad neemt. Er verschijnt dan nog een familie Pumba, pa en ma wrattenzwijn, nog ten tonele. Met kroost, een zeven-tal koddige biggetjes. Allemaal herkenbaar voor mij, maar ook buitengewoon en bijzonder; ze oogsten veel belangstelling.

Terug thuis in onze comfortabele residentie heeft Fred in de nok van het buitenterras een zwartpuntvleugel-wespennest opgemerkt. De broedresten worden namelijk zonder enige scrupules op de goed onderhouden tegelvloer gedeponeerd. Het nest mag de pret niet drukken. In de avond trotseren we met liefde en plezier het kikker/cycaden/sprinkhaan/krekel concert aan de oevers van de rustgevend Sabierivier. Het concert wordt in welluidende harmonie met het getjilp en getwitter van het exotische gevogelte incidenteel opgeluisterd door het geknor van de Afrikaanse seekoei/nijlpaard. 'Alles vor die natur' is het motto, waar we de stemming er succesvol mee in houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten